Demish schreef:
Als het aan Ashton lag, zouden ze hier nog de hele avond zitten. Hij vond het ook wel gezellig om in de Common Room van Hufflepuff te zitten, want daar waren zijn vrienden, maar Naylene mocht daar jammer genoeg nooit komen. Het was een regel en Naylene hield zich nogal vaak aan de regels. Het kwam maar weinig voor dat ze regels verbrak. Niet dat ze nou zo braaf was, maar ze lette er wel een beetje op. Ashton had ook wel eens geopperd om naar de toren van Ravenclaw te gaan, maar ook dat had ze niet gewild. Hij vond het jammer, want hij was best nieuwsgierig naar hoe andere leerlingenkamers eruit zagen. Daarnaast wist hij dat Naylene haar kamer ook maar met één ander iemand hoefde te delen, terwijl er bij hem nog drie anderen op de kamer lagen.
‘Dat was mijn slak!’ riep Ashton meteen uit toen Naylene hem alsnog had laten verdwijnen door de spreuk te gebruiken. ‘Dat je al gewonnen hebt, betekent niet dat je zomaar andermans slakken mag laten verdwijnen!’ zei hij lachend, al meende hij er natuurlijk niks van. Het was wel duidelijk dat Naylene niet van slakken hield en dat ze die beesten liever zo ver mogelijk van zich af wilde hebben. Slakken waren echter gemakkelijke beestjes om te vangen en om mee te oefenen, dus hij snapte wel waarom ze juist voor die beestjes had gekozen. Heel schoon en fris was het echter niet. Gelukkig waren ze nu weg.
‘Maar ik ben wel blij dat ze weg zijn. Die beesten zijn echt vies.’ Waarschijnlijk zou hij de slakken daar heel erg mee beledigen, als hij Edyn zou moeten geloven, maar het maakte Ashton vrij weinig uit. Voor zover hij wist konden slakken hem toch niet horen of begrijpen, dus ze zouden vast ook niet door hebben dat hij ze smerig vond. Ze waren er nu niet eens meer. Edyn zou dit echter niet moeten horen, want anders zou ze hem en Naylene vast verontwaardigd aan kijken en haar handen voor haar mond slaan.
Ashton glimlachte door het compliment van Naylene. Het was fijn als iemand zei dat je het goed deed. Docenten deden dat ook wel, maar voor Ashton betekende dat eigenlijk niet veel. Docenten hoorden het te zeggen. Dat was hun baan. Naylene was haast in alle vakken heel erg goed, dus als zij zei dat Ashton het goed had gedaan, dan vertrouwde hij daar ook op en zag hij het werkelijk als een groot compliment.
‘Ik dacht ook dat het slechter zou gaan,’ bekende hij, aangezien hij er in de les nog wat moeite mee had gehad. Al was dat misschien ook wel gekomen doordat hij het niet zo serieus had geoefend zoals dat eigenlijk wel had gemoeten. Hij vond het zelf best leuk om zo nu en dan een grapje te maken tijdens de les. Iets wat duidelijk ook wel zou kunnen, als hij daarna maar zou oefenen met Ashton. ‘Maar ik ben blij dat we nu klaar zijn met die slakken. Ze waren echt vies.’
Naylene legde hem een paar opties voor. Ze konden kijken naar het boek wat ze mee had genomen, of gewoon ergens zitten en praten over een willekeurig onderwerp. Zelf had Ashton geen vragen meer voor haar, dus die optie viel eigenlijk al af. Hij vond het echter nooit erg om samen met Naylene ergens over te praten en ook het astrologieboek interesseerde hem wel. Eigenlijk wilde hij gewoon langer, of meer, tijd doorbrengen met Naylene. Wat ze dan precies zouden doen, maakte hem niet uit.
‘We kunnen het boek wel bekijken,’ zei Ashton, waarna hij zijn eigen spullen iets aan de kant legde. Hij had vanuit zijn kamer gelukkig een dekentje meegenomen, waar ze nu al op zaten. Ashton ging nu echter op zijn buik liggen en hij pakte vervolgens het boek van Naylene. Hij klapte het zo open dat als Naylene naast hem zou komen liggen, zij het ook nog prima zou kunnen volgen.
Ashton bekeek de voorkant van het boek en sloeg hem nieuwsgierig open. Het was typisch iets voor Naylene om een boek uit te kiezen wat eigenlijk niks met magie te maken had. Ze was daar altijd wel geïnteresseerd in. Voor haar was magie heel erg normaal. Iets waar ze mee was opgegroeid. Dus als er iets was wat zonder magie werkte, dan verwonderde dat haar altijd. Dat had Ashton wel gemerkt toen hij zijn eigen spullen aan haar probeerde uit te leggen. Het heelal was natuurlijk het grootste voorwerp wat kon werken zonder magie, dus Ashton snapte volledig hoe Naylene bij deze interesse kwam.
‘Had je dit specifiek voor iets uitgezocht, of om gewoon door te lezen?’ Dat deed ze immers best vaak. De boeken die Naylene las, las ze niet alleen omdat ze wilde leren, maar ook omdat ze het heel erg leuk vond. Zelf snapte Ashton het een beetje. Hij las niet heel erg vaak boeken, maar lezen kon wel heel erg leuk zijn. Hij dacht dan eerder aan boeken over fictie, in plaats van wetenschappelijke boeken, zoals het boek wat hij voor zich had.
Als het aan Ashton lag, zouden ze hier nog de hele avond zitten. Hij vond het ook wel gezellig om in de Common Room van Hufflepuff te zitten, want daar waren zijn vrienden, maar Naylene mocht daar jammer genoeg nooit komen. Het was een regel en Naylene hield zich nogal vaak aan de regels. Het kwam maar weinig voor dat ze regels verbrak. Niet dat ze nou zo braaf was, maar ze lette er wel een beetje op. Ashton had ook wel eens geopperd om naar de toren van Ravenclaw te gaan, maar ook dat had ze niet gewild. Hij vond het jammer, want hij was best nieuwsgierig naar hoe andere leerlingenkamers eruit zagen. Daarnaast wist hij dat Naylene haar kamer ook maar met één ander iemand hoefde te delen, terwijl er bij hem nog drie anderen op de kamer lagen.
‘Dat was mijn slak!’ riep Ashton meteen uit toen Naylene hem alsnog had laten verdwijnen door de spreuk te gebruiken. ‘Dat je al gewonnen hebt, betekent niet dat je zomaar andermans slakken mag laten verdwijnen!’ zei hij lachend, al meende hij er natuurlijk niks van. Het was wel duidelijk dat Naylene niet van slakken hield en dat ze die beesten liever zo ver mogelijk van zich af wilde hebben. Slakken waren echter gemakkelijke beestjes om te vangen en om mee te oefenen, dus hij snapte wel waarom ze juist voor die beestjes had gekozen. Heel schoon en fris was het echter niet. Gelukkig waren ze nu weg.
‘Maar ik ben wel blij dat ze weg zijn. Die beesten zijn echt vies.’ Waarschijnlijk zou hij de slakken daar heel erg mee beledigen, als hij Edyn zou moeten geloven, maar het maakte Ashton vrij weinig uit. Voor zover hij wist konden slakken hem toch niet horen of begrijpen, dus ze zouden vast ook niet door hebben dat hij ze smerig vond. Ze waren er nu niet eens meer. Edyn zou dit echter niet moeten horen, want anders zou ze hem en Naylene vast verontwaardigd aan kijken en haar handen voor haar mond slaan.
Ashton glimlachte door het compliment van Naylene. Het was fijn als iemand zei dat je het goed deed. Docenten deden dat ook wel, maar voor Ashton betekende dat eigenlijk niet veel. Docenten hoorden het te zeggen. Dat was hun baan. Naylene was haast in alle vakken heel erg goed, dus als zij zei dat Ashton het goed had gedaan, dan vertrouwde hij daar ook op en zag hij het werkelijk als een groot compliment.
‘Ik dacht ook dat het slechter zou gaan,’ bekende hij, aangezien hij er in de les nog wat moeite mee had gehad. Al was dat misschien ook wel gekomen doordat hij het niet zo serieus had geoefend zoals dat eigenlijk wel had gemoeten. Hij vond het zelf best leuk om zo nu en dan een grapje te maken tijdens de les. Iets wat duidelijk ook wel zou kunnen, als hij daarna maar zou oefenen met Ashton. ‘Maar ik ben blij dat we nu klaar zijn met die slakken. Ze waren echt vies.’
Naylene legde hem een paar opties voor. Ze konden kijken naar het boek wat ze mee had genomen, of gewoon ergens zitten en praten over een willekeurig onderwerp. Zelf had Ashton geen vragen meer voor haar, dus die optie viel eigenlijk al af. Hij vond het echter nooit erg om samen met Naylene ergens over te praten en ook het astrologieboek interesseerde hem wel. Eigenlijk wilde hij gewoon langer, of meer, tijd doorbrengen met Naylene. Wat ze dan precies zouden doen, maakte hem niet uit.
‘We kunnen het boek wel bekijken,’ zei Ashton, waarna hij zijn eigen spullen iets aan de kant legde. Hij had vanuit zijn kamer gelukkig een dekentje meegenomen, waar ze nu al op zaten. Ashton ging nu echter op zijn buik liggen en hij pakte vervolgens het boek van Naylene. Hij klapte het zo open dat als Naylene naast hem zou komen liggen, zij het ook nog prima zou kunnen volgen.
Ashton bekeek de voorkant van het boek en sloeg hem nieuwsgierig open. Het was typisch iets voor Naylene om een boek uit te kiezen wat eigenlijk niks met magie te maken had. Ze was daar altijd wel geïnteresseerd in. Voor haar was magie heel erg normaal. Iets waar ze mee was opgegroeid. Dus als er iets was wat zonder magie werkte, dan verwonderde dat haar altijd. Dat had Ashton wel gemerkt toen hij zijn eigen spullen aan haar probeerde uit te leggen. Het heelal was natuurlijk het grootste voorwerp wat kon werken zonder magie, dus Ashton snapte volledig hoe Naylene bij deze interesse kwam.
‘Had je dit specifiek voor iets uitgezocht, of om gewoon door te lezen?’ Dat deed ze immers best vaak. De boeken die Naylene las, las ze niet alleen omdat ze wilde leren, maar ook omdat ze het heel erg leuk vond. Zelf snapte Ashton het een beetje. Hij las niet heel erg vaak boeken, maar lezen kon wel heel erg leuk zijn. Hij dacht dan eerder aan boeken over fictie, in plaats van wetenschappelijke boeken, zoals het boek wat hij voor zich had.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.


18