Ae probeert me echt te laten praten. Het is lief. 'Ja ik ook wel,' zeg ik dan zachtjes. Ik wil er echt niet aan blijven denken aan wat er morgen gaat gebeuren.
Ik glimlach dan zachtjes en ik kijk naar het eten. Ik doe dan in stilte verder. Ik kan veel moeilijker praten dan hiervoor en het zingen begint zachtjes te komen.
Ik glimlach als ze begint te neuriën. Ik herken het liedje. Ik wil meezingen, maar kan het nu nog niet, nu niet, straks misschien wel ik ga wel nog zien.