schreef:
Hij vond het lief als Lily hem een kusje gaf. Het was anders dan gewoonlijk. Haar kusjes waren lief, teder zelfs. Ze deed het niet voor de kick of omdat het sexy was, maar omdat ze het fijn vond om dichtbij hem te zijn. Ze vond hem leuk. Ze had hem al verteld dat het zo was. Het verbaasde hem.
'Ik zal dat vaak zijn, dat weet je toch?' vroeg hij met een grijns. Ze hoorde ondertussen toch wel te weten dat hij haar ontzettend sexy vond. Vanaf het eerste moment had dat toch al wel duidelijk moeten zijn. Als het mogelijk was iemand uit te kleden met je blik, had hij haar al tientallen keren volledig uitgekleed. Dat was simpelweg wat ze deed met hem.
'Wil je mij graag?' vroeg hij geamuseerd. Hij wist dat hij haar heel graag wilde, maar hij wist niet hoe dat andersom zat. Hij wilde haar zo graag dat zijn handen er bijna van begonnen te jeuken. Hij wilde haar lichaam het liefst zo dicht mogelijk bij het zijne, zo lang mogelijk. Hij wilde alles aanraken en hij wilde haar horen. Hij wilde alles. Hij schudde echter zijn hoofd toen ze hem vragend aankeek, het was niet belangrijk.
'De brandtrap is gewoon fijner,' zei hij schouderophalend. Het was rustig en niet iedereen zag hem lopen. Hij schaamde zich er helemaal niet voor om naar Lily te gaan, maar hij had liever niet dat iemand in zijn buurt wist waar hij naartoe ging. Hij wilde dat Lily veilig bleef en dat er niet ineens mensen voor haar deur zouden staan.
Hij glimlachte even toen Lily een klagend geluidje maakte, ze vond het blijkbaar fijn om op zijn borstkas te liggen. Zijn borstkas was hard, het kon onmogelijk fijn liggen. Haar borstkas daarentegen..
Hij knikte toen hij haar woorden hoorde en zuchtte, waarna hij naar haar opkeek. Hij moest haar toch iets vertellen, anders zou ze er waarschijnlijk snel genoeg van krijgen. Als hij alles elke keer zou weigeren, zou ze er nooit iets van begrijpen.
'De zwarte vogel staat voor de dood en de gebroken klok voor alle tijd die ik nog heb, maar die ik helemaal niet wil,' zei hij, waarna hij weer ging liggen en naar Lily keek.
'Ik heb altijd een heel erg ongelukkig leven gehad, Lils. Ik weet gewoon niet of het leven echt iets voor mij is. Momenteel gaat het allemaal wel oké, maar ik weet nooit hoe lang dat duurt.' Hij hief zijn schouders op. Zij was de psycholoog, waarschijnlijk zou ze toch direct aan allemaal stoornissen denken. Hij wist niet of hij ze had, maar hij geloofde er wel in. Normale mensen waren niet zo destructief als hij was en ze dachten niet zoals hij dacht. Hij was altijd omgeven door ongeluk, dat eiste zijn tol. Zelfs als kind was hij nooit echt gelukkig geweest. Wat wilde je ook anders, zonder vader en met een verslaafde moeder. Hij was altijd eenzaam geweest.