Requiem schreef:
Nadat Augustus weg gegaan was, strekte Elias zich uit en ging languit op het bed liggen. Hij kneep zijn ogen dicht en masseerde met zijn vingers zijn slapen. Zijn hoofd stond op het moment om uit elkaar te knallen, iets wat hij vrijwel iedere dag had, omdat hij zich zo moest concentreren om zichzelf te kunnen kalmeren. Hij knarste met zijn tanden en draaide zich om. Hoe ging hij het hier in godsnaam redden? De eenzaamheid overmande hem, het besef dat hij niemand meer had. Ouders die hem verlaten hadden omdat hij te gevaarlijk was en waren geëmigreerd, geen broers of zussen, vrienden die weg waren, dood waren of iets ergers. Zijn grote liefde Sierra die hem niet meer kon omhelzen en hem kon vertellen dat niks goed zou komen en dat de harde waarheid was, maar dat ze elkaar hadden. Hij slikte en zuchtte even. Stoppen met denken Elias, dacht hij bij zichzelf. Hij voelde zich rusteloos en kwam overeind. Hij kraakte zijn nek, rug, zijn vingers en zijn tenen. Zijn geest drukte tegen zijn borst en hij hield zijn hand er tegen om het tegen te houden. 'Niet nu, alsjeblieft, niet nu,' kreunde hij en hij kwam overeind. Hij moest hier weg, hij moest gaan lopen en zichzelf afleiden, maakte niet uit met wat. Hij gooide zijn deur open, keek om zich heen en zijn voeten bewogen zonder dat hij het door had. Hij struinde de gangen door, langs de bibliotheek - hij overwoog even om naar binnen te gaan, maar besloot dat het te druk was. Verder dan maar. Hij vervolgde zijn weg langs de lokalen, keek overal door de ramen in de deuren naar binnen. Eén, twee, drie, vier, hij begon zijn stappen te tellen. Afleiding, afleiding, afleiding, het schoot als een mantra door zijn hoofd. Hij struinde verder en kwam aan bij de tuinen, waar een groot gedeelte prachtig in bloei stond. Zijn voet raakte het gras en hij ademde de frisse lucht in, enkel om door een paar begeleiders er abrupt van weg getrokken te worden. 'Zonder begeleiding zijn de tuinen verboden, zo zijn de regels,' zei één van de begeleiders streng. Als een klein kind werd hij terug gebracht naar zijn kamer en hij schudde zich los van de begeleiders. 'Bedankt,' gromde hij. Vragend keek hij om zich heen, wat moest hij nu gaan doen? Hij schrok op van een vrouwelijke stem en draaide zich om. Een grijsharige jongedame keek hem aan en hij glimlachte zwak. 'Hey, ja, ik ben nieuw,' zei hij. 'Ik ben hier sinds vanochtend aangekomen. Mijn naam is Elias,' zei hij al iets rustiger en hij stak zijn hand uit om zich voor te stellen.