Dauntless schreef:
Zahur had werkelijk geen idee hoe hij dit voor elkaar had gespeeld. Hij had het ding slechts in zijn handen gehad en opeens was er die knal. Het was allemaal zo snel gegaan. Hij probeerde zoveel mogelijk op andere dingen te focussen dan de pijn. Al viel helder nadenken niet bepaald mee. Steeds weer werd hij teruggetrokken naar de stekende pijn, naar de vlek die zich uitspreidde op zijn hemd. Het was goed dat Arwen de leiding nam, hem korte bevelen gaf die hij makkelijk kon opvolgen. Hoeveel bloed zou hij nog kunnen genezen voor het hem wazig voor de ogen zou worden. Nu al voelde hij zijn benen trillen, misschien meer van shock dan van bloedverlies, maar als ze niet snel iets deden zou hij in elkaar stuiken en zijn bewustzijn verliezen.Â
Arwen stak hem een aantal bessen toe. Hij had ze op nog voor Arwen hem had bevolen ze op te eten. Arwen had een enorme kennis. Hij had reeds brouwsels, bessen en kruidenmengsels van veel schunnigere individuen aangenomen zonder zich er al te veel vragen bij te stellen. Daarbij wilde hij alles doen om de pijn te verlichten. "Hoelang voor ze in werking treden?" maar in plaats van te antwoorden, gebaarde Arwen hem te zwijgen. Hij verschool zich met haar in het struikgewas. Terloops wierp hij een vluchtige blik op de plaats waar geluid vandaan kwam. Zijn adem stokte in zijn keel. Met zijn nog gezonde hand viste hij de tarotkaart van eerder uit de lucht en stak deze uit naar Arwen. Hoewel getekend en meer abstract, toch viel de gelijkenissen tussen de reizigers op zijn kaart en diegene die nu voor hem stonden niet te ontkennen. Al leken ze met meer te zijn, of was dat zijn zicht dat troebeler werd. Als ze stil bleven zitten, zouden ze hen misschien gewoon voorbijgaan. Langs de andere kant verloren ze daarmee kostbare tijd. Het werd steeds moeilijker om na te denken. Die bessen deden duidelijk snel hun werk. Zijn spieren ontspanden, de pijn ebde weg, de kleuren van het gebladerte om hem heen leek feller te worden. Met deze nieuwe rust kwam een nieuwe energie. Alsof hij de hele wereld aankon. Als die reizigers dan toch een deel van zijn toekomst uitmaakten, konden ze hem net zo goed helpen. Ze hadden sterke magie ter beschikking dat had hij eerder al gevoeld. Zijn benen werkten in het begin wat tegen, maar het lukte hem toch zijn schuilplaats te verlaten. "Hallo" zei hij haast opgewekt en met dubbele tong, alsof hij geen bloedende hand tegen zijn lichaam aangedrukt hield. "Jij daar" Hij wees naar iemand uit het gezelschap. "Steek je hand eens uit." Het feit dat de militairen die nog bij de groep waren ondertussen hun wapens op hem hadden gericht, merkte hij niet eens op. Â
Zahur had werkelijk geen idee hoe hij dit voor elkaar had gespeeld. Hij had het ding slechts in zijn handen gehad en opeens was er die knal. Het was allemaal zo snel gegaan. Hij probeerde zoveel mogelijk op andere dingen te focussen dan de pijn. Al viel helder nadenken niet bepaald mee. Steeds weer werd hij teruggetrokken naar de stekende pijn, naar de vlek die zich uitspreidde op zijn hemd. Het was goed dat Arwen de leiding nam, hem korte bevelen gaf die hij makkelijk kon opvolgen. Hoeveel bloed zou hij nog kunnen genezen voor het hem wazig voor de ogen zou worden. Nu al voelde hij zijn benen trillen, misschien meer van shock dan van bloedverlies, maar als ze niet snel iets deden zou hij in elkaar stuiken en zijn bewustzijn verliezen.Â
Arwen stak hem een aantal bessen toe. Hij had ze op nog voor Arwen hem had bevolen ze op te eten. Arwen had een enorme kennis. Hij had reeds brouwsels, bessen en kruidenmengsels van veel schunnigere individuen aangenomen zonder zich er al te veel vragen bij te stellen. Daarbij wilde hij alles doen om de pijn te verlichten. "Hoelang voor ze in werking treden?" maar in plaats van te antwoorden, gebaarde Arwen hem te zwijgen. Hij verschool zich met haar in het struikgewas. Terloops wierp hij een vluchtige blik op de plaats waar geluid vandaan kwam. Zijn adem stokte in zijn keel. Met zijn nog gezonde hand viste hij de tarotkaart van eerder uit de lucht en stak deze uit naar Arwen. Hoewel getekend en meer abstract, toch viel de gelijkenissen tussen de reizigers op zijn kaart en diegene die nu voor hem stonden niet te ontkennen. Al leken ze met meer te zijn, of was dat zijn zicht dat troebeler werd. Als ze stil bleven zitten, zouden ze hen misschien gewoon voorbijgaan. Langs de andere kant verloren ze daarmee kostbare tijd. Het werd steeds moeilijker om na te denken. Die bessen deden duidelijk snel hun werk. Zijn spieren ontspanden, de pijn ebde weg, de kleuren van het gebladerte om hem heen leek feller te worden. Met deze nieuwe rust kwam een nieuwe energie. Alsof hij de hele wereld aankon. Als die reizigers dan toch een deel van zijn toekomst uitmaakten, konden ze hem net zo goed helpen. Ze hadden sterke magie ter beschikking dat had hij eerder al gevoeld. Zijn benen werkten in het begin wat tegen, maar het lukte hem toch zijn schuilplaats te verlaten. "Hallo" zei hij haast opgewekt en met dubbele tong, alsof hij geen bloedende hand tegen zijn lichaam aangedrukt hield. "Jij daar" Hij wees naar iemand uit het gezelschap. "Steek je hand eens uit." Het feit dat de militairen die nog bij de groep waren ondertussen hun wapens op hem hadden gericht, merkte hij niet eens op. Â



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.


18
