schreef:
Geërgerd sta ik op. "Prima, maar met deze houding is je overlevingskant echt heel klein." Na dat gezegd te hebben loop ik bij haar vandaan en keer terug naar de homestead. Wat een eigenwijs mens, daar heb ik totaal geen trek in. Het enige waardoor ik een sterk gevoel heb dat ik moet terugkeren en hoewel het nep zou zijn er alles aan zou moeten doen om haar mij te laten vergeven, is het zinnetje wat ze zei over informatie die zij heeft. Er knaagt iets aan mijn onderbuik, als de scheppers iemand gestuurd hebben met een boodschap moeten wij deze te weten komen voordat er erge dingen gaan gebeuren waar wij ons totaal niet op voorbereid hebben. Als ze als horde kinderen in een onbekende plek zonder geheugen plaatsen met een labyrint om hen heen waar grievers in zitten, tot hoe ver zijn zij in staat ons leven te vernielen? Zenuwachtig loop ik naar binnen en verwacht direct uitgehoord te worden, maar in plaats daarvan staan Jeff en Clint met een brede glimlach voor mij. "Wat is er met jullie?" Mompel ik. "Het is Ben, hij is genezen." Ongelovig sta ik op, als het echt door haar wondermiddeltje komt betekend het dat het enorm snel heeft geholpen. "Maar hij is nog zwak!" Roepen ze mij achterna wanneer ik Bens kamer in loop. Bezweet zit hij rechtop in bed en zijn ogen kijken vermoeid naar voren. "Hé Ben, makker." Zeg ik zacht en ga op een stoel naast zijn bed zitten. Hij kijkt mij niet aan. Hij reageert sowieso niet op mij. "Ben, wat is er?" Vraag ik zenuwachtig, bang dat hij toch zijn trekjes terug zal krijgen en mij aanvalt. "Monsters, allemaal monsters!" Roept hij met tranen in zijn ogen. "Herinneringen, vage beelden, de scheppers, alles komt terug." Mompelt hij met trillende stem. "Heb je, heb je herinneringen terug?" Vraag ik verwonderd en spring direct op. "Wat heb je gezien, wat weet je nog? Ben vertel het!" "Het is, het is vreselijk. Ik kan er niet over praten." De moed zakt mij in de schoenen. Eindelijk had ik hints verwacht, een antwoord op verschillende vragen. Maar als Ben niet mee wilt werken is het over, dan zijn we weer waar we gebleven waren. Nergens. "Kun je niet..." "Laat het, Newt! Ik deel deze bende niet met jullie." Zegt hij geërgerd en kijkt mij voor het eerst aan. "Ik wil het vergeten." Is het laatste wat ik zeg. Langzaam strompel ik de kamer uit.