schreef:
Zo lang hij zich kon herinneren, was zijn moeder een hoopje ellende geweest. Ze was nooit in staat geweest voor hem te zorgen. Nog steeds vroeg hij zich af hoe hij het had overleefd tot zijn kleutertijd. In die tijd was hij volledig afhankelijk geweest van zijn moeder, niet eens in staat om te lopen. Op een of andere manier had hij dat overleefd.
'Gelukkig kerstfeest, mam,' verzuchtte hij, terwijl hij de opslagplaats in liep. Zijn moeder beefde, wat niet zo gek was als je je bedacht dat het vroor en dat ze geen goede kleding had. Hij had wel eens kleren voor haar gekocht, maar haar kleding hield het nooit lang vol, niet met het leven dat ze had. Ze keek op naar hem, waarna ze in huilen uitbarstte. Dat deed ze vaak als hij langskwam. Hij wist dat dit niet het leven was dat ze wilde, ze wilde niet verslaafd zijn, maar ze kon er ook niets meer aan doen. Haar lichaam was verslaafd, stoppen zou waarschijnlijk haar dood betekenen. Doorgaan betekende uiteindelijk ook haar dood. Hij ging bij zijn moeder zitten en staarde voor zich uit terwijl zijn moeder snikte. Zijn moeder vond het niet fijn als hij haar aanraakte, ze was bang voor hem. Voor iedereen. Hij wist niet wat ze zag als ze gebruikt had, maar het kon niet prettig zijn.
'Ik heb geld nodig,' huilde zijn moeder zacht. Soms leek ze er niet eens bewust van te zijn dat hij het was, alsof ze hem niet echt zag. Vandaag was weer zo'n dag. Ze wist dat er iemand was, maar niet dat hij het was.
'Heb je gebruikt vandaag?' Zijn moeder reageerde niet, maar duwde haarzelf wel van hem weg, waarna ze een stukje verderop ging zitten en bleef snikken. Hij gaf haar geen geld, hij stond niet achter haar gebruik. Bovendien, zelfs als hij het zou willen, had hij het geld niet. Zijn moeder probeerde overeind te komen, maar het lukte haar niet. Ze begon nog harder te snikken.
'Ik heb eten voor je meegenomen. Ik laat het wel hier achter voor als je je straks beter voelt,' mompelde hij. Hij legde de zak met broodjes op een paar blokken hout en kwam overeind, waarna hij een deken van tussen een paar blokken hout vandaan toverde. Hij had zijn moeder al tientallen keren verteld dat hij daar een deken neergelegd had, maar het leek nooit binnen te komen. Toen hij bij zijn moeder aankwam, weigerde ze echter de deken aan te nemen. Een gefrustreerde zucht gleed over zijn lippen.
'Kom op, je vriest nog eens dood,' gromde hij, terwijl hij haar dwong onder de deken te gaan zitten. Ze vond het niet leuk, maar uiteindelijk negeerde ze het maar gewoon.