Fiction schreef:
James
In mijn eigen kamer helpt Edwin me in wat nettere kleren, ook maakt een dienstmeid mijn haren wat netter. "Zo is het goed Lydia, dankjewel." Zeg ik en houd mijn hand op als het er redelijk uitziet. "Maar natuurlijk mijn prins." Zegt ze en buigt diep. "Iedereen zal vast blij zijn met uw verschijning, vooral uw vader." Nerveusheid verspreid zich er door mijn lichaam als ze dat zegt, zullen ze echt blij zijn of zal ik maar de rare zijn? Niemand is er die ook in een rolstoel zit en altijd gedragen mensen zich alsof ik 8 jaar ben, enkel omdat ik niet meer kan lopen. "James?" Ik kijk op als Edwin mijn naam noemt. "Excuses, ik bedoel-" "Nee het is oke, noem me gewoon James Edwin." Hij veronderschult zich altijd als hij me perongeluk bij mijn naam noemt maar ik stoor me er niet. "Maar natuurlijk, zullen we gaan?" Vraagt hij, ik knik als antwoord en speel wat met mijn gouden ring die om mijn linker ringvinger zit. We rijden door de gangen en gaan de vlakke trappen, speciaal voor mijn rolstoel, af. "Blijf je bij het feest, Edwin?" "Natuurlijk, wie moet u anders helpen?" Ik grinnik en bereid mezelf mentaal op voor het feest. We rijden de deuren uit en komen in de tuinen waar het reiden al wat moeilijker gaat. Zodra we bij het echte feest komen worden we verwelkomt door heel wat belangrijke gasten en vrienden. "James!" Klinkt de lieve stem van mijn moeder. "Moeder." Groet ik met een glimlach. "Je bent buiten." Zegt ze verrast. "Ik dacht dat het wel tijd werd."
James
In mijn eigen kamer helpt Edwin me in wat nettere kleren, ook maakt een dienstmeid mijn haren wat netter. "Zo is het goed Lydia, dankjewel." Zeg ik en houd mijn hand op als het er redelijk uitziet. "Maar natuurlijk mijn prins." Zegt ze en buigt diep. "Iedereen zal vast blij zijn met uw verschijning, vooral uw vader." Nerveusheid verspreid zich er door mijn lichaam als ze dat zegt, zullen ze echt blij zijn of zal ik maar de rare zijn? Niemand is er die ook in een rolstoel zit en altijd gedragen mensen zich alsof ik 8 jaar ben, enkel omdat ik niet meer kan lopen. "James?" Ik kijk op als Edwin mijn naam noemt. "Excuses, ik bedoel-" "Nee het is oke, noem me gewoon James Edwin." Hij veronderschult zich altijd als hij me perongeluk bij mijn naam noemt maar ik stoor me er niet. "Maar natuurlijk, zullen we gaan?" Vraagt hij, ik knik als antwoord en speel wat met mijn gouden ring die om mijn linker ringvinger zit. We rijden door de gangen en gaan de vlakke trappen, speciaal voor mijn rolstoel, af. "Blijf je bij het feest, Edwin?" "Natuurlijk, wie moet u anders helpen?" Ik grinnik en bereid mezelf mentaal op voor het feest. We rijden de deuren uit en komen in de tuinen waar het reiden al wat moeilijker gaat. Zodra we bij het echte feest komen worden we verwelkomt door heel wat belangrijke gasten en vrienden. "James!" Klinkt de lieve stem van mijn moeder. "Moeder." Groet ik met een glimlach. "Je bent buiten." Zegt ze verrast. "Ik dacht dat het wel tijd werd."