Amarynthia schreef:
Met haar blik op de grond gericht, luisterde ze naar zijn woorden. Een excuus. De woorden die Nathan hem verteld had, herhaalde hij nu. Zacht en vol spijt probeerde hij haar te overtuigen. Zachtjes kneep hij in haar handen en stond daarbij zijn woorden meer kracht bij. Ze wilde zijn excuses geloven, ze wilde ze aannemen en op een goede manier bij hem weggaan. Tegelijkertijd wilde ze tegen hem schreeuwen, wilde ze hem duidelijk maken dat hij nooit de ware voor haar zou zijn. Hun toekomst was weg. Er was zelfs een klein deel in haar dat haar dolk erbij wilde pakken. Ze wilde het lemmet in zijn lichaam steken. Niet om wat hij net had gedaan. Niet omdat ze zo boos was op Elliott, maar omdat ze een wrok had tegen haar vader. Ze was ook boos op Elliott, maar met zijn act van zojuist had hij herinneringen naar boven gebracht die ze lange tijd weggestopt had. De wrok tegenover haar vader was gegroeid en daar kwam het verlangen vandaan om bloed te zien stromen. Een gevoel van lust die haar beangstigde.
Kayra trok haar handen uit de greep van Elliott. ‘Voor zonsondergang zijn we weg.’ Haar stem klonk zoals ze van haarzelf gewend was: kil en afstandelijk. Ze rechtte haar rug, hief haar kin en keek naar Nathan.
Opnieuw pakte Elliott haar handen vast. ‘Kayra, alsjeblieft. Het spijt me! We kunnen hier samen uitkomen. Geef het een kans…’
Ruwer dan de vorige keer, trok Kayra haar hand uit zijn greep. ‘Het zou nooit gewerkt hebben tussen ons. Het is tijd dat onze wegen zich scheiden van elkaar.’
Ergens vond ze het moeilijk om de herberg achter haar te laten. Zowel Allysin als Elliott hadden veel voor haar betekend. Ze had hier geleerd hoe een normaal leven eruit zou zien, hoe zij een normale vrouw moest zijn. Maar tegelijkertijd keek ze ernaar uit om samen met Nathan op pad te gaan. Om een nieuw leven te omarmen. Met hem wilde ze een toekomst opbouwen, misschien zelfs een gezin. Hij liet haar dromen over dingen waar Kayra nooit bij stil had gestaan en daar was ze hem dankbaar voor.
Elliott zette een stap naar voren. Haar woorden leken hem wel iets te doen. Hij had hun toekomst voor zich gegaan en erin geloofd. Al vanaf het moment dat Nathan een eerste stap in de herberg zette, had hij geweten dat ze voor Nathan zou gaan. Al die tijd hadden zijn vermoedens het bij het rechte eind en nu kwam hij zijn angst onder ogen. Ze ging bij hem weg, zodat ze bij Nathan kon zijn. Naast zijn verdriet zag ze ook woede terug in zijn ogen. Iets wat ze hem niet kon verwijten. In zijn schoenen zou ze zich hetzelfde gevoeld hebben. Maar ondanks zijn gevoelens, hield hij zich in. De woorden van Nathan hadden zijn werk gedaan, het was haast alsof hij gehypnotiseerd was. Alsof hij niet eens in staat was om nog een keer boos op haar te worden.
Hij knikte. ‘Ik begrijp het.’ Zijn stem brak, maar hij liet het niet merken. ‘Mocht je ooit nog iets nodig hebben, dan wacht ik hier op je.’
Kayra forceerde een glimlach. ‘Ik zal het onthouden.’
De jongeman zuchtte zachtjes waarna hij zich omdraaide en richting de herberg liep. Elke stap die hij wegzette, leek Kayra meer moeite te hebben om haarzelf groot te houden. Ze had een brok in haar keel, maar weigerde om een traan te laten om zoiets stoms. Ineens voelde ze Nathans warme handen op haar lichaam. Hij trok haar zachtjes tegen zich aan en streelde zachtjes door haar haren.
Ze wist dat dit een moment was dat ze haarzelf zou mogen laten gaan. Voor Nathan maakte het niks uit als ze nu in zijn armen in huilen uitbarstte. Maar ze kon het niet. Het was niet Nathan tegenover wie ze zich wilde bewijzen, maar haarzelf. Ze wilde sterk zijn. Ze wilde niet huilen om een zachte klap. Ze had ergere dingen doorstaan, waarom maakte dit haar dan zo emotioneel?
Kayra slikte en probeerde haar gedachten ergens anders op te richten. ‘En nu?’ fluisterde ze.
‘Je vertelde dat je een plek had die je nog graag wilde bezoeken.’
Niet nu. Ze kon hem niet onder ogen komen, niet nadat ze een verlangen had gehad een dolk in zijn torso te steken. Niet nadat de schreeuwende woorden van Elliott haar terugbrachten naar een verleden die ze liever vergat. Ze wilde haar vader bezoeken, maar daarvoor moest ze sterk zijn. Daarvoor moest ze haarzelf onder controle hebben dat was iets wat nu niet het geval was.
‘Ja, maar het ver reizen. Misschien kunnen we eerst een dorp in de buurt opzoeken en daar een spaarpotje opbouwen? Dan kunnen we daarna rondreizen. Misschien kunnen we zelfs de zee oversteken.’
Nathan liet haar los. Een hand plaatste hij op haar schouder, terwijl hij haar kin met zijn andere hand optilde. ‘Klinkt goed.’ Hij boog zich naar haar toe en kuste zacht haar lippen. Een aanraking die ervoor zorgde dat Kayra verlangde naar meer. Ze wilde troost vinden in zijn aanrakingen, ze wilde zijn naakte lichaam voelen tegen de hare. Liefkozend en tegelijkertijd vurig. Maar ze hield zich in.
De blik van Nathan was bezorgd. Ze kon zien dat hij het wilde vragen, maar ze wist ook dat hij haar gevoelens wilde respecteren en zich niet op wilde dringen. Kayra pakte zijn hand vast en verstrengelde hun vingers. ‘Het is oké, Nathan. Maak je geen zorgen. Ik wil nog even gedag zeggen tegen Allysin. Zullen we daarna gaan?’
Ze had willen zeggen dat ze haar spullen nog wilde pakken, maar de waarheid was dat alle spullen die ze hier gebruikt had, niet van haar waren. Ze was met lege handen aangekomen, dan kon ze niet met gevulde handen weggaan. Nathan had wel enkele spullen. In de tijd dat hij zijn spullen pakte, kon zij Allysin gedag zeggen. Al had ze nog geen idee wat ze zou moeten zeggen.
Met haar blik op de grond gericht, luisterde ze naar zijn woorden. Een excuus. De woorden die Nathan hem verteld had, herhaalde hij nu. Zacht en vol spijt probeerde hij haar te overtuigen. Zachtjes kneep hij in haar handen en stond daarbij zijn woorden meer kracht bij. Ze wilde zijn excuses geloven, ze wilde ze aannemen en op een goede manier bij hem weggaan. Tegelijkertijd wilde ze tegen hem schreeuwen, wilde ze hem duidelijk maken dat hij nooit de ware voor haar zou zijn. Hun toekomst was weg. Er was zelfs een klein deel in haar dat haar dolk erbij wilde pakken. Ze wilde het lemmet in zijn lichaam steken. Niet om wat hij net had gedaan. Niet omdat ze zo boos was op Elliott, maar omdat ze een wrok had tegen haar vader. Ze was ook boos op Elliott, maar met zijn act van zojuist had hij herinneringen naar boven gebracht die ze lange tijd weggestopt had. De wrok tegenover haar vader was gegroeid en daar kwam het verlangen vandaan om bloed te zien stromen. Een gevoel van lust die haar beangstigde.
Kayra trok haar handen uit de greep van Elliott. ‘Voor zonsondergang zijn we weg.’ Haar stem klonk zoals ze van haarzelf gewend was: kil en afstandelijk. Ze rechtte haar rug, hief haar kin en keek naar Nathan.
Opnieuw pakte Elliott haar handen vast. ‘Kayra, alsjeblieft. Het spijt me! We kunnen hier samen uitkomen. Geef het een kans…’
Ruwer dan de vorige keer, trok Kayra haar hand uit zijn greep. ‘Het zou nooit gewerkt hebben tussen ons. Het is tijd dat onze wegen zich scheiden van elkaar.’
Ergens vond ze het moeilijk om de herberg achter haar te laten. Zowel Allysin als Elliott hadden veel voor haar betekend. Ze had hier geleerd hoe een normaal leven eruit zou zien, hoe zij een normale vrouw moest zijn. Maar tegelijkertijd keek ze ernaar uit om samen met Nathan op pad te gaan. Om een nieuw leven te omarmen. Met hem wilde ze een toekomst opbouwen, misschien zelfs een gezin. Hij liet haar dromen over dingen waar Kayra nooit bij stil had gestaan en daar was ze hem dankbaar voor.
Elliott zette een stap naar voren. Haar woorden leken hem wel iets te doen. Hij had hun toekomst voor zich gegaan en erin geloofd. Al vanaf het moment dat Nathan een eerste stap in de herberg zette, had hij geweten dat ze voor Nathan zou gaan. Al die tijd hadden zijn vermoedens het bij het rechte eind en nu kwam hij zijn angst onder ogen. Ze ging bij hem weg, zodat ze bij Nathan kon zijn. Naast zijn verdriet zag ze ook woede terug in zijn ogen. Iets wat ze hem niet kon verwijten. In zijn schoenen zou ze zich hetzelfde gevoeld hebben. Maar ondanks zijn gevoelens, hield hij zich in. De woorden van Nathan hadden zijn werk gedaan, het was haast alsof hij gehypnotiseerd was. Alsof hij niet eens in staat was om nog een keer boos op haar te worden.
Hij knikte. ‘Ik begrijp het.’ Zijn stem brak, maar hij liet het niet merken. ‘Mocht je ooit nog iets nodig hebben, dan wacht ik hier op je.’
Kayra forceerde een glimlach. ‘Ik zal het onthouden.’
De jongeman zuchtte zachtjes waarna hij zich omdraaide en richting de herberg liep. Elke stap die hij wegzette, leek Kayra meer moeite te hebben om haarzelf groot te houden. Ze had een brok in haar keel, maar weigerde om een traan te laten om zoiets stoms. Ineens voelde ze Nathans warme handen op haar lichaam. Hij trok haar zachtjes tegen zich aan en streelde zachtjes door haar haren.
Ze wist dat dit een moment was dat ze haarzelf zou mogen laten gaan. Voor Nathan maakte het niks uit als ze nu in zijn armen in huilen uitbarstte. Maar ze kon het niet. Het was niet Nathan tegenover wie ze zich wilde bewijzen, maar haarzelf. Ze wilde sterk zijn. Ze wilde niet huilen om een zachte klap. Ze had ergere dingen doorstaan, waarom maakte dit haar dan zo emotioneel?
Kayra slikte en probeerde haar gedachten ergens anders op te richten. ‘En nu?’ fluisterde ze.
‘Je vertelde dat je een plek had die je nog graag wilde bezoeken.’
Niet nu. Ze kon hem niet onder ogen komen, niet nadat ze een verlangen had gehad een dolk in zijn torso te steken. Niet nadat de schreeuwende woorden van Elliott haar terugbrachten naar een verleden die ze liever vergat. Ze wilde haar vader bezoeken, maar daarvoor moest ze sterk zijn. Daarvoor moest ze haarzelf onder controle hebben dat was iets wat nu niet het geval was.
‘Ja, maar het ver reizen. Misschien kunnen we eerst een dorp in de buurt opzoeken en daar een spaarpotje opbouwen? Dan kunnen we daarna rondreizen. Misschien kunnen we zelfs de zee oversteken.’
Nathan liet haar los. Een hand plaatste hij op haar schouder, terwijl hij haar kin met zijn andere hand optilde. ‘Klinkt goed.’ Hij boog zich naar haar toe en kuste zacht haar lippen. Een aanraking die ervoor zorgde dat Kayra verlangde naar meer. Ze wilde troost vinden in zijn aanrakingen, ze wilde zijn naakte lichaam voelen tegen de hare. Liefkozend en tegelijkertijd vurig. Maar ze hield zich in.
De blik van Nathan was bezorgd. Ze kon zien dat hij het wilde vragen, maar ze wist ook dat hij haar gevoelens wilde respecteren en zich niet op wilde dringen. Kayra pakte zijn hand vast en verstrengelde hun vingers. ‘Het is oké, Nathan. Maak je geen zorgen. Ik wil nog even gedag zeggen tegen Allysin. Zullen we daarna gaan?’
Ze had willen zeggen dat ze haar spullen nog wilde pakken, maar de waarheid was dat alle spullen die ze hier gebruikt had, niet van haar waren. Ze was met lege handen aangekomen, dan kon ze niet met gevulde handen weggaan. Nathan had wel enkele spullen. In de tijd dat hij zijn spullen pakte, kon zij Allysin gedag zeggen. Al had ze nog geen idee wat ze zou moeten zeggen.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.


20