Je hebt nog niet gereageerd op het forum.

Hier komen de laatste 3 forum topics te staan
waarop je hebt gereageerd.
+ voeg shout toe
Cool.dus.niet
Ik geef random sets weg, want vp bday!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.

Klik hier om een gratis account aan te maken en ik leg je uit hoe jij je eerste fans en popdollars verdient.
> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald.

Forum

ORPG < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
RPG ► I smell brains ► Schrijftopic
Tim
Minister of Pop



Verhaallijn: De zombie apocalyps is net begonnen en de karakters moeten zien te overleven.
Het is zeer vrij en iedereen kan doen waar hij of zij zin in heeft.

tuurlijk zijn er wel een aantal regels:
- Je maakt niet de andere speler af, door ze dood te laten gaan door zombies of iets dergelijks.
- Er wordt veel besproken op dit forum zodat je niet voor vervelende verrasingen komt te staan.
- Geen toevallige voorraadplekken met een overvloed aan voedsel en wapens.
- Gebruik je gezond verstand en als je twijfelt vraag het altijd even na
- Heb er plezier in en houdt het gezellig voor anderen.

Solliciteren:
Aangezien dit een hele vrije verhaallijn is, zou iedereen op elk moment kunnen inspringen, wil je meedoen? Stuur dan een mailtje naar: Tim of RedFeather, en wij zorgen ervoor dat je klaargestoomt wordt om mee te kunnen doen.

De vaste volgorde:
[_____]Carlos----------Tim
[_____]Madison----------Vasilissa
[X____]Aaron----------Redfeather

[_____]Liv----------Amicizia
[_____]Noëlle----------Rosalie33
[_____]Ezra----------Dauntless
[_____]Jane----------Ceres
[_____]Ethan----------Varamyr
[_____]Stefan----------Lespoir

-Yuki Maci----------Yuki Maci
- Rami-----------WyrdaElda


het 5 strikes, you're out sytseem:

Iedereen krijgt 24 uur de tijd om te reageren, heb je het even druk? Geen zorgen, als je dit meld krijg je 24 uur extra, totaal 2 dagen dus. Ga je over de grens heen, dan is de volgende aan de beurt en heb je 1 strike.
Heb jij de komende tijd een druke agenda en helpt de extra 24 uur niet? Dan kan je gewoon zeggen dat je deze ronde even overslaat en dan kan je de volgende ronde gerust weer meedoen. Hierbij worden geen strikes gegeven.

BELANGRIJK: Mail na je bericht altijd de eerst volgende in de volgorde, als je overgeslagen wil worden, mail dan ook de volgende.

We zullen niet op de seconde gaan tellen wanneer je tijd om is, maar dit is om het zo min mogelijk dood te laten lopen.
Je strikes worden weergegeven in het eerste bericht van beide topics, en komen direct achter je naam in de volgorde te staan.
Bij 5 strikes lig je uit de groep.

Wanneer het vaak voorkomt dat je overgeslagen wil worden zal je eventueel ook een strike kunnen krijgen.
3x overslaan = 1 strike
Tim
Minister of Pop



Carlos:

Uit het raam van de keuken zag ik allemaal politie-auto's. Dat is nog nooit gebeurt, omdat er in mijn dorp niets spannends, boeiends of interressants plaatsvind. Hooguit een zakkenrollerszaak, maar daar merk je nooit wat van. Hier is er wel duidelijk wat aan de hand, maar ik wist niet wat. De spanning drong tot mij door en ik wilde naar buiten gaan om te kijken wat er gebeurde, maar iets in mij wist dat dat geen goed idee was. Ik zette de televisie aan en die sprong gelijk over naar de lokale zender. Op elk net werd hetzelfde nieuws weergegeven. Ik drukte op het knopje waarmee het geluid harder werd gezet en gelijk hoorde je de paniek in de stem van de vrouw. Ze had zwart haar, wat in een simpele haardonut zat, alsof er niet genoeg tijd was om het mooi te presenteren. "Dit is geen oefening. Sluit uw ramen en deuren meteen!" Beveelde de vrouw. Ik deed precies wat ze zei en deed alle ramen dicht en deuren op slot. Op dat moment kwamen mijn zusje en broertje naar beneden. Greg was achttien jaar, precies twee jaar en twee maanden jonger dan ik. Hij loopt net zoals ik vaak te stressen om de meest kleine en simpele dingen. Dan had je ook nog Cecily, we noemen we haar altijd Cece, maar zij is altijd het prinsesje geweest, ook nu ze al zestien is, zij is het type wat liever een duur kledingstuk heeft dan drie goedkopere. Wat de situatie nog enger voor mij maakte is dat onze ouders een weekendje weg waren, wat betekende dat de oudste voor de jongste moest zorgen. Simpel gezegt kwam het neer op dat ik de pineut was er er wat met Greg en Cece gebeurde. In een reflex trok Cece haar telefoon en begon op te zoeken wat er aan de hand is. Ik hoorde geschreeuw van buiten en iedereen schrok en keek dezelfde kant op. Die van de voordeur. "Zombies!" Schreeuwde Cece. "Even serieus nu Cece!" Liet Greg zich hoorbaar maken. "Nee! Echt!" Schreeuwde ze. Deze keer met een intensiteit in haar ogen, wat het deze keer wel geloofwaardig maakte. Ze draaide haar scherm zodat wij de plaatjes konden zien. "We moeten nu gaan. Nu!" Commandeerde ik. Iedereen schoot een andere kant op om de meest belangrijke spullen te pakken. Niet dat wij wisten wat we wel en niet moesten meenemen in en apocalyps, maar we namen zoveel als we konden mee. Na een kleine twee minuten stonden we bij de voordeur en op het moment dat ik de deurklink vastgreep sprong er een gezicht voor het glazen raampje naast de deur wat ons drieen verraste. "Een zombie!" Schreeuwden we alle drie, alsof we de anderen moesten uitleggen wat we zagen.
Anoniem
Landelijke ster



Madison.

Keiharde muziek drong door tot haar oren, het moment dat ze de deur van de kelder in een ruk opentrok. Het gekraak wat het met zich meebracht was normaal zo irritant dat zelfs haar broer haar beveelde om het rustig te openen, maar dit keer was er geen ander geluid te bekennen dan de denderende beat. Zelfs het kabaal van de traptreden die ze afrende was onhoorbaar geworden. "Anthony!" schreeuwde ze zo hard als ze kon door de kelderruimte, terwijl ze hijgend probeerde op adem te komen. "Anthony, we moeten weg!" In haar hand had ze een keukenmes geklemd, nog brandschoon hoewel ze hoopte dat het zo bleef. Het nieuws had zij wel meegekregen maar haar broer integendeel was alleen bezig geweest met zijn trainingen. Hij was zo diep weggezonken in zijn concentratie dat ze zelfs de luide muziek uit moest zetten voordat hij dan eindelijk reageerde op haar geschreeuw.
"Wat doe je?" vroeg hij haar verontwaardigd. Zijn handen balde hij tot vuisten, zich in een razendsnel tempo omgedraaid tot ze recht in zijn boze gezicht keek. Madison wist af van zijn problemen om met woede om te gaan, ondanks dat ze er vaak niet meer op uit deed dan zich in proberen te houden en hopen dat het weg zou vagen. Haastig pakte ze dan ook zijn arm beet waarna ze hem achter haar aan sleurde. Hem uitleggen wat er aan de hand was was verspilde tijd en ze wist dat, wanneer ze het erop zou wagen, hij haar niet zou geloven. Anthony geloofde alleen wat hij met zijn eigen ogen zag, wat maakte dat ze ervan overtuigd was dat ze hem de bloeddorstige wezens moest laten zien voordat hij zijn koppigheid opzij zou zetten. Hij bleek er echter anders over te denken, zijn arm binnen seconden fel uit haar greep getrokken. "Ik heb geen tijd voor onzin, Maddy." Hij zette een paar passen achteruit en bekeek haar stug alsof ze een of andere veroordeelde crimineel was. De blik in zijn ogen vertelde haar meer dan de woorden die hij binnenhield, ooit hadden kunnen doen. Natuurlijk vond hij dat de trainingen voor gingen in plaats van zijn bloedeigen zusje. Wat had ze dan gedacht?
"Kom nou!" siste ze hem gefrustreerd toe, volgend door zijn arm die ze weer stevig vastpakte om hem deze keer wél over te halen. Ze trok hem hardhandig met haar mee naar boven. Deze keer protesteerde haar broer gelukkig niet en in een fractie stonden ze beide in de stille kamer. Vele meubelstukken stonden in hun weg om het uitzicht door de ramen te kunnen zien, al was slechts het kleine keukenraam waar haar en mede zijn ogen naartoe werden getrokken. Ze zag zijn gezicht bijtrekken, geen spoor meer te bekennen van zijn eerdere woede. Zijn ogen verwijdden zich al kijkende naar alles wat zich afspeelde buiten het huis. Tientallen bloederige lichamen verzamelden zich bij het raam, hun huid zo bleek en toegetakeld dat ze niet anders kon dan denken dat dit de hel was waar ze in terecht waren gekomen. Stilzwijgend keek Madison toe hoe hij zijn vingertoppen ongelovig over het dikke glas liet glijden.
"W-Wat zijn dat?"
Fem
Popster



Aaron ~

Ik zuchtte. Mijn adem projecteerde zich op het glazen lijstje wat ik in mijn handen had. In het lijstje zat een foto van mij en mijn beste vriend. Hij was één van de eerste slachtoffers die de zombies hadden gemaakt. Ik had geleerd mijn emoties binnen te houden. Ik wilde schreeuwen, alles kapot slaan en wegrennen. Maar dat deed ik niet. In plaats daarvan zat ik op mijn bed, kijkend naar de jongen die altijd in mijn leven was  geweest, al sinds ik 3 jaar was. Hij was de enige die ik echt vertrouwde, de enige die ik alles kon vertellen en waarvan ik wist dat hij nooit iets door zou vertellen. Maar nu was hij weg, en hij zou nooit meer terug komen. Wat moest ik nu? Wat werd er nu van mij verwacht? Ik was maar een jongen van 19 zonder diploma. De enige school die ik ooit af had gemaakt was de basisschool. Zelfs daarvan wist ik nog maar heel weinig. Ik kon niet rekenen, was enorm slecht in spelling en de rest was flauwekul voor mij. Mijn gedachten flitsten door mijn hoofd. Wat ging ik doen? Hoe wilde ik dat doen? Zou ik volgende week nog in leven zijn? Die laatste vraag boeide mij eigenlijk niet zoveel meer. Ik had niemand meer, ik had niets meer. Terwijl overal mensen uit hun huis vluchtten zat ik daar maar met dat lijstje in mijn hand. Ik was compleet nutteloos. Bij dat punt flitste de belangrijkste zin door mijn hoofd die ik ooit van had gehoord. Mijn vader had ooit, lang geleden, tegen mij gezegd: "Als je ooit twijfelt of je iets wil doen maar je kan het wel; doe het dan gewoon. Laat jezelf zien". Ik stond op en huiverde. Ik wist niet waar mijn vader was, dat wilde ik ook helemaal niet weten, maar ik wist wel dat ik hem haatte. Ik haatte alles aan hem wat hij deed. Praten, lopen, ademen, alles stoorde mij aan hem. Maar als er één ding was waar hij gelijk in had, dan was het die zin. Ik moest weg. Ik pakte mijn rugzak en deed daar alles in wat ik nodig had. De foto van mij en mijn beste vriend, wat haarlak, een borstel en een brood. Ik liep naar de voordeur en bewoog mijn hand naar de klink. Shit. Snel rende ik nog even naar mijn kamer om mijn zwaard te pakken, al hoopte ik van harte dat ik die nooit nodig zou hebben. Ik klikte hem aan mijn riem en ging dan eindelijk weg. Ik deed dit niet voor mezelf, niet voor mijn vader of de rest van mijn verschrikkelijke familie. Ik deed dit voor mijn beste vriend. Hoe durfden ze hem te vermoorden.
Anoniem
Wereldberoemd



Oliva ~

Had net het nieuws gezien " Zombies" . Ik stond op en ging naar de kast van m'n vader die gestorven is. "Ik doe dit voor jou papa, de wereld zuiveren om jou dicht bij mij te hebben. Mis je zo erg!" zei ik fluisterend tegen een kast waar zijn foto en wapen lag. Nam de sleutel van m'n nek af en deed de deur open voor papa zijn wapen te nemen en de kogels. Ik liep snel naar m'n kamer voor mijn rugzak, alles erin te steken wat ik nodig had om te overleven " kogels check, flesjes water check, ontbijt repen check, zaklamp met extra batterijen check... Nu heb ik alles zeker" zei ik tegen mezelf. Momenteel ging ik even naar beneden om alles af te sluiten en om even te denken aan m'n vader. Ik had nooit een leuke tijd gehad hier, geen vrienden geen plezier alleen maar m'n vader en ik. Door hem ben ik begonnen te leren om gaan met wapens maar zijn Combat shotgun kan ik heel goed mee omgaan, zeker omdat m'n vader een design heeft opgemaakt. Een fel roze Combat met een geschrift van papa " Je bent sterk lieve schat, geloof in je zelf je kan dit mijn prinses. Je pap" stond erop. Rustig liep ik naar de koelkast om wat te eten voordat ik vertrek. Na een stevige ontbijt kruip ik even in de zetel om een dutje te doen dat tegen vanavond kan vertrekken naar een veiliger plaats te gaan. Na 1 uur later verschoot ik wakker. "Wat een nare droom dat ik had...." zei ik bang. Ik stond even op om naar badkamer te gaan om even naar m'n gezicht te kijken. "Ik denk dat ik m'n make-up zakje zal meedoen, je weet nooit als dit gedaan is deze drama dat ik nog even mooi kan zijn" zei ik tegen mezelf en nam m'n make-up zakje mee voor in m'n rugzak te steken. Maar ik vergat natuurlijk weer m'n medicatie in m'n rugzak te steken dus ik liep maar terug naar boven om ze te halen. Daarna ging ik terug in de zetel om te slapen " ik ben echt wel moe, ik moet rusten" zei ik stil en viel langzaam in slaap.
Rosalie33
Youtube ster



Noëlle

Met een kleine zucht leg ik het leesboek naast mij neer. Ik heb wel genoeg gelezen voor vandaag. Als ik nu niet stop, dan is het boek zo uit. Tja, zo gaat dat nu eenmaal bij mij. Ik houd ontzettend veel van lezen en kan meestal niet stoppen als ik eenmaal in het verhaal zit. Maar dit keer moet ik wel stoppen. De sirenes van de politiewagens hebben namelijk mijn aandacht getrokken. Ik kom langzaam van mijn bed af en loop richting het grote raam in mijn slaapkamer. Door een kiertje van mijn gordijnen gluur ik naar de situatie op straat. Wel twee politieauto's staan er op de stoep geparkeerd, en overal lopen, ik meen een stuk of zes politieagenten, rond. Dit kan nooit goed zijn. Ik loop snel naar mijn broer zijn kamer toe, terwijl er een steek door mijn maag gaat. Zonder wat te zeggen duw ik Stephan's slaapkamerdeur open, die met zijn koptelefoon op zijn bed ligt. 
'Hé, wat is er?' Vraagt hij met een opgetrokken wenkbrauw als hij mijn ietwat verwarde blik ziet. Plotseling glijdt Stephan zijn blik langs mij heen. 'Steph, wat is-' 'Sh, kijk eens!' Langzaam draai ik mij om naar de televisie in zijn slaapkamer, waar opeens in grote letters "breaking news" op het beeldscherm verschijnt. Een vrouw met een zwarte knot op haar hoofd verscheen in het beeld. 'Doe de tv eens wat harder, Noël,' zegt mijn broer snel. Ik pak de afstandsbediening en doe het geluid wat harder. De vrouw ziet zo bleek als een spook en zegt paniekerig dat iedereen zijn ramen en deuren gesloten moet houden.
'Wat is er aan de hand?' Vraag ik verbaasd aan Stephan. Met grote ogen staart hij mij aan. 'Dit kan niet goed zijn,' zegt hij zacht, waarna hij overeind schiet en de ramen sluit. 'Ik doe alles beneden wel, doe jij alles boven?' Zegt hij. Ik knik kort en sluit zo snel ik kan alle ramen. Bij sommigen gooi ik er een extra slot op, puur voor de zekerheid. 
'Ik ben klaar!' Roep ik na een minuut of wat naar beneden, waar ik wat gestommel hoor. Ik vlieg de trap af en zie mijn broer zijn rugzak inpakken. 'Ik ga erop uit,' zegt hij vlug, terwijl hij de rugzak over zijn schouder hangt. 'Wát?' Zeg ik ietwat verward. 'Maar we horen net dat we binnen moeten blijven,' protesteer ik vervolgens. 
'Ja, jíj blijft binnen. Ik ga kijken wat er aan de hand is,' zegt hij. Hij legt zijn hand tegen mijn wang aan en kijkt mij met een klein glimlachje aan. 'Steph, laat me niet alleen,' piep ik. Wat angstig kijk ik hem aan. Nee, hij kan mij niet alleen achterlaten in dit huis. 
'Rustig zusje, kalmeer,' sust hij. 'Er zijn nog genoeg voorraden in de kelder voor de komende dagen, misschien wel voor de hele week. Bewapen jezelf voor wat komen gaat en ik zie je zo snel het weer kan oké?' Hij drukt een vlugge kus op mijn wang, pakt zijn bijl en loopt naar de deur. 'Wacht!' Ik ren naar hem toe en pak stevig zijn pols beet. 'Doe je wel voorzichtig daar buiten?' Vraag ik wat zachter. Er ontstaat een zwakke glimlach op zijn gezicht. 
'Altijd,' zegt hij nog voordat hij de deur opent en achter zich sluit. Hij gebaart door het raampje heen dat ik de deur moet afsluiten en rent vervolgens weg. De politie probeert hem tegen te houden, maar hij is veel sneller dan hen. Met tranen in mijn ogen kijk ik naar de plek waar hij net nog stond, maar mijn moment wordt algauw onderbroken als ik wat in de verte zie aankomen. Een groep lijkbleke mensen die onder het bloed zitten komen hierheen gelopen. Hun kleding is aan flarden getrokken en ze zien er niet echt... Aantrekkelijk uit. Wanneer ze op nog geen 10 meter afstand zijn zie ik wat het zijn. 'Zombies,' fluister ik met grote ogen, waarna ik de deur gauw op slot draai en hem vervolgens barricadeer met wat stalen pijpen. 
Tim
Minister of Pop



Carlos:
"Ga weg van de deur!" Schreeuwde Greg. Maar ik deinsde zelf al een eind terug op het moment dat het hoofd van de zombie voor het raampje kwam. No way dat iemand in dit huishouden ter overlijden komt door zo'n vies, lelijk, groen monster zonder hersens. "Ga naar de keuken" beveelde ik, want nog steeds ben ik de oudste hier en moeten zij naar mij luisteren. Naar mij luisteren wordt niet vaak gedaan, maar in dit soort situaties kan niet anders. We sprintten alle drie de keuken in en deden de tussendeur naar de gang dicht en op slot. Ik hoorde gerinkel van de voordeur en wist honderd procent zeker dat dat die zombie was van net. Ik gaf een ruk aan de besteklade en die schoof open. Ik pakte het vleesmes dat er lag om het kip in stukjes te snijden. Wat een verschil kan er wezen, kip en mensenvlees. Alhoewel, in hoeverre zijn die monsters hier buiten mensen. Ik deed de deur naar de voorraadkast open en gebaarde dat Greg en Cece daar in moesten gaan. Zonder getreuzel liepen ze het hokje in en voordat ik het dicht deed fluisterde ik nog "Ik zorg ervoor dat jullie niks overkomt" en ik Greg knikte. In ieder ander geval had Greg waarschijnlijk iets gezegt als 'Ik ben achttien for fuck sakes, ik kan heus wel voor mijzelf zorgen', maar dit was geen geval als ieder ander. Met het vleesmes nog steeds in mijn hadden keek ik door de tussendeur, die doorzichtig was om te kijken of de zombie nog steeds in de overloop stond. Daar zag ik hem staan, hij keek mijn kant wordt en ik wist dat hij me zag. Ik sprong weg achter de keukentafel en zag hem langzaam naar de tussendeur schuifelen. Ik kroop naar de deur toe en ging er achter staan. Ik hielp de zombie een beetje door de klink zachtjes in te drukken en hij liep de keuken binnen. Hij stond toen net een meter voor mij met zijn rug naar mij toe. Ik stak het vleesmes in zijn nek en hij keek mijn kant op. Snel trok ik het vleesmes uit zijn nek en stak hem nog een keer in zijn hart, of tenminste waar die hoort te zitten, en in zijn maag. Hij viel op de grond met een kreunend geluid. Ik kreeg tranen in mijn ogen, want ik had hiervoor nog nooit iets of iemand om het leven gebracht. Ik pakte een vuilniszak uit een van de keukenlades en deed de zombie er in. Ik legde de zak snel onder de keukentafel en schoof er een paar stoelen voor. Ik pakte een doek en maakte daar mijn bebloede mes mee schoon. Ik veegde mijn tranen af en deed het voorraadkastdeurtje open. Cece vroeg meteen waar de zombie was, maar vol overtuiging vertelde ik hun dat de zombie mij niet zag en gewoon weer weg liep. We pakten meteen onze spullen en deden een tweede poging om naar buiten te gaan. Ik werp een snelle blik en zag dat de kust veilig is. Ik pakte de kaart erbij en wees aan waar we heen gingen. Het bos dat net een paar kilometer naast ons dorp lag.
Anoniem
Landelijke ster



Madison.

Nog nooit eerder had ze haar broer zo gezien. Anthony kende ze als de stugge jongen waarmee ze op was gegroeid. Emoties waren niet zijn ding wat maakte dat ze, als ze hem al vaak te zien kreeg, haar alleen zijn kille blikken en de schorre klanken van zijn stem duidelijk werden gemaakt. Een glimlach op zijn gezicht was iets waar zij samen met haar vader altijd lang op moesten wachten. Ze wist van hem dat hij er gewoonweg niet van hield om anderen wat te tonen, maar waar het aan lag? Ze had werkelijk geen idee, al was dat nu niet van belang. Voor het eerst in maanden tijd zag ze iets anders dan de woede die normaal gesproken bij hem te bekennen was. Sterker nog; hij was inmiddels sprakeloos.
"C'mon, we moeten gaan," probeerde ze wanhopig, hopend hem te wekken uit zijn gedachten. Haar hand legde ze bemoedigend op zijn schouder. Hij leek zich te verliezen in het wezen achter de laag glas in de keuken, zijn vingers tegen het raam aangedrukt alsof hij zijn ogen niet kon geloven. Zijn adem werd vaagjes zichtbaar tegen de ruit en liet een wazig zicht achter, hoewel Madison het niet nodig had om te kunnen zien wat er aan de hand was buiten de muren van het huis. De lijkbleke gedaantes spraken tenslotte voor zich. Iets wat haar broer nog altijd niet leek te bevatten, roerloos staande op zijn plek bij de keukenlades. Ze zag het dan ook als haar taak om hem er weg te krijgen voordat hij nog hun dood zou betekenen.
"De kelder...," begon ze gehaast terwijl ze hem wakker probeerde te schudden, wat hij dit keer gelukkig wel opmerkte. Abrupt draaide Anthony zich om van de zombies. De irritatie die bij hem naar voren kwam liet haar weer opgelucht ademhalen. Dat was de Anthony die ze kende. "Wat is daarmee?" sprak hij kortaf. Haar hand duwde hij intussen ruw weg van zijn schouder. Hij was ervan overtuigd dat hij, sinds hij 4 jaar ouder dan haar was, hij alles voor het zeggen had. Madison had hem al vaker verteld dat hij haar moest vertrouwen, maar zijn beschermende kant kwam alsmaar naar boven. Hij liet haar voelen als een hulpeloze kleuter en ook nu ging hij probleemloos verder met zijn buien. De gedachte dat het niet de tijd was om ruzie te maken, was het enige wat haar ervan weerhield om het hem te laten weten wat ze ervan vond. Voor kort sloot ze haar ogen voordat ze haar arm langs haar lichaam liet rusten. "Heeft pap-"
"Waag het niet om hem te noemen," onderbrak hij haar genadeloos. Ze keek toe hoe Anthony haar een dodelijke blik gaf, die ze daarnaast vol negeerde. Een discussie met hem aangaan over dat ze nooit over zijn dood spraken was nutteloos en ze moest zichzelf er steeds weer aan herinneren, om nu geen slechte beslissingen te maken. Onverstoord ging ze na een diepe zucht weer verder. "Heeft hij alles bewaard of niet?"
"Nee."
Fem
Popster



Aaron ~
Ik verliet mijn tuin en merkte dat een heel raar gevoel mijn lichaam overnam. Een heel leeg, donker gevoel. Had ik nu al last van heimwee? Christ, dat ging snel. Ik liep door. Vanuit de verte hoorde ik gegil. Ze zouden nu niet meer ver weg zijn, dacht ik. Ik liep de tegenstelde richting op, weg van het gegil. Na een tijdje zag ik bloedsporen op de grond liggen. Gadver, wat een bacteriën zouden daar leven.. Met een hele grote stap, om te voorkomen dat er ook maar één bacterie op mijn lichaam zou komen, stapte ik eroverheen. Misschien zou ik me over mijn smetvrees heen moeten zetten. Ik zou zeker weten in deze strijd nog heel vies worden. Ik huiverde bij het idee. Nu ik wat beter om me heen keek, zag ik nog veel meer bloed. Ik knielde bij een grote plas neer en deed toen iets wat ik onder normale omstandigheden nooit zou doen. Met mijn ogen dicht en walgend van mezelf stak ik mijn vinger uit en haalde het door de plas heen. Nog altijd walgend rook ik aan mijn vinger. Het bloed was niet oud. Sterker nog, het lag er waarschijnlijk nog maar een uur. Achteraf gezien had ik dat eigenlijk al kunnen weten als ik even had beseft dat de plas vloeibaar was, in plaats van een droge plas bloed. Snel veegde ik mijn vinger af aan mijn broek, waar ik gelijk spijt van had. Nu was mijn broek ook nog eens vies. Veel tijd om daarover na te denken had ik niet. Achter me hoorde ik een diep, grommend geluid. In een flitsende beweging draaide ik mijn hoofd negentig graden. Mijn mond zakte open van verbazing. Het wezen dat vanaf ongeveer vijf meter afstand naar me toe kwam strompelen. Zo'n lelijk wezen had ik nog nooit eerder in mijn leven gezien. Ik huiverde even en realiseerde me toen dat ik nu in levensgevaar was. Niet dat dat mij zoveel uitmaakte, maar ik was in strijd voor mijn beste vriend, dus ik zette door. Langzaam - ik was nog steeds in shock door het afschuwelijke uiterlijk van de zombie die steeds dichterbij kwam - gleed mijn hand naar mijn zwaard. Ik trok mijn zwaard uit de leren hoes waar die in zat en haalde uit naar de kop van de zombie. Met mijn ogen volgde ik de beweging van de kop die een stukje naar beneden rolde en tot stilstand kwam in een plas bloed. Had ik nou zojuist een zombie onthoofd? Het voelde nogal onwerkelijk. Het lichaam van de zombie lag er wat moedeloos bij. Vol afschuw keek ik naar het bedorven bloed wat nog op zijn lichaam lag. Ik stond op en liep weg, richting het bos. Daar zou ik hopelijk wat minder bloed tegenkomen. Althans, dat hoopte ik.
Anoniem
Wereldberoemd



Olivia ~

Ik werd snel wakker want er was geluid buiten. Zombies liepen naar hier toe om de wereld over te nemen " ik moet hier snel weg, in bos heb ik een veilige bunker van m'n vader. Daar moet ik zijn" zei ik stil en nam snel m'n rugzak en ging bij de achterdeur naar buiten. Sprong over de hekken heen en liep snel naar bos toe. Een zombie paar meters verder die moet ik dus ontwijken. Ik rende een grote ronde langs de zombie om niet in contact te komen. Na 2 kilometer te lopen ben ik er bijna maar ik zag iemand daar lopen ook. Maar natuurlijk was ik niet zeker of het een zombie is of een persoon. Dus ik waagde maar ik te roepen " HEEEE JIJJJJJJJJ!!!!!!!" riep ik luid en hoopte niet op een zombie. Ik ging langzaam naar de bunker van m'n vader en opende het langzaam voordat de persoon of zombie op me af ging lopen dat ik snel in bunker kan weg steken. 
Rosalie33
Youtube ster



Noëlle

Nog verward van wat er de afgelopen tien minuten is gebeurd zit ik in de keuken. Ik heb ondertussen al mijn spullen bij elkaar geraapt, voor het geval ik hier straks weg moet gaan. Er zit eten in mijn rugzak, genoeg water, een zaklamp, EHBO kistje, en nog meer van dat soort spul. Een kleine snik verlaat mijn mond als ik aan mijn broer denk. Hoe kan hij mij zo alleen achterlaten hier? Het huis is verdomme omringt door allemaal zombies. Buiten hoor ik alleen maar gegil en het gebrul van de zombies. Straks ben ik aan de beurt. Ik merk dat ik licht begin te trillen bij die gedachte. Nee, mij krijgen ze echt niet te pakken. Ik ga mijn broer zoeken, hoe idioot het ook is. Met een ruk kijk ik op als ik gebonk bij de voordeur hoor. Voorzichtig gluur ik door het keukenraampje, vanwaar je nog maar net naar de deur kan kijken. Er staat maar één zombie tot mijn grote opluchting. Waar is de rest? Op die vraag heb ik nu liever het antwoord niet. Mijn hart gaat steeds sneller kloppen bij de bonken op de deur. Hij probeert hier binnen te komen, dat is mij wel duidelijk nu. Waar moet ik heen? Ik kan letterlijk geen kant op. Mijn ogen glijden langzaam richting het raam. Ik kan via het raam naar buiten, en dat is ben ik bang de enige optie die ik nog overheb. Ik gooi mijn tas over mijn schouder heen en hoor plotseling iets breken. Het lijkt wel op... Dan zwaait de deur in de keuken op. Met een ruk draai ik mij om, en tot mijn grote angst staat de zombie daar. Voor een moment kijken we elkaar aan, maar dan trek ik zonder erbij na te denken mijn bijl uit mijn riem en doorboor ik zijn borstkas. Trillend kijk ik naar de zombie, die levenloos aan mijn voeten ligt. Heb ik dit echt gedaan? Heb ik nou een zombie vermoord? Met grote ogen kijk ik naar hetgeen voor mij, maar stop dan mijn bijl weer terug in de lederen hoes aan mijn riem. Dit was het laatste dat ik had verwacht. Hoe sterk is zo'n zombie wel niet? Ik had de deur echt goed geblokkeerd, maar toch is hij binnengekomen... Ik schud mijzelf wakker uit mijn gedachtes als ik vanuit mijn ooghoek op straat wat zombies zie lopen. Ik moet weg hier, en wel nu. Nog gauw check ik of de voordeur niet geblokkeerd wordt, en dan waag ik het erop. Ik spring over het lijk op de grond heen, trek een sprintje en ben vervolgens in de buitenlucht. Overal is chaos op straat. Hier en daar liggen wat lijken verspreid en overal, echt overal gewoon, ligt bloed. Ik heb geen idee waar ik heen moet gaan, maar dan schiet mij te binnen dat mijn vader zijn houthakkers huisje natuurlijk midden in het bos heeft staan. Een ietwat opgeluchte glimlach ontstaat er op mijn gezicht, die algauw weer verdwijnt als ik in de schaduw voor mij iemand achter mij zie staan. Met een ruk draai ik mij om, en alweer staat er een zombie achter mij. Zijn armen grijpen naar mijn keel, maar ik ben hem voor. Zo snel als ik kan grijp ik mijn bijl en doorboor ik dit keer zijn buik. Met een harde trap weet ik hem tegen de grond te krijgen, waar hij goddank ook blijft liggen. Snel steek ik de bijl weer in mijn riem, draai ik mij om en ren ik in de richting van het bos. De enige plek waar ik waarschijnlijk nog veilig kan zijn.
Dauntless
Wereldberoemd



"Hallo, mama, mama ben je daar. Ik probeer je al zolang te bereiken. Heb je het nieuws gezien, naar de radio geluisterd. Overal hebben ze het er over. Dat virus, zombies, het klinkt ridicuul, maar ik heb al zo'n wandelende dode op straat gezien. Kom alsjeblieft zo snel mogelijk naar huis. Benjamin en ik hebben alles gebarricadeerd, maar we zien wel wanneer jullie het zijn." Het was de zoveelste boodschap die hij insprak op het gsm nummer van zijn moeder. Zijn beide ouders zaten op hun werk toen het nieuws bekend werd gemaakt.
Het leek Ezra geen goed idee om te vluchten. Hun huis lag niet midden in de stad. Buiten was het gevaarlijker dan binnen. Hij had alle ramen en deuren vergrendeld en er meubels tegen geschoven. Daarbij was de kans veel kleiner dat hij zijn vader en moeder dan ooit nog terug zou zien. Zijn broer zat ineengedoken achter zijn bed. Ezra had hem het scherpste keukenmes gegeven. Hij was nog maar tien jaar oud, maar hij moest zich kunnen verdedigen als Ezra daar niet toe in staat zou zijn. Hij wond er geen doekjes om. Benjamin wist hoe gevaarlijk de situatie was waarin ze zich bevonden. Ook al was hij nog zo jong. Ezra had hem verteld dat de kans groot was dat één van hen of zij beide zouden sterven, maar hij vertelde hem ook dat hij alles zou doen om zijn kleine broer te beschermen. De kelder had hij omgetoverd tot een primitief laboratorium, waar hij enkele explosieven en hallucinerende middelen in elkaar had gestoken. Hij had eerder boeken gelezen over gebeurtenissen als deze. Nooit had hij verwacht dat die verhalen werkelijkheid zouden worden, maar hij had een plan om te overleven. Hij zou drugs maken en deze ruilen, want in tijden als deze snakten mensen naar een manier om te ontsnappen van de gruwelijke werkelijkheid.
Zijn gsm rinkelde. Hij keek op de display 'papa' stond er. Meteen nam hij op. "Ezra het is je vader." Hij kon hem nauwelijks verstaan. "Mensen van de overheid. Ze houden ons vast. Ik mag normaal niet bellen. We worden gedwongen een vaccin te maken. Zien ze niet in dat zoiets onmogelijk is. Ze dreigen ons te besmetten als we niet meerwerken, maar zolang we dat wel doen zijn we veilig."
"Papa, waar zijn jullie. Ik kom, ik zal jullie komen redden."
"Nee! Dat is veel te gevaarlijk en dat weet jij ook. Je bent een slimme jonge Ezra..." Op de achtergrond klonk een tweede zwaardere stem. "Ik moet nu gaan we houden beiden van jullie." De lijn werd verbroken. Gefrustreerd smeet Ezra zijn mobieltje tegen de muur. Het barstte in stukken vaneen. Over enkele dagen zou er toch niet langer een signaal worden uitgezonden. "Benjamin pak een rugzak we gaan onze ouders redden!" Hij was slim. Hij wist dat deze missie praktisch zelfmoord was, maar hij was bovenal koppig. Zo koppig dat het hem niet alleen zijn eigen leven, maar ook dat van zijn broer zou kunnen kosten.
Tim
Minister of Pop



Carlos:
Ik wilde de deur openmaken, maar besefte me nog iets. Greg en Cece hadden geen wapens. Ik wilde hun beschermen, maar soms kan het echt niet anders. Ik wens echt dat ze het nooit hoeven te gebruiken. Ik had nog een aantal scherpe objecten in mijn tas. De stalen zaklamp houd ik liever bij mij, maar ik haal twee kleine handpistolen uit mijn tas. "Waar heb je die nou weer vandaan?" Vroeg Greg. Ik wist precies wat er nu in zijn hoofd speelde. Dat de twee handpistolen niet van onze ouders waren, of dat ik wist dat de apocalyps zou komen en dat ik ze alvast had gekocht dan. "Nu is echt niet de perfecte tijd om er over te disscusieren." Zei ik kortaf. "Houdt het bij je in geval van nood" meldde ik hun en we liepen met zijn drieen de deur uit, ik voorop. Zodra ik de deur achter mij dicht deed was het een kwestie van rennen. Rennen zo hard als je kan het dorp uit. Alsof er een knopje omging. In deze stedelijke samennlevingen was het veel te gevaarlijk en liep je veel meer risico. Hand in hand renden we tot het einde van de straat, alsof we elkaar misschien per ongeluk onderweg zouden verliezen. Wanneer we het hoekje om kwamen sprong er een zombie onze kant op. Ik zag hem te laat en hij zou mij gebeten hebben, als het niet aan Greg lag, die hem net op tijd voor mij uit de lucht schoot. Verbaast keek Cece zijn kant op "Carlos is niet de enige met geheimen" reageerde hij speels. Het leek alsof het uren duurde, terwijl het in werkelijkheid misschien een kwartiertje had geduurd tot we bij het bos aangekomen waren. Ik had onderweg nog een stuk of vier zombies neer gestoken, maar dat was een eitje. Toen we het bos in liepen begon Cece te huilen. "We gaan hier wel even pauzeren" fluisterde ik naar mijn rechterkant, waar Greg liep. Hij knikte zachtjes en ging op een boomstam zitten. "Ik installeerde Cece naast mij op dezelfde boomstam en gaf haar een zijwaartse knuffel. Nog nooit eerder had ik gemerkt hoe dun ze eigenlijk is. "Wat is er aan de hand prinses" zei ik met een geruststellende toon. "Ik ben hier nog niet klaar voor" snikte ze. "En ik vind het heel eng". Het is ook eng, maar we komen er samen wel doorheen. Ondertussen had Greg begrepen dat we hier even wat zouden gaan drinken. Hij pakte voor ieder een klein flesje water en deelde ze uit. We hadden ze allemaal tot de helft opgedronken en liepen daarna weer verder.
Anoniem
Landelijke ster



"Wat bedoel je, hij heeft het niet bewaard?"
Wantrouwig bekeek ze haar broer vluchtig, voordat ze zich zwijgzaam wendde tot de kelderdeur. Dat haar broer geen standaard persoon was wiens plannen voor de toekomst allang uitgestippeld waren, was allang duidelijk. Zijn bezigheden waren enkel gericht op de dag zelf. De wedstrijden die hem te wachten stonden, het prijsgeld wat hij kon winnen bij het bewusteloos slaan van een man die - naar haar ervaringen - vaak jaren ouder was en hoe hij aan de middelen kon komen waar hij zijn geluk wél uit wist te halen. Sinds haar vaders dood waren de drankflessen het uitzicht geworden in zijn kamer en de metalen afvalbak zat inmiddels vol met peuken. Madison begon zich soms af te vragen of ze een kleine voorraad drugs kon verwachten zodra ze een voet in zijn slaapkamer zette. Zijn humeur was hoe dan ook behoorlijk verslechterd de laatste tijd. Het haalde bij haar het bloed onder haar nagels vandaan, waardoor ze het elke keer weer moeilijk vond om haar mond gesloten te houden. Hij leek het zelf eigenlijk amper op te merken.
"Wat had je dan gedacht, huh?" siste hij zacht. "We weten beide dat het zijn droom was om het huis op te knappen, dus doe niet zo schijnheilig alsof je het niet had kunnen verwachten." Geërgerd baande haar broer zich een weg langs haar heen. Zijzelf werd door hem verder compleet genegeerd, achtergelaten in de huiskamer terwijl hij zich alleen kon focussen op alles wat hem frustreerde. Natuurlijk wist Madison ervan dat hij het moeilijk had met het verlies van hun vader, maar zag hij dan niet dat ze het net zo moeilijk vond? Elke keer als ze langs zijn foto kwam, zijn spullen of zijn slaapkamer, kon ze niet anders dan de tranen voelen branden achter haar ogen. Beelden flitsten door haar hoofd van de tijd waarin hij nog bij hen was. Hoorde Anthony haar erover? Nee. Want zij wist net zo goed als de rest dat hij het niet had gewild voor hen om vast te zitten in het verleden. Zijn naam mocht genoemd worden uit trots, niet vergeten worden uit eigen pijn. Ze vond het zwak van haar broer die zich altijd ouder en dus wijzer dan haar noemde. Het liefst liet Madison hem zijn gang gaan, desondanks kon ze het haarzelf nooit vergeven als hij spoorloos zou verdwijnen uit koppigheid om naar haar te luisteren. Alhoewel.. hij zou haar dat nooit aandoen.. toch?
"Anthony!" riep ze hem gefrustreerd na. Een diepe zucht rolde over haar lippen en, ook al wilde ze hem de ruimte geven, kon niets haar ervan weerhouden om hem snel achterna te rennen. Trede voor trede stormde ze de trap op, roepend om hem van gedachten te kunnen laten veranderen. Gehoopt dat hij voor een keer goed zou nadenken over wat hij aan het doen was. Alleen was het tevergeefs geweest. Toen ze eenmaal terecht kwam in de puinhoop die zijn kamer voor moest stellen, viel er niets meer te zien dan een grote leegte. Geen chagrijnige stem die haar vertelde om hem met rust te laten ofwel gewoon weg te gaan. Het geruis van de wind, afkomstig uit het open raam tegenover de deuropening, was alles wat zich hoorbaar maakte.
Fem
Popster



Aaron ~
Ik merkte dat het avond werd. Het werd kouder en ik kon steeds slechter mijn omgeving onderscheiden. Ik trok de kraag van mijn jas verder omhoog tot mijn kin en liep het bos in. De bomen stonden dicht op elkaar en vormde boven mij een dak van bladeren, waardoor bijna al het licht wegviel. Net toen ik me afvroeg of zombies eigenlijk op licht afkwamen, hoorde ik achter me gekraak van het breken van takjes. Er stond iemand achter me. Ik draaide me om en zag dat er 2 zombies op me af kwamen. Even verstijfde ik van angst, maar realiseerde me daarna dat ik moest gaan vechten. Ik pakte mijn zwaard en ging klaar staan om aan te vallen. De zombies kwamen met kleine, onhandige stappen dichterbij. Ze maakten een apart geluid, een soort grom. Ik moest oppassen dat er niet straks meer zombies op het gegrom af zouden komen. Één van de zombies was nu zo dichtbij dat ik zijn adem op mijn huid kon voelen. Hij stak zijn hand uit naar mijn zwaard. Met een snelle beweging gleed mijn zwaard door zijn arm en daarna gelijk door naar zijn keel. Zijn kop rolde weg en zijn arm lag levenloos op de grond, net zoals de rest van zijn inmiddels ingezakte lichaam. De andere zombie scheen niet eens door te hebben dat er net één van zijn soortgenoten was vermoord en kwam nog steeds dichterbij. Ik schopte hem in zijn buik en stak hem nadat hij op de grond was gevallen op de plek waar zijn hart hoorde te zitten. Nog een beetje geschokt keek ik naar de twee zombielijken die voor me roerloos op de grond lagen. Ik, Aaron Damion Johnsson, met smetvrees en een hekel aan het pijn doen van (levende) wezens, had net twee zombies vermoord. Kon het nog gekker worden?
Rustig, maar nog steeds wat beduust liep ik door en begon grote, stevige takken bij elkaar te zoeken. Ik had een mooi dak van bladeren, maar dat bood mij nog niet genoeg garantie om veilig de nacht door te komen. Ik zette de takken tegen een boom in de vorm van een soort halve tiki-hut en bedekte het met mos en bladeren om het zo droog mogelijk te laten zijn. Tenminste, dat dacht ik. Het had eerder die dag geregent, dus het mos en de bladeren waren nog nat. Ook de grond was modderig. Ik zou misschien op die grond gaan zitten (laat staan liggen) als tien zombies me daartoe dwongen, maar er waren geen tien zombies, dus no way dat ik in die modder ging slapen. Ik bleef wel wakker vannacht. Door de adrenaline die door mijn lijf stroomde kon dat eigenlijk ook wel.
Anoniem
Wereldberoemd



Olivia ~

Helaas was het een zombie en stak ik me snel wel in de bunker. Na een lange nacht kon ik terug naar buiten gaan om rond te gaan zoeken voor mensen,eten enzovoort. Langzaam begin ik meer en meer m'n eigen vader te missen in deze tijd. Er liepen ineens 5 zombies op me af dus ik rende heel erg ver weg om weg te schudden. Na een halfuur lopen gaf ik het op ik had dorst. Nam een slokje water en liep langzaam door. "Waar zijn al de mensen nou, ben ik nou alleen?" vroeg ik mezelf af. Toen hoorde ik weer zombies maar vluchten was geen zin want ze zijn overal dus ik besloot om m'n shotgun te nemen en hun in het hoofd te schieten. Gelukkig was het gelukt maar toen was er een verrassing aanval want achter me stond een zombie en greep me vast. Gelukkig heb ik zijn beet ontweken en snel neergeschoten. Ik was bang heel erg bang, schoot voor de eerste keer iemand neer, en het voelde heel erg raar als ik dat zou zeggen. Ik nam m'n grief mee en liep snel terug door verder in het bos. "Ik zoek mensen , echt wel mensen want kan gewoon niet dat ik de enigste ben in deze planeet, toch?" vroeg ik mezelf af. Wat later begon ik me suf te voelen en probeer een veilige plaats te vinden. Na 5 minuten ben ik even in een boom geklommen en zocht een goeie rust plek want ja, ik had het gevoel dat ik ga flauw vallen. Na 2 minuten was ik flauw in de boom.
Om te kunnen reageren op forum topics moet je niveau minimaal Internationale ster zijn. Lees hier hoe je meer fans verdient.
Automatisch vernieuwen: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste