schreef:
Even vroeg hij zich af of hij het haar zou zeggen als hij haar nodig had, maar hij kwam al snel tot de conclusie dat hij dat niet zou doen. Hij wilde niet afhankelijk zijn van anderen, hij wilde eigenlijk helemaal niemand nodig hebben. Zijn hele leven had hij alles al alleen gedaan, het wende. Nu kon hij zich niets anders voorstellen. Toch knikte hij maar, in de hoop dat ze daarmee akkoord zou gaan en ze er niet verder op door zou gaan. Ze wist het, maar dat betekende niet dat hij er opeens wel graag over praatte. Hij zou het nog steeds liever niet bespreken.
Een grijns verscheen op zijn gezicht toen hij kippenvel voelde op haar armen en huiveringen door haar lichaam gleden. Het deed hem goed om te weten dat hij iets deed. Hij lachte zachtjes toen ze zachtjes gromde. Dat was sexy. Haar lippen drukte ze al snel weer tegen de zijne en heel even liet hij zijn hand naar haar wang glijden.
Toen ze hem bestudeerde, bestudeerde hij haar ook. De vorm van haar lippen, haar neus, haar ogen. Ze had een mooi gezicht. Haar stem klonk vragend, maar hij wist niet of het een vraag was. Hij besloot het zekere voor het onzekere te nemen en het toch maar als vraag te beantwoorden.
'Nee, ik ga nu niet weg.' Misschien later, als ze graag wilde slapen en wilde dat hij ging. Dan zou hij gaan. Hij prutste een beetje aan haar haar en een fronst verscheen op zijn gezicht toen een rilling door haar lichaam gleed. Hij keek even naar de ruimte tussen hen. Juist ja. Zijn kleren waren nat. Misschien moest hij toch maar haar kleren aantrekken, hij zou wel weer wisselen als hij ging.
'Als het aan mij ligt niet.' Uiteindelijk was zij degene die besloot of ze ruzie zouden hebben. Zij was kwaad geweest, niet hij. Met een zucht liep hij van haar weg, pakte hij de droge kleren en liep hij naar de enige andere deur in haar appartement. De ene deur ging naar de gang, dus de ander moest wel naar de badkamer gaan.
'Ik houd niet van kleine, gesloten ruimtes,' gaf hij toe, voor hij de badkamer in liep. Hij liet de deur op een kier staan. Het was niet alsof hij in paniek raakte als hij opgesloten zat, maar hij voelde zich er gewoon niet zo gemakkelijk bij. Misschien was hij wel claustrofobisch, hij wist het niet. Hij trok zijn shirt over zijn hoofd en trok zijn boek uit, waarna hij de kleren die ze hem gegeven had aantrok. Het paste prima. Het shirt zat misschien iets te strak bij zijn schouders, maar hem hoorde je niet klagen. Zijn haar was al aardig gedroogd. Zijn kleren hing hij over een wasrek, ervan uitgaand dat dat de bedoeling was.
'Had je die kat al?' vroeg hij, toen hij de kamer weer binnen kwam en hij naar de kat op de bank keek. Hij wist zeker dat hij er de vorige keer niet geweest was. Hij ging op de bank zitten en aaide de kat zachtjes, maar liet hem al gauw weer met rust.