Paran0id schreef:
Haar zoeken werd door hem genegeerd. Hij kon het niet in zich opnemen het verder te volgen, in alle wantrouwigheid voor haar ontsnapping. Het was een verloren zaak om zijn aandacht te proberen erbij te houden, een poging die vast en zeker zou mislukken, nu hij een van zijn vertrouwde voorwerpen terug had gevonden. Gelovende dat hij Kristina's gestalte weer voor zich kon zien. Zijn ogen bleven eraan gelinkt alsof het alles was dat hij kon zien. Het papier ietwat recht getrokken onderwijl hij het op zijn beide bovenbenen liet steunen, zijn handpalmen in aanraking gekomen met de rand van zijn sportbroek, maar geen beweging werd voortgebracht. Zelfs toen hij haar bedankje hoorde en haar voetstappen van hem weg werden geleidt, bleef zijn concentratie als de dood bij met meisje op het papier. De jongen in de deuropening werd met een kortzichtige "oprotten" weggestuurd.
Zijn oogleden liet hij zuchtend sluiten. Herinneringen werden gewilllig toegelaten, haar stemgeluid door zijn oren gesuisd indien hij in een kwestie van seconden een nieuw papier in zijn hand had. Uit impulsiviteit schetsten zijn vingers door middel van het potlood de lijnen van een prachtig beeld. Hij zag hoe ze zich altijd bevond op de vensterbank op zijn oude kamer, zittende tegen het raam met haar glunderende, groene ogen gestaard naar het bos. Ze had hem verteld dat ze droomde van het bos. Hoe haar ouders het haar alsmaar hadden verboden het te betreden, vanwege de verhalen van de mysterieuze wezens en het gevaar van de rovers, maar ze alsnog ooit het gebied wilde bezoeken. Ze voelde zich er het fijnst, had ze hem verteld. Op haar gemak, onbekeken en de vredige sfeer die er heerste, maakte haar gelukkig. Hij kon het zich inbeelden. Haar haar, dansend achter haar gedaante bij het rondlopen van het woud. De watervallen die een grote glimlach konden doen ontstaan op haar gezicht. Het maakte hem ergens gelukkig. Het liet hem ook glimlachen bij de gedachte aan haar vrolijkheid, maar met de secondes waarin hij zijn ogen weer liet openen, was het verdwenen. Kijkende naar het gecreëerde beeld voor hemzelf, kon hij niet anders dan het treurige gevoel weer omhoog voelen kruipen. De woorden door zijn gedachten gegalmd alsof hij terug was in die tijd. Hij beet op zijn lip, liet de tekst op de achterkant van de oude tekening uit zijn zicht verdwijnen door het om te draaien, en met een lichte windvlaag kwamen beide papieren op de grond terecht. Duf sloeg hij zijn armen rond zijn opgetrokken bovenbenen. "Het zijn maar hallucinaties.." mompelde hij zacht tegen zichzelf. "Het is niet echt."
I hear voices, awoken from my sleep
I'm haunted by the thoughts, that creep
If the earth quakes now, buildings fall
I'm pulling pictures off from our walls, 'til you say
Here, here I am
Oh, and here, here I am
Oh, oh