Je hebt nog niet gereageerd op het forum.

Hier komen de laatste 3 forum topics te staan
waarop je hebt gereageerd.
+ voeg shout toe
Cool.dus.niet
Ik geef random sets weg, want vp bday!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.

Klik hier om een gratis account aan te maken en ik leg je uit hoe jij je eerste fans en popdollars verdient.
> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald.

Forum

ORPG < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
O| Taking steps is easy, standing still is
Demish
Internationale ster



*Taking steps is easy, standing still is hard


Lakin van Gordenia en Jameson van Gordenia







Met lieve Naomi @Fidelity 
Anoniem
Straatmuzikant



Janessa van Gordenia en Bry van Gordenia

Anoniem
Straatmuzikant



Zo snel mogelijk rende Janessa door de donkere straten richting de stadsmuur. De nacht was gevallen en het grootste deel van de bewoners sliep gelukkig al. Dit maakte het haar makkelijker om ongezien door de straten te rennen en om straks, hopelijk, snel en geluidloos over de muur te klimmen. Vanochtend had Janessa een waarschuwing gehad van een van de  straatkinderen dat de wachters wisten van haar speciale talenten en dat ze de jacht hadden geopend. En dat terwijl ze de laatste tijd juist zo voorzichtig was geweest met het oefenen. Ze had ervoor gezorgd dat ze altijd alleen en alleen sommige straatkinderen wisten wat zij kon, of althans nog steeds probeerde. En geen van de straatkinderen had haar verraden, dat wist ze zeker. 
Een plotselinge straal licht scheen richting Janessa en snel sprong ze terug de duisternis in van de steeg waar ze net doorheen rende. Ze wist dat de kans groot was dat er vannacht al mensen naar haar op zoek waren. Dat gebeurde immers vaker. 's Nachts werden de mensen uit hun huizen gehaald en dan wist niemand 's morgens wat er precies wat er gebeurd was. Er was echter niks gezien door de buren, of de buren kozen er verstandelijk voor om niks rond te gaan bazuinen. Daar stond namelijk ook een straf op. Geen de mensen wilden eindigen zoals hun buren. 's Nachts gepakt en nooit meer iets van ze vernomen.
Algauw kwam de hoge muur in het zicht van Janessa en ze wist dat het nu of nooit was om eroverheen te klimmen. In het daglicht zou het teveel opvallen, maar in het donker zou het tien moeilijker zijn dan overdag. Ze had gevraagd of een van de kinderen er vlak voor zonsondergang nog een touw wilde neerleggen, zodat haar afdaling aan de andere kant sneller zou gaan. En gelukkig was er naar haar geluisterd. Op dit moment was ze dankbaar voor al die keren dat ook zij buiten moest slapen bij de rest van straatkinderen en daar goede vrienden had kunnen maken in de kou.
Allereerst gooide Janessa haar tas met rantsoen en enige wapens over de muur, en haar extra kleding volgde snel. Daarna kwam het moeilijke gedeelte. Er zelf overheen komen. Nou was ze wel eens vaker over de muur geklommen, dus ze wist dat het mogelijk was.
Stapje voor stapje kwam ze steeds hoger. Het was lastig om in het donker te moeten voelen waar ze zichzelf omhoog kon houden, in de groeven van de muur, maar tot nu toe ging het redelijk. Pas toen ze een licht op haar rug voelde schijnen en ze opeens de muur voor haar gezicht kon zien, wist ze dat nu het echt een probleem was om weg te komen. De wachters hadden haar sneller gezien dan dat ze in eerste instantie had verwacht, en nu had ze nog een halve muur boven haar om snel omhoog te moeten klimmen. Erg snel, aangezien ze hoorde hoe de wachters de bogen al van rug begonnen te halen. 


Met ongelooflijke haast wist de lange jongen nog een brood zijn tas in te schuiven en zich daarna weer gauw uit de keuken te sluipen. Hij had nu een noodrantsoen van ongeveer een week in zijn tas zitten en hij ging er vanuit dat hij na die week wel een ander dorp, kamp of nederzetting was tegenkomen. Hij ging er sowieso niet vanuit dat de tocht door het bos langer dan een week zou duren. Hij zou dag en nacht onderweg zijn en maar een aantal pauzes inlassen om op krachten te komen en te slapen. Het was immers niet te bedoeling dat hij ook maar een minuut langer hier zou blijven of ook maar in de buurt zou zijn. Hij had zijn mentor namelijk vaak genoeg horen praten over de vier verdachten, die elk moment opgepakt zouden worden. Bry had alleen nooit bij stilgestaan dat hij een van die vier zou worden. 
Gisteren hoorde hij zijn mentor samen met de andere leerlingen praten over wanneer de vier opgepakt zouden worden en Bry had gehoopt dat hij dit keer deel mocht nemen aan de missie. Niet voor niets had hij zolang en vaak getraind met zijn mentor. Over een maand zou hij immers al afgestuurd zijn en een volleerd wachter zijn van de koninklijke wacht. Zijn hele jeugd had hij naartoe geleefd en om er dan stiekem achter te komen dat hij de persoon was die morgen opgepakt zou worden, was naar. Heel naar.
Zodra hij het arrestatiebevel had gezien en de flyers had zien liggen, met zijn naam erop, wist hij dat hij weg moest. Maar hij moest geen argwaan wekken bij de rest van de leerlingen en de mentoren. De mentoren wisten tenslotte al dat hij vannacht opgepakt zou worden.
Daarom had Bry met een smoesje de opdracht om het eten te verzorgen op zich genomen. Hij had tot op een uur geleden gedaan alsof hij voor de rest aan het koken was, alleen maar zodat hij straks met genoeg eten en zijn wapens door de achterdeur van de ruimte kon ontsnappen en daarna makkelijk het bos in kon rennen. De ruimte waarin de leerlingen verbleven tijdens de training lag namelijk vlak naast het bos, om hen een zo'n realistische training mogelijk te geven.
Met zijn tas vol met eten en drinken en zijn dolk aan zijn riem gehangen, rende de jongen de keuken uit. Het zou ongeveer vijf minuten duren voordat ze erachter zouden komen dat hij weg was en in die tijd moest hij ervoor zorgen dat hij al zo ver mogelijk in het bos was. Misschien zou het hem zelfs lukken om de rivier over te kunnen steken. 
Demish
Internationale ster



Weg. Dat was wat ze moest. Ver weg van het rijk dat ooit haar thuis was geweest. Weg van de inwoners die ooit haar buren en vrienden waren geweest, maar haar nu hadden verraden voor een simpele geldprijs. Lakin zag zelf geen optie meer. Ze kon niet op een plek blijven waar mensen naar haar opzoek waren, waar ze zou eindigen als vele anderen die haar koning had gezocht. Haar enige optie, haar laatste redding, was vluchten en dat was precies waar ze nu mee bezig was. 
Haar benen brachten haar lichaam vooruit. Ze keek niet om. Met één arm hield ze de rugzak stevig over haar schouder, terwijl haar andere arm zo snel mogelijk meebewoog met haar lichaam. Ondanks dat ze door de stille straten waande, en iedereen dus sliep, kon Lakin het niet voor elkaar krijgen om rustig te blijven lopen. Alleen het idee al dat er mensen achter haar aan zaten, dat er wachters waren die ieder moment een zwaard in haar lichaam zouden kunnen steken, was genoeg motivatie voor Lakin om zo snel mogelijk het rijk te verlaten. Ondanks dat ze vastbesloten was, was het nog een behoorlijke klus om snel en ongezien het grote rijk uit te sluipen, zeker omdat er juist in de donkere nachten mensen uit hun huis werden getrokken door wachters, die opzoek waren naar mensen van het verzet.
Lakin had nagedacht over hoe ze het beste uit het rijk kon komen. De muur maakte het haast onmogelijk om er uit te komen zonder dat wachters haar door zouden hebben. De muur werd immers goed bewaakt, van beide kanten. Het zou vrijwel dom zijn om daar naar toe te rennen en te hopen dat ze er heelhuids vanaf zou komen. Daarom had ze gekozen voor de rivier. Daar was de bewaking een stuk minder en Lakin was altijd al goed geweest in het behendig springen over boomstronken en rivieren. 
Lakin rende langs huizen, lege pleinen en fonteinen. Haar ogen probeerden de omgeving zo goed mogelijk in de gaten te houden, er voor te zorgen dat zij niemand zou zien, maar nog belangrijker: dat niemand haar zou zien. Want als iemand haar zou zien, zou het hoe dan ook afgelopen zijn. Ondanks dat ook Lakin in het bezit was van speciale krachten, wist ze zeker dat haar krachten haar in de steek zouden laten als het er op aan zou komen. Puur omdat ze niet wist hoe ze hen moest gebruiken. Dat was een andere reden dat ze weg wilde gaan. Er waren mensen die haar konden helpen en zij moest naar hen opzoek.  

Jameson had geweten dat dit zijn laatste avond met zijn vriendin geweest. Nou ja, vriendin. Hij kon het nauwelijks meer een relatie noemen. Het was sowieso al verboden om samen een relatie te hebben zonder getrouwd te zijn in het rijk, maar ze hadden er nooit het geld voor gehad. Uiteindelijk vond Jameson dat ook beter, want na een aantal jaren was hij er achter gekomen dat het roodharige meisje niets voor hem was, en hij ook niet voor haar. 
Jameson had altijd wel geweten dat hij anders was geweest. Dat hij niet in het rijk had gehoord waar hij al zijn hele leven woonde. Hij kon dingen. Dingen die normale mensen niet konden, die niemand hoorde te doen. Eerst had hij enkel gedacht dat hij meer in contact stond met de natuur om hem heen, en dan vooral de aarde. Hij had het fijn gevonden om op blote voeten door verse aarde te lopen en vroeger had hij uren kunnen spelen met zand. Nu durfde hij nauwelijks nog bij zand en aarde in de buurt te komen, bang dat het mis zou gaan. Het was immers al zo vaak mis gegaan en dat was de precieze reden waarom hij had besloten om zijn vriendin te verlaten. 
Hij had haar al een kus gegeven. Hij had afscheid genomen, zonder dat hij had geweten dat het een afscheid was geweest. Hij was zojuist het kleine huisje uitgelopen, dat aan de rand van het rijk had gelegen. Vanaf hier kon hij de muur zien die het rijk omringde. Hij wist dat er op dit tijdstip een wisseling van de wacht was en dat was zijn kans. Het zou maar een paar minuten duren en binnen die paar minuten zou hij zijn kans moeten grijpen. Als het zou lukken, zou hij ongezien het rijk uit kunnen komen. 
Zo snel als hij kon begon hij te rennen. Pas toen er nog enkele meters tussen hem en de muur verwijderd waren, stopte hij met lopen. Hij verstopte zijn lange lichaam achter een boom en hield zijn adem in, terwijl zijn ogen de omgeving afspeurden. Hij kon nog net zien hoe de wachters wegliepen, wat betekende dat het een aantal minuten zou duren voordat de nieuwe zouden arriveren. Hij had dit al weken gepland. Vanaf het moment dat hij had gehoord dat er een groep mensen buiten het rijk bezig was met het verzamelen van verzetstrijders, strijders die krachten hadden, had hij er naar toe gewild. Hij had hun hulp nodig, maar zij hadden die van hem nog meer nodig. 
Anoniem
Straatmuzikant



Het was Janessa gelukt om bovenaan bij de muur te komen. Niet omdat ze zo'n goede klimmer was, maar omdat hetgeen waar ze zelf zo bang voor was, weer was gebeurd en ze dus veel sneller omhoog was geklommen dan normaal. Dat was precies de hele reden geweest dat ze nu moest vluchten, dus ergens was het best ironisch dat het nu weer omhoog kwam. Nu wanneer ze het nodig had, en dat terwijl ze het de laatste paar maanden zo erg had onderdrukt. Bang om ontdekt te worden als ze eens zonder moeite de hoogste bomen in kon klimmen. 
Ze hoorden hoe de wachters dichterbij de muur waren gekomen, maar omdat ze een plek had uitgekozen waar geen directe doorgang zat bij de grond, wist ze dat zij een grotere voorsprong had nu. Dankbaar voor het touw, dat ze om haar schouder had gegooid, gebruikte ze deze nu om zo snel mogelijk weer naar beneden te gleden. Het beangstigde haar hoe makkelijk dit allemaal ging. Nooit had haar 'talent' haar zo goed kunnen helpen. Ze was bang dat het weer zou slaan en het haar opeens in het nadeel zou werken. 
Gelukkig was dit geval en zodra haar voeten de grond raakte, liet ze haar adem ontsnappen. Ze had niet eens doorgehad dat ze deze ingehouden had tijdens haar rit naar de grond. Haar ogen speurden naar haar eigendommen op de grond en zodra ze deze had gevonden en weer op haar rug had gehesen, begon ze te rennen richting het nog donkerdere bos.
Geen idee waar ze precies heen moest, liep ze gelijk naar waar de bebossing het dichtst was. Hier zou ze het minst opvallen en ze de kans klein zijn dat de wachters haar gelijk zouden achtervolgen. Het was immers donker en niemand wist wat of wie er nou precies in bos ronddoolde in de nachten. Geruchten waren er genoeg en ook Janessa was bang voor wat ze misschien zou tegenkomen tijdens haar tocht.
Weer rennend, zo snel als haar voeten haar konden brengen, en haar hand stevig geklemd om het kleine mes dat ze had gestolen, baande ze zich een weg dieper in het bos. Ze mocht pas rusten als ze ver genoeg van de stad was verwijderd en zelfs dan wist ze, dat rust er niet in zou zitten. Ze was moederziel alleen en daarom kon ze niet zomaar in slaap vallen ergens. Misschien dat de wachters haar dan vonden. Of nog erger; wat als een van die wezens, waar alleen verhalen over bestonden, opeens voor haar neus stonden. Een risico dat ze niet mocht nemen, vond ze. 

Pas toen de jongen een kwartier nonstop had gerend, gunde hij hemzelf een kans om over zijn schouder te kijken naar eventuele achtervolgers. Hij wist dat de mentoren niet bang waren om hem te achtervolgen, maar wel bang waren voor wat er misschien in het bos woonde. Daarom was de nacht de beste kans geweest om te vluchten. Hij had vaak genoeg het bevel gekregen om de gevluchte niet te achtervolgen als het in de nacht was en rondom het bos was, dus hij wist goed genoeg dat pas morgenochtend de achtervolging werd ingezet. Ook wist hij goed genoeg dat, mocht hij niet ver genoeg zijn, dat hij binnen mum van tijd gevonden zou zijn. Hij was goed getraind, maar de rest van de leerlingen ook. En die zouden deze kans echt niet laten zitten. Dat deed hij immers ook eerst niet.
Nadat hij zijn riem weer goed had gehangen rond zijn heupen, focuste hij zich op de omgeving waar hij zich nu in bevond. Hij hoorde verschillende natuurgeluiden, zoals het kabbelen van het beekje en een vogel die verontwaardigd had getjirpt toen hij langs was gedenderd. Maar ook geluiden waarvan hij wist dat hij ze niet hoorde te horen. Dit was precies de reden geweest dat hij had moeten vluchten. Veel van de geluiden die hij hoorde kon hij niet goed onderscheiden en hij wist ook dat mocht het te erg worden, hij hier zou instorten van overbelasting. Dat mocht nu niet gebeuren, daarom probeerde hij het zo goed mogelijk uit zijn systeem te blokken. Iets wat ook niet altijd even handig ging. Nu ook niet. De verschillende geluiden begonnen zijn normale gehoor te overstemmen en enkele momenten later, hoorde hij niks meer van de verontwaardigde vogel of het kabbelende beekje. Alles wat hij nu hoorde, was onverstaanbaar gefluister. 
Niet meer kunnen vertrouwen op zijn gehoor, sloop Bry zo voorzichtig mogelijk verder. Hij wist niet of hij veel geluid maakte, maar hij hoopte maar dat het mee zou vallen. Iemand tegenkomen nu zou hem allemaal teveel worden, dan zou hij helemaal overbelast worden en niet meer goed kunnen functioneren. Al jaren lang probeerde hij, wat hij een vloek noemde, te blokken, te vergeten, maar op de meest onmogelijke momenten had hem het gesard in zijn leven. Het proberen te leren te gebruiken was hem ook nog niet gelukt en omdat hij geen idee had wat het precies was, kon hij het ook niet uitzetten.
Na tien minuten, misschien iets meer, begonnen de onverstaanbare geluiden weer weg te ebben en ook de dreunende pijn in zijn hoofd werd minder toen hij het kabbelen van het water weer kon onderscheiden. 
Met opluchting vervolgde hij nu weer sneller zijn weg richting de dichte bebossing in het woud. Hoe dieper hij het woud in zou dringen, hoe minder snel hij gevonden zou worden. In ieder geval door de wachters. 
Demish
Internationale ster



Lakin had afscheid genomen van haar familie, voor zover ze die had gehad. Ze had vrijwel alleen in een klein huisje gewoond, maar veel contact had ze niet met anderen gehad. De mensen wie ze had vertrouwd, hadden haar verraden. Die mensen waren haar buren geweest. Een ouder stel, al jaren getrouwd en volledig gelukkig met elkaar. Lakin had de oudere man altijd aardig gevonden. Hij had haar vaak wat groenten en fruit gegeven uit eigen tuin, soms zelfs een klein bordje met eten als hij en zijn vrouw het niet nodig hadden gehad. Hij had altijd aan haar gedacht. Zijn vrouw was echter een regelrechte heks geweest.
Ze had het nooit gewaardeerd dat haar man het meisje had willen helpen. Ze had vaak genoeg geroepen dat ze het eten zelf heel hard nodig hadden gehad, en anders wel de producten die haar man weer verkocht op de markt. Lakin vermoedde dan ook dat de vrouw degene was die aan de wachters door hadden gespeeld dat er iets aan de hand was met Lakin. Dat ze niet een standaard bewoonster was van het rijk, maar dat er iets met haar aan de hand was. Omdat Lakin de oude vrouw het niet gunde om haar arrestatie bij te wonen, was ze gevlucht en ging ze opzoek naar een groep die haar kon helpen.
Wat haar krachten precies waren en inhielden, wist Lakin ook niet. Enkel wist ze dat op momenten dat ze echt boos was geworden en ze had iets geschreeuwd naar degene met wie ze een discussie had gehad, diegene haar woorden heel letterlijk had genomen. Als ze had geroepen dat iemand naar de hel had moeten gaan, had diegene zich omgedraaid en was hij zo hard weggerend dat ze er niet achter aan had durven gaan.
Nadat ze twintig minuten had gerend, was ze bij de rivier aan gekomen. Vluchtig had ze om zich heen gekeken, maar er was niemand in de buurt geweest. Langs de rivier rende ze verder, opzoek naar een plek waar ze veilig over zou kunnen steken. Ondanks dat ze er niets op tegen had om nat te worden, wilde ze dat het liefst zo lang mogelijk uitstellen. Uiteindelijk kwam ze bij een dunner stuk van de rivier aan. Twijfelend keek ze naar het stromende water. Springen was een optie, maar ze was er niet zeker van of ze het zou redden. Ze haalde enkel diep adem en besloot om het te wagen. Ze haalde haar rugzak van haar rug en gooide die als eerste over de rivier. Als een rugzak het zou kunnen redden, dan zou zij het ook moet kunnen.  

Jameson hoopte dat de groep in het bos hem zou kunnen helpen. Hij had er toevallig over gehoord. In eerste instantie had hij gedacht dat het nep was geweest, een soort val. Zoiets besprak je immers niet zomaar op het marktplein. Samenzweren tegen de koning was wel het domste wat iemand zou kunnen doen. De koning van hun rijk stond er om bekend om zijn gevangen te martelen. Niemand kreeg meteen de doodstraf. Hun koning had liever dat zijn gevangen voelden wat pijn was. Soms werd het op de ouderwetse manier gedaan, met martelwerktuigen en pijn, maar op anderen momenten konden de krachten van zijn gevangen tegen hen worden gebruikt. Er gingen geruchten dat de koning in het bezit was van een krachtige tovenaar. Iemand, zo sterk, dat niemand ooit tegenover hem zou willen staan.
Er waren echter veel krachtige mensen, de mensen die zich in het bos hadden verstopt. Ondanks dat Jameson het nooit hardop had durven toegeven, had hij wel een hekel aan hoe het in zijn rijk ging en hij was er van overtuigd dat als hij zijn krachten op de juiste manier zou gebruiken, hij een groot aandeel zou zijn in het gevecht wat de groep in het bos zou starten.
Daarvoor zou hij echter wel eerst het bos in moeten komen. Hij was nu bij de muur en hij voelde de minuten wegtikken, maar hij wist niet goed hoe hij te werk moest gaan. Klimmen leek het meest logische, maar hij wist niet hoe. De muur was gemaakt van steen, wat ook deels van de aarde kwam. Het was immers ooit klei en modder geweest. Hij slikte en sloeg zo hard mogelijk tegen de muur, waardoor er een gat in ontstond. Zijn hand deed vrijwel geen pijn, maar het gat was eerder een soort deuk. De muur was te dik, wat betekende dat hij er niet zomaar doorheen zou kunnen slapen.
Jameson keek bedenkelijk omhoog. Klimmen was zijn enige optie. Daarom probeerde hij zijn handen in de muur te duwen, net zoals zijn voeten. Stukken steen brokkelden af terwijl hij zijn handen en voeten met veel geweld in de muur haakte, maar al klimmend kwam hij op die manier naar boven. Toen hij helemaal boven was, klom hij op de muur. Achter zich hoorde hij geschreeuw, maar hij wist dat nu hij eenmaal boven was, de wachters hem niet meer veel zouden kunnen doen.
‘We gaan er achteraan!’ riep echter iemand, waardoor Jameson zo snel mogelijk naar beneden probeerde te klimmen. Door de plotselinge stress lukte het hem echter niet meer om naar beneden te gaan op de manier waarop hij ook naar boven was gekomen, waardoor hij de laatste paar meters de controle verloor en zo naar beneden viel. 
Anoniem
Straatmuzikant



Uren verstreken en na wat voor Janessa een eeuwigheid leek, kon ze haar lichaam eindelijk even laten uitrusten. Uitgeput liet ze haar lichaam langs een boom naar beneden glijden en haar hoofd op haar knieën rusten. Ze had de afgelopen uren geprobeerd nonstop te rennen en dat begon nu langzaam zijn tol te eisen op haar lichaam. Nooit had ze een uitstekende conditie gehad, en dat kon ze nu merken na bijna de volledige uren gerend te hebben. Hoewel ze haar lichaam tot het uiterste had kunnen pushen uit angst om gevonden te worden, of achtervolgd te worden, kon ze haarzelf nu niet meer zo ver krijgen om nog verder te rennen. Ze was moe, haar benen deden ongelooflijk veel pijn en voelden super zwaar aan en ze moest wat drinken. 
Haar hartslag hamerde in haar hoofd en ook haar ademhaling ging snel. Hoewel ze het liefst door zou rennen tot ze de zon weer door de bomen kon zien, wist ze dat ze pauzes zou moeten inlassen om niet in te storten. Daarbij kon ze het op dit moment echt niet hebben om opeens door vermoeidheid, zwaarder te worden. Dit was al eerder gebeurd en toen stond ze opeens tot haar enkels toe in de grond. Dat zou haar alleen nog maar meer vertragen, dus langzaamaan doen was de beste optie.
Behalve de waarschuwing die ze had gehad, had ze geen idee waarom ze precies gezocht werd. Het had iets te maken met haar 'krachten', maar ze had geen idee waarom. Ze deed er niemand kwaad mee, behalve haarzelf. Ze was letterlijk de enige die er last van had als ze opeens door de grond zakte. En dat niet figuurlijk, maar daadwerkelijk de zwaartekracht zo aantasten dat de grond haar niet meer kon houden. 
Ze wist dat verschillende kinderen van haar krachten wisten, maar ze had nooit verwacht dat ze verraden zou worden. Het was een raar idee dat de kinderen waarmee zij was opgegroeid op de straten en in kindertehuizen, haar zouden verraden uit angst. Angst voor de koning, of angst voor haar. Het stak vanbinnen best wel dat ze moest vluchten om iets wat ze zelf niet eens onder controle had. Het was niet alsof ze het kon uitzetten. Was dat maar zo. 
Verward en in gedachten verzonken koos ze ervoor om heel even haar ogen te sluiten. Ze zat verscholen onder een boom, omringd door planten en struiken, dus ze hoopte maar dat ze hier veilig zou zitten. Te moe om nog verder te rennen, sukkelde Janessa langzaam in slaap, met haar gedachten nog steeds overal. 

Tijd verstreek, maar Bry had er geen erg in. Het enige wat in hem omging was dat hij zo snel mogelijk zo ver weg moest zijn. Hij wist precies waar de wachters toe in staat waren, omdat hij er bijna zelf een was geweest en hij besefte dus ook beter dan geen ander dat hij moest rennen. Niet alleen had hij zelf trainingen gehad in het bos overdag, hij had ook mensen opgespoord in de bossen. Daarom wist hij dat hij niet de enige zou zijn die de weg enigszins wist hier. Hoe verder hij zou komen vannacht, hoe kleiner de kans zou zijn dat hij gepakt zou worden. En dat was precies zijn plan. Geen rust vannacht. 
Zijn voeten stampten hem steeds verder de bebossing in, en hoewel hij zijn best deed om stil te zijn, dreunde zijn voetstappen door de nacht. Hij was een grote, redelijk brede jongen en dat kon je horen. 
Terwijl hij zichzelf dwong om verder te rennen, pakte hij zijn drinken uit zijn tas en nam een grote slok water. Hij zou het met het eten een week kunnen redden, maar als hij in de loop van de dagen geen stromend water kon vinden, had hij een probleem. Hij wilde niet teveel water meenemen omdat hem dat zou vertragen. Het was immers een best gewicht wat je met je mee moest dragen dan. Het enige stromende water waar hij vanaf wist, was de rivier, maar dat vond hij te riskant. De rivier stroomde regelrecht uit de stad het bos in, en hij wist dat de wachters als eerst het water zouden volgen. Ook zodat zij niet zouden verdwalen, maar ook omdat het de meest voor de hand liggende vluchtroute was voor mensen. Zelf had Bry ook twee keer iemand kunnen opsporen door alleen maar het water te volgen. Dat maakte hem aan het denken.
Hij had zijn uniform nog aan. Als hij op miraculeuze wijze het kamp van de rebellen al kon vinden, zouden ze hem natuurlijk nooit vertrouwen. Mits hij zijn 'krachten' kon laten zien. Maar dat kon hij niet. Hij had geen idee hoe hij het kon bedwingen, en hoe konden de rebellen aan hem zien dat hij stemmen hoorden in zijn hoofd. Hij zou voor gek verklaard worden als hij zou beweren dat hij soms kon horen wat anderen dachten. Dat hij een keer iemand had kunnen pakken door hem via zijn gedachten te laten stoppen met rennen. Dat was maar één keer gebeurd en hoe vaak Bry het daarna ook had geprobeerd, het was hem nooit meer gelukt.
Als hij dat zou kunnen laten zien, zouden ze hem vast wel vertrouwen. Hoopte hij. 
Demish
Internationale ster



Hoe verder Lakin van het rijk was geraakt, hoe meer bomen ze had gezien. Het bos was dikker geworden, donkerder. Ze had vrijwel geen idee gehad van waar ze precies naar toe was gelopen. Uiteindelijk was haar geren veranderd in zachte stappen en zelfs die waren na een tijdje vervaagd. Ze had geprobeerd om een schuilplaats te vinden en ergens te slapen, maar omdat haar lichaam zo moe was geweest van alle inspanning, was ze ergens tegen een boom aangezakt en in slaap gevallen. Ze had niet eens haar best gedaan om zichzelf te camoufleren voor eventuele wachters die buiten het rijk opzoek waren naar… naar mensen zoals haar.
De nacht was vergaan. De zon begon langzaam op te komen en Lakin werd wakker door geschuifel om haar heen. In de verte hoorde ze een paar stemmen, maar hoe meer ze wakker werd en weer terug kwam op de wereld, hoe meer ze zich realiseerde dat de stemmen dichterbij kwamen. Ze opende haar ogen en probeerde rustig te blijven, maar de paniek nam toe met de harder wordende stemmen.
‘Hoe kunnen ze dit nou laten gebeuren? Vier van de zeven mensen die vannacht op moesten worden gehaald, weg! Twee van hen zijn letterlijk ontsnapt voor de ogen van wachters!’
Lakin hield haar adem in. Ze was dus niet de enige wie weg was gegaan. Er waren nog drie anderen, twee die de wachters hadden gezien. Zij zou met gemak de derde kunnen worden, als ze op de grond zou blijven zitten. Als ze echter op zou staan en weg zou rennen, zou ze de aandacht van de wachters trekken en dat zou ze waarschijnlijk niet winnen.
Zo voorzichtig mogelijk keek ze om de boom heen. Ze zag twee wachters lopen, duidelijk gehumeurd door wat er was gebeurd. Blijkbaar hadden hun collega’s het behoorlijk verpest. Wie de anderen waren die gevlucht waren, wist ze niet. Lakin hoopte dat ze hier ergens in de buurt zouden zijn, want ze zag nu al dat zij als jonge vrouw de twee sterke mannen, met wapens, niet aan zou kunnen.
Ze besloot het er op te wagen. Als ze hier zou blijven zitten, zouden ze haar hoe dan ook zien en als ze zouden weten wie ze was, waar ze wel vanuit ging, dan was het einde verhaal voor haar. Dan zouden ze haar meenemen naar het rijk. Wat de koning daar met haar zou doen… Ze wilde het niet eens weten.
Zo snel als ze kon pakte Lakin alle spullen die ze bij zich had en kwam ze overeind. Zonder om te kijken naar de wachters, zette ze het op een lopen. Ze hoorde na een paar seconden geschreeuw achter zich, wat betekende dat de wachters haar hadden gezien. 

Ook Jameson had een zware nacht gehad. Hij had echter zijn best gedaan om door te blijven lopen, zo ver als hij had gekund. Iets wat in eerste instantie wel lastig was geweest, omdat hij van de muur was gevallen. Dat had hem behoorlijk pijn gedaan, maar niet zo erg als een normaal mens het had moeten ervaren. Nadat hij een uur had gelopen, was de meeste pijn verdwenen en had hij weer wat meer vaart erin kunnen brengen. Hij had namelijk niet alsnog oog in oog met wachters willen staan. Dat was wel het laatste wat hij had gewild.
Hij had de hele nacht gelopen en hij moest toegeven dat hij steeds minder energie had. Hij voelde het wegzakken, de grond in. Iets wat ironisch was, maar daar zou hij later nog achter komen. Jameson voelde zich nog niet veilig om ergens te rusten en te slapen. Achteraf had hij dat ook beter kunnen doen in de nacht, waar hij minder opviel. Nu begon de zon al op te komen en werd het bos verlicht door de eerste zonnestralen. Dat betekende dat hij makkelijker te vinden zou zijn voor wachters, mocht hij nu besluiten om ergens neer te zakken en te slapen.
Zijn gedachten waren al meerdere malen terug gegaan naar zijn vriendin. Waarschijnlijk zou ze nu wakker worden, niet wetend waar hij zou zijn. Hij had afscheid van haar genomen, maar niet op de manier waarop ze dat zou hebben gewild. Hij had ook verder niks achter gelaten. Niet eens een briefje. Ergens was het ook beter. Als ze meer zou weten van zijn locatie, zouden ze haar bevragen en dat was wel het laatste wat hij haar gunde. Hij hoopte dat ze een goed en veilig leven zou krijgen, ver weg van hem.
Jameson was voornamelijk weg gegaan omdat hij meer wilde leren over zijn krachten, maar tegelijkertijd wist hij ook dat zijn krachten hem gevaarlijk maakten voor het rijk. Er was iets met die krachten, iets wat hij nog niet wist. Hij hoopte dat de groep waar hij naar opzoek was, meer antwoorden voor hem zou hebben. Antwoorden over wie hij was, wat hij kon, waar hij vandaan kwam. Het was een behoorlijke gok om er vanuit te gaan dat ze er meer van wisten, maar hij moest het proberen. Dan wist hij zeker dat hij er alles aan had gedaan.  
Anoniem
Straatmuzikant



Janessa werd wakker van de eerste paar zonnestralen die door de takken van de bomen piekten. De nacht was moeizaam vergaan, van elk kleine geluidje was het meisje wakker geworden en op haar hoede geweest, tot de vermoeidheid haar zo had overmand dat ze in een diepe slaap was gevallen. Ze lag nog steeds half tegen de boom aan in de ongemakkelijke houding waarin ze vannacht was gaan zitten. Haar nek was stijf toen ze ontwaakte uit haar slaap en haar rug deed pijn. Al met al was het een slechte nacht geweest.
Dit was echt niet eerste dat ze onder de sterren had geslapen, maar door de angst om gepakt te worden en de ondergrond, was het wel een van de vervelendste keren geweest. Ze had vaker op de straat moeten slapen, maar dan had ze altijd een deken gehad en had ze haar slaapplek kunnen delen met andere kinderen en was ze nooit alleen geweest. Dat vond Janessa ook verschrikkelijk. Alleen in het donker, in een bos waar niemand 's nachts in durfde. En zij lag er rustig, tot zover het rustig was, gewoon te slapen onder een boom.
Moeilijk stond ze op en verzamelde ze haar spullen weer. Het was al licht en voor haar gevoel was ze nog helemaal niet zo ver van de stad verwijderd. Wie weet hoe lang de wachters al in het bos rondliepen op zoek naar haar. Dat was iets wat ze niet wilde riskeren, en ook niet ging riskeren.
Gekraak van takjes lieten haar stoppen met lopen en gelijk achter een boom springen. Ze wist niet wat het was, of wie het was maar ze kon beter het zekere voor het zekere nemen hier. Ze sprong in de lucht toen ze opeens iemand langs zag rennen en geschreeuw hoorde, van haar achtervolgers waarschijnlijk. Niet wachtend op zekerheid om te zien of het echt wachters waren, verschool ze zich gauw achter de boom en zag ze een aantal momenten later een groepje wachters langsrennen, die haar gelukkig niet zagen. 
Niet goed wetend of Janessa erachteraan moest gaan, of juist de andere kant op moest rennen, stond ze even stil. De wachters waren in de meerderheid en het meisje dat langs gerend was, zag er niet veel ouder dan zij was. Misschien was ze wel net als zij was gevlucht, omdat de wachters haar wilde meenemen naar de koning. 
Uiteindelijk maakte Janessa de keuze om, misschien wel heel dom, de wachters achterna te sluipen en te zien wat er aan de hand was. Misschien kon ze hier haar voordeel uithalen straks. 

Toen Bry eindelijk voor zijn gevoel genoeg had gerend en zijn benen smeekten om een rust, had hij besloten om de rest van de nacht te rusten. Hij had ervoor gekozen om niet op de grond te blijven, omdat hij wel een beetje zekerheid van veiligheid wilde hebben, en was dus in slaap gevallen in een grote boom ergens in het bos. Hij had om zijn middel een touw geknoopt en die zat ook weer om de stam van de boom vast, waardoor hij er niet makkelijk uit zou kunnen vallen. Op deze manier zou hij ook minder snel gevonden worden als dan hij op de grond in slaap zou vallen. Nu zou hij zijn overvallers kunnen zien en horen aankomen, en hij zou veel minder snel gevonden worden. Een beter idee had hij niet.
De zon kwam alweer door de takken heen toen Bry voor het eerst deze dag zijn ogen opende en hij zag aan de stand van de zon dat het nog niet laat in de ochtend was. Gelukkig maar, want hij moest nog een grote route afleggen, wilde hij enige kans hebben om het kamp van de rebellen te vinden. Nog iets waar hij zenuwachtig over was, want hij liep nog steeds in zijn uniform. Dit zou trouwens in zijn voordeel kunnen werken mocht hij wachters tegen komen die hem niet kende. De kans was klein en hij moest ervan uitgaan dat ze hem wel wisten te herkennen, maar het zou een mooie wending zijn. 
Zijn hoofd schoot omhoog toen hij iemand onder de boom hoorde sluipen en deze onder de boom tot stilstand hoorde komen. Zijn ogen volgden elke beweging die de figuur onder hem maakte en hij stond op het punt om contact te zoeken toen hij nog iemand langs zag rennen, en er daarna een groep wachters achterna zag komen. Hij slikte. Hij herkende een enkeling in de groep en hij wist dat zijn kans om niet herkend te worden net was verschoten, mocht hij erachter gaan. Hij wist niet wie er achtervolgd werd, maar hij voelde zich bijna verplicht om te kijken of hij kon helpen. Alleen al omdat ze er zo wanhopig vandaan had gerend. Het meisje wat onder hem had gestaan, leek hetzelfde te denken als hij en hij liet zich pas naar beneden glijden toen ook zij uit beeld was verdwenen. 
Demish
Internationale ster



Lakin kon niks anders doen dan rennen. Ze wist niet of de wachters al door hadden wie ze precies was, maar ze rende voor hen weg en dat was genoeg bewijs voor de wachters om te weten dat ze een vluchteling was, misschien wel één van de vier wie hen was ontglipt vannacht. Hopend dat de andere drie ook in de buurt waren, rende ze door. Niet dat ze verwachtte dat de anderen haar zouden helpen. Ze kenden haar waarschijnlijk niet eens, zij hen ook niet. Dus het was een dom iets om op te hopen, maar ze moest het proberen. Net zoals dat ze door zou moeten blijven rennen. Wie weet zou ze hen vanzelf wel een keer afschudden.
Ze durfde niet achterom te kijken. Ze wist dat ze haar vroeg of laat in zouden halen. Lakin was nog maar een paar minuten wakker en ze moest haar lichaam er echt toe zetten om door te blijven rennen, op te letten waar ze naar toe rende. Ondertussen negeerde ze het geschreeuw van de wachters, die naar haar riepen dat ze stil moest blijven staan en dat ze maar beter naar hen kon luisteren, omdat haar straf alleen maar erger zou worden als ze weg zou blijven rennen.
Iets hards werd tegen haar rug aan gegooid, waardoor ze haar evenwicht verloor en voorover viel met een gil. De aarde onder haar was nog vochtig, maar dat maakte Lakin op dit moment niets uit. Ze deed haar best om zo snel mogelijk omhoog te krabbelen, zodat ze weer verder kon rennen. Ze zag echter de schoenen van een wachter voor haar gezicht en ze was er zeker van dat de ander ook in de buurt was. Niet veel later werd ze door twee sterke armen ruw omhoog getrokken, waardoor ze recht in het gezicht keek van één van de wachters.
‘Laat me los!’ riep ze, hopend dat de wachter haar los zou laten. Jammer genoeg gebeurde het niet. In plaats daarvan schoten de wachters in de lach.
‘Wie denk je wel niet dat je bent? De prinses?’ vroeg één lachend. Lakin probeerde zich geïrriteerd los te maken uit de greep van de wachter. Ze had het kunnen proberen. Op sommige momenten hadden mensen wel degelijk geluisterd naar wat ze van hen had gevraagd. Nu was dat niet het geval. Iets wat ze eigenlijk wel had geweten.
Het zag er behoorlijk hopeloos voor haar uit. Ze kon zich niet meer los vechten van de twee mannen en haar krachten lieten haar volledig in de steek. Haar vluchtpoging was mislukt. 

Ook Jameson had meegekregen wat er in het bos afspeelde. Hij had de wachters gezien, wie achter een meisje aan hadden gerend. Waarom, wist hij ook niet. Misschien was een vluchteling, misschien was ze een bandiet. Wat er ook aan de hand was, hij had in eerste instantie niet zijn tijd en energie willen verspillen. Ergens was hij blij geweest dat het meisje de leiders af had geleid, zodat hij vrijuit kon gaan. Niet veel later had hij echter nog een meisje zien rennen, die achter de drie aan was gerend. Niet heel land daarna was ook een jongen langs gerend. Wie deze mensen allemaal waren, wist hij ook niet. Hij snapte ook niet waarom ze elkaar allemaal achterna renden, maar het had zijn aandacht getrokken.
Daarom rende hij er achteraan, maar wel op gepaste afstand. Als er dan iets aan de hand zou zijn, zou hij ook weer weg kunnen rennen. Misschien waren de mensen die hij had gezien wel deel van de groep waar hij naar opzoek was, al gokte hij dat ze wel slimmer waren dan om zo dichtbij de muur van het rijk te blijven. Als ze zich echt goed verstopten, waar hij wel vanuit ging, waren ze waarschijnlijk niet hier in de buurt.
Jameson stopte met rennen bij één van de bomen en keek toe hoe het meisje vast werd gepakt door de wachters. Hij vond het vreemd dat ze niet vocht, dat ze niet iets probeerde te doen. Verderop zag hij een ander meisje staan, ook verscholen achter een boom. Een paar meter rechts van hem stond ook een andere jongen. Hij wist niet wie ze waren, of wat ze wilden doen. Zelf zou Jameson er voor kiezen om weg te rennen, maar hij had het idee dat ze hem hadden gezien. Dat betekende dat hij ook niet meer weg zou kunnen rennen.
Hij slikte en keek van het meisje naar de jongen, in de hoop om contact te kunnen maken. Hij wilde weten wat ze van plan waren. Ondertussen stond het meisje nog altijd in de greep van de wachters en waren ze aan het lachen. Waarom wist Jameson niet, maar het meisje stond er zo verslagen bij dat hij niet dacht dat ze nog iets zou gaan doen. Moest hij dan helpen? Zouden de anderen helpen? Er waren maar twee wachters, dus hoe moeilijk kon het zijn om hen aan te vallen en te winnen?
Anoniem
Straatmuzikant



Op een enigszins veilige afstand bleef Janessa de twee wachters achtervolgen. Ze had het geluk dat haar lichaam eindelijk een keer meewerkte en ze de zwaartekracht rondom haar heen ietwat had kunnen veranderen. Hierdoor waren haar stappen vrijwel geluidloos en kon ze bijna moeiteloos over de vochtige ondergrond sluipen. Ze was nieuwsgierig naar wat er aan de hand was en of het meisje net als zij gevlucht was, omdat ze gezocht werd. 
Toen de wachters halt hielden en een van de twee het meisje omhoog had getrokken, verbaasde het Janessa dat ze vrijwel niets deed om los te komen. Ze merkte dat ze niets deed om het de wachters ook maar een beetje moeilijk te maken, en dat wekte argwaan op bij Janessa. Waarom deed ze haar best niet eens om los te komen? Was dit misschien een list? Die gedachte schoof ze gelijk weer weg, want ze wist bijna zeker dat het meisje er weg wilde. 
Ze schoot in een verdedigende houding toen ze opeens beweging naast haar zag en ze zag een andere wachter staan. Het rare was dat hij zich verschool achter een boom en toekeek hoe het meisje was gepakt door de andere twee wachters. Waarom hielp hij hen niet? Ze bleef geruisloos staan, in de hoop dat hij haar niet zou opmerken, maar ook hij had haar gezien. En nog iets achter haar, want hij bleef nogal dwingend naar iets achter haar kijken. Langzaam draaide zich om, bang  voor wat ze zou zien en ze slaakte een geluidloze zucht toen ze nog iemand zag staan. Nog een jongen stond toe te kijken hoe het meisje voor hun neus werd gepakt en ze vroeg zich af of ze nu niet wat konden doen. Er waren drie wachters, waarvan eentje niets deed tegen hun aanwezigheid en twee bezig waren met het meisje voor hun.
Janessa stak haar hand naar de jongen op en seinde dat er nog een wachter achter haar stond. Ze had geen idee waarom de wachter niets deed, hij had haar duidelijk al gezien, en ook de andere jongen hij had al gespot. Toch deed hij niets en stak hij zijn armen in de lucht alsof hij onschuldig was. Daar leek het in ieder geval op. 
Met twee vingers in de lucht seinde ze daarna opzij. Misschien dat hij er hetzelfde over dacht.

Er zeker van zijnde dat hij op een veilige afstand bleef van de wachters en het meisje dat hen al achtervolgde, rende hij ook achter het gezelschap aan. Hij wilde weten waarom het meisje was gevlucht, en waarom de wachters er zo op gefocust waren om haar te vinden. Misschien was zij wel een van de andere vier die moesten vluchten vannacht. Hij had alleen niet gedacht dat ze al zo snel gevonden zouden worden door de wachters. Hij wist ook dat ze altijd opsplitsten in groepjes van twee om een groter oppervlak te doorzoeken. De kans was groot dat er nog meer tweetallen hier rondliepen, en dus was het logisch dat dit snel afgehandeld moest worden. 
Hij ging achter een grote boom staan om een goed zicht te houden op de twee en het meisje en hij keek toe hij ze overeind werd getrokken en hoe ze geen moeite deed om los te komen uit zijn greep. Wat er daarna gebeurde, snapte hij niet. Het meisje riep hard dat ze losgelaten moest worden en Bry kromp bijna in elkaar van hoe luid het klonk in zijn hoofd. Hij voelde zich gedwongen om haar los te laten, en dat terwijl ze het niet eens tegen hem had gehad. Hij had al vaker dit soort dingen gehad, maar nooit had het zo luid geklonken als nu. Het deed pijn en hij moest moeite doen om op zijn voeten te blijven staan en niet ineen te krimpen van de opkomende hoofdpijn. 
Hij voelde daarna ook een wolk zijn hoofd intrekken, een soort van verdoving. De continu fluisterende stemmen die hij hoorde, waren weg en hij wist dat hij zichzelf had overbelast. Of nou, dat het meisje hem net had overbelast met een simpel bevel. Hij wist nu in ieder geval wel zeker dat ze een van de vier was en hij voelde zich gedwongen om haar te gaan helpen. 
Net als het andere meisje seinde hij nu ook naar de jongen dat hij er niet bij hoorde, althans dat probeerde hij, want zijn uniform hielp niet mee. Hij stak zijn vingers in de lucht en telde af, in de hoop dat hij zo niet te enige was die op de wachters zou springen. 
Toen de laatste vinger weer in zijn vuist verdween, kwam hij snel achter de boom vandaan en sprong hij bovenop de eerste wachter. Hij hoopte maar dat hij gevolgd werd in zijn acties, want hij wist niet of hij ze allebei aankon in de staat waarin hij nu verkeerde. Zijn hoofd was nog wazig, wat ook resulteerde in een harde knal tegen zijn slaap.
Hij wankelde achteruit en hij ontweek de volgende klap. De ene wachter hield nog steeds het meisje vast en de andere jongen, die Bry herkende als Jonathan, sprong bovenop hem. Gelukkig verwachtte Bry het nu wel en hij ontweek zijn aanval, om hem daarna gelijk met zijn gewicht op de grond te kunnen duwen. 
Demish
Internationale ster



Onderling was er contact geweest tussen hen alle drie. Ze hadden elkaar geprobeerd duidelijk te maken dat geen van hen bij de wachters hoorde. Ze waren allemaal maar toevallige voorbijgangers, wiens nieuwsgierigheid was geprikkeld door het meisje dat langs was gerend. Jameson had zelf geen medelijden met haar. Hij vond het vreemd dat ze niet meer probeerde dan wat ze nu deed. Als hij daar had gestaan, had hij zich al lang geprobeerd los te trekken van de twee mannen. Misschien was het meisje wel geïntimideerd door de twee mannen, maar dan nog. Hij had het wel geweten. Hij zou namelijk echt niet mee zijn gegaan met de wachters, want dat zou hoe dan ook zijn dood beteken, en dus ook die van het meisje.
Jameson fronste toen hij de jongen af zag tellen. Waarom wist hij niet, maar blijkbaar hadden ze besloten dat ze het meisje zouden gaan helpen. Jameson zag niet in waarom, maar hij kon niet achter blijven nu de andere twee dit hadden besloten. Hij wachtte af tot de andere jongen had afgeteld en kwam vervolgens achter de boom vandaan. De wachters waren meteen alert en terwijl de één zich al focuste op de aanval van een vreemdeling, bleef de ander bij het meisje. Blijkbaar was ze te speciaal om los te laten, wat het voor Jameson makkelijker maakte om hem een klap te verkopen. Hij kon echter niet beloven dat hij het meisje ook niet zou raken. 
Jameson rende naar het tweetal en keek naar het meisje, wie zo verbaasd was dat ze niet leek te weten hoe ze moest reageren op haar plotselinge helpers. ‘Ik hoop voor je dat je weet hoe je moet wegduiken,’ zei hij, waarna hij uithaalde naar de wachter. Ondanks dat hij zijn klap aan had gekondigd, raakte hij de wachter. Hij had het meisje weg zien duiken en van wat Jameson kon zien, was het meisje los gekomen uit de greep. Wat ze ging doen, wist hij niet. Hij vond echter dat een bedankje wel op zijn plaats was. 
De wachter greep naar zijn zwaard, wat Jameson deed beseffen dat hij niet veel beter was dan het meisje dat eerder tussen de twee wachters in had gestaan. Hij had geen wapens, hij was moe. Het enige wat hij kon doen, was vechten met zijn blote handen.
De wachter haalde uit met zijn zwaard, maar Jameson wist hem te ontwijken. Zo snel als hij kon zocht hij een zware, grote steen en mikte hij die tegen het hoofd van de wachter. De wachter viel met een grote klap op de grond. Jameson twijfelde geen moment en pakte het zwaard van de wachter. Dit alles was gebeurd terwijl het bevrijdde meisje een paar meter verderop had toegekeken. 

Lakin wist niet wat haar was overkomen. Het enige moment had ze nog tussen twee wachters gestaan en was ze er zeker van geweest dat haar leven over was geweest. Tenminste, de vorm van leven die ze kende. Ze wist hoe de koning was. Hij doodde zijn gevangen niet zomaar. Hij speelde graag met ze, of liet zijn wachters met hen spelen. Hij was al jaren aan de macht en Lakin wist dat vrijwel niemand het eens was met hoe hij zijn rijk regeerde, maar ze wist ook dat niemand er iets aan zou doen. Tenminste, de gewone burgers zouden er niets aan doen. De groep in het bos misschien wel, maar Lakin was er van overtuigd geweest dat ze geen kans meer had gehad om die groep te vinden. 
Ze had echter te snel geoordeeld. Er waren drie mensen uit het niets verschenen en ze hadden besloten om haar te helpen. Waarom wist Lakin niet, maar ze was hen zeker dankbaar. Eén van de jongens had zich gestort op de wachters en de ander had haar bevrijd. Hij had dan wel een snauwende opmerking naar haar gemaakt, maar hij had haar wel degelijk geholpen. 
Lakin had toegekeken hoe de twee jongens de wachters hadden bevochten. Zelf had ze niet veel kunnen doen. Ze had ook nog een meisje gespot tussen haar redders. Het meisje was haar in eerste instantie niet opgevallen, omdat ze haar niet had gehoord. De bewegingen van de jongens waren groot en lomp, maar het meisje liep over de aarde alsof ze nog minder dan een kilo woog. 
Zelf had Lakin geen enkele vechttechniek. Ze wist wel waar ze een man het beste kon raken, maar de wachters hadden behoorlijk wat bewapening en natuurlijk ook nog eens een flink stuk harnas, wat betekende dat ze hen niet zomaar had kunnen raken. Daarnaast hadden ze ook nog eens wapens gehad én had haar kracht niet gewerkt, dus ze had vrijwel niets kunnen doen. De jongens leken daar niet eens aan te denken.
Eén van de wachters was neergeslagen door de jongen die haar had bevrijd. Hij lag nu op de grond, met een bloedende wond op zijn slaap. De andere jongen leek nog in gevecht te zijn met een wachter, maar hij was duidelijk aan het winnen. 
Ze wist echter niet wat zij moest doen, of ze zich een houding moest geven, of dat ze moest afwachten totdat ze klaar waren, zodat ze hen kon bedanken. ‘Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen,’ mompelde ze. ‘Maar bedankt.’
Anoniem
Straatmuzikant



Met grote ogen keek Janessa toe hoe de twee jongens de wachters aanvielen. Ze had zelf graag willen helpen, maar ze was er zeker van geweest dat ze dan in de weg had gestaan. Daarbij hadden de twee het prima aangekund en binnen mum van tijd lag de eerste wachter al met een hoofdwond op de grond.
Wat haar wel heel erg verbaasde was de andere wachter, hij had zomaar meegedaan met de aanval en hij leek niet van plan om haar en de andere twee mensen aan te vallen. Zou hij dan geen echte wachter zijn? Zijn uniform was wel precies hetzelfde. Ze stapte uit de schaduw van de bomen toen de de twee wachters allebei bewusteloos op de grond lagen en keek toe de hoe de wapens gauw werden afgepakt. Ook de andere wachter zorgde ervoor dat ze allebei geen wapens meer hadden. 
Niet goed wetend hoe ze de stilte moest doorbreken, bleef ze een beetje op een afstand staan en hield ze de wachter naast haar goed in de gaten. Ze wist niet of dit een list moest zijn of dat hij echt had willen helpen, maar vertrouwen deed ze niet. Ze vond het raar dat hij in zijn eentje door het bos aan het lopen was. Daarbij zag hij er net zo moe uit als de andere twee, dus ze wist niet wat ze ervan moest vinden. 
"Dus," onderbrak ze de stilte twijfelend. "Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik denk dat het beter is als we weggaan bij die twee. Ze kunnen met meer wachters zijn hier in de buurt,"  vervolgde ze op een iets serieuzere toon, maar nog steeds twijfelend. Alsof ze niet goed wist of ze wel wilde dat de anderen wisten waar zij heen zou gaan. Ze voelde er niks voor om nog in de buurt te zijn als die twee weer wakker zouden worden, laat staan om nog meer wachters tegen te komen. Ze had geluk gehad dat die twee jongens erbij waren geweest, anders had ze nooit weg kunnen komen. Dan had ze het meisje waarschijnlijk ook nooit  kunnen helpen. Niet dat ze veel had gedaan daarnet, maar het voelde toch fijn om te weten dat het meisje niet meegenomen zou worden door de wachters. Janessa wist niet wat ze had gedaan, maar ze wist ook dat de koning geen fijne man was. 

Nog steeds super wazig wist Bry de wachter te overmeesteren en hem een harde knal tegen zijn slaap te geven. Dit resulteerde dat de wachter na even draaien, bewusteloos op de grond viel en daar was Bry blij mee. Hij had niet veel energie meer om hem nog langer tegen te houden en zeker niet om zichzelf nog langer te beschermen. Hij was kapot en hij zijn hoofd deed pijn van de klap die hij had gehad. Ook voelde hij nog steeds die wolk hangen, en hoewel het minder werd, was hij nog steeds niet 100% de oude. 
Hij wist niet wat de pijn had veroorzaakt, maar hij wist wel dat het iets met het onbekende meisje voor hem te maken had. Zij had immers had geroepen en gelijk had zijn lichaam er negatief op gereageerd. Misschien was ze wel hetzelfde als hij? Zou zij ook continu die stemmen horen? Over de stemmen gesproken, ze kwamen langzaam weer terug. Dat betekende gelukkig dat hij zich over een aantal minuten weer beter zou voelen en dat de wazige wolk snel weg zou trekken.
Na een ongemakkelijke stilte besefte hij dat hij nog steeds in zijn uniform rondliep en hij voelde zich verplicht om zich te verklaren.
"Voordat jullie denken dat ik ook bij de garde hoor, ik ben gevlucht. Waarschijnlijk om andere reden dan dat jullie hier ronddwalen, maar ik hoor absoluut niet bij hen," zei hij direct en hij spuugde het woord "hun" bijna uit. Hij wilde nooit meer bij de wachters horen. Hoe graag hij het had gewild toen hij klein was, hoe verschrikkelijk hij het nu vond om in het uniform rond te lopen. Ze hadden hem verraden en dat deed zeer. Daarbij wist hij dat al zijn collega's hem voor niks zouden uitleveren aan de koning en dat was ook pijnijk. Hij was opgegroeid met deze jongens en nu betekende hij niks meer voor hen. 
Hij hoorde de stemmen steeds luider terugkregen en hij probeerde onbewust te kijken of het meisje voor hem er ook last van had. Als ze er al last van had, liet ze dat niet merken en hij voelde zich enigszins jaloers dat zij er helemaal geen last van scheen te hebben. Dat terwijl hij er zoveel moeite mee had.
"Geen probleem trouwens, ik heb echt weken gewacht tot ik deze hier een keer kon verslaan,"  zei hij op het bedankje van het meisje en hij gaf het bewegingloze lichaam naast hem een trap. 

Demish
Internationale ster



Nu pas realiseerde Lakin zich dat één van de jongens een uniform aan had. Ze begreep echter niet waarom hij dan één van zijn eigen collega’s aan had gevallen. Misschien was het wel een soort dekmantel geweest, door zo niet op te vallen. Ze bekeek de andere twee. Het blonde meisje was mooi en ondanks dat ze er moe uitzag, zag ze er beter uit dan de twee jongens die hadden gevochten. Lakin was hen nog steeds dankbaar voor wat ze hadden gedaan, want anders was ze ergens in een kerker beland en dan had niemand haar meer kunnen redden.
Het andere meisje zei dat ze hier maar beter weg konden gaan, waar Lakin hetzelfde over dacht. De wachters waren nu dan wel bewusteloos, maar er konden hier altijd meer rondlopen en als ze ook maar iets hadden gehoord, dan zouden ze op hen afkomen en dat was niet iets wat ze zou kunnen gebruiken. Ze gokte dat deze jongens en het meisje haar niet nog een keer te hulp zouden schieten.
‘Het lijkt me verstandig als we weer weg gaan,’ stemde ze in met het meisje, terwijl ze haar rugzak iets beter op haar rug trok.
Vervolgens begon één van de jongens te praten, degene in het uniform. Hij benadrukte nogmaals dat hij echt niet bij hen hoorde. Dat was echter niet hetgeen waardoor hij Lakin haar aandacht had getrokken. Hij was gevlucht. Hij noemde geen reden, behalve dat het een andere reden zou zijn dan dat zij gevlucht zou zijn, maar Lakin betwijfelde of dat wel zo was. Hij was gevlucht, net als zij en de anderen misschien ook wel. Omdat de jongen zijn eigen reden niet had genoemd, gokte ze dat hij juist dezelfde reden had als zij. Misschien was hij ook wel gevlucht omdat hij niet in het dorp kon blijven.
Blijkbaar had de jongen al langer een klap willen verkopen aan één van de wachters, waardoor Lakin onbedoeld een klein lachje over haar lippen liet rollen. Ze sloeg haar armen over elkaar en keek naar de rest. ‘Zijn jullie ook gevlucht omdat ze opzoek zijn naar jullie?’  Ze wist dat het een domme vraag was. Misschien zouden ze geen eens antwoord geven, maar ze moest het vragen. Als ze allemaal opzoek waren naar hetzelfde, dan zouden ze elkaar kunnen helpen. Misschien zouden ze dan ook wel sneller vinden waar ze naar opzoek waren. Lakin zou zichzelf niet vergeven als ze deze mensen kon helpen, aangezien ze haar ook hadden geholpen. 

Jameson wist niet goed wat hij van zijn omstanders moest vinden. Hij had het meisje dan wel geholpen, maar dat had hij deels gedaan omdat de anderen haar ook hadden geholpen en hij niet achter had kunnen blijven. Wel vond hij het vreemd dat de andere jongeman een uniform aan had, maar dat bleek weer een ander verhaal te hebben. Hij hoorde in ieder geval niet bij de wachters. Iets wat Jameson, ondanks dat hij hem nog lang niet vertrouwde, wel geloofde. Als hij een echte wachter was, dan had hij al lang zijn slag moeten slaan. Dat was nog niet gebeurd. Dan zou het waarschijnlijk ook niet gebeuren.
Het meisje dat ze hadden geholpen, vroeg aan hen of ze gevlucht waren omdat ze werden gezocht in de stad. Zelf was Jameson niet heel geïnteresseerd in wat de redenen waren van de anderen. Hij was hier omdat hij hulp nodig had met zijn eigen krachten. Waarom de anderen hier waren, maakte hem niet uit. Door de vraag van het meisje wist hij echter wel dat zij was gevlucht omdat ze haar zochten. Dat maakte het nog vreemder dat ze niet had gevochten tegen de wachters, aangezien ze vast niet had willen belanden in één van de kerkers.
‘Ik weet niet wat jullie doen, maar het maakt me verder niet uit wat de reden is dat jullie hier zijn,’ meldde Jameson. Zijn doel was om op het kamp te komen met allerlei andere mensen die in het verzet zaten, zodat hij kon leren hoe hij om moest gaan met zijn krachten. In het rijk had hij dat niet gekund. Hij had dit nodig. Hij zou zich niet tegen laten houden door een paar mensen die een gezellig theekransje wilden houden en wilden bespreken waarom ze hier waren. Daar had hij geen interesse in.
‘Als jullie me excuseren, ga ik verder. Ik moet nog ergens naar toe,’ mompelde Jameson en hij probeerde een gaap te onderdrukken. Hij stapte over één van de wachters heen en liep vervolgens in een willekeurige richting. Ondertussen wist hij niet eens meer waar hij vandaan was gekomen door zijn moeheid, maar hij wilde vooral graag weg van de groep. 
‘Als je naar het rijk moet, ga je de goede kant op!’ hoorde hij achter zich roepen, waardoor hij zuchtte en zich omdraaide. Het meisje dat had geroepen, was het meisje die hij had geholpen. Als hij had geweten dat ze zo vervelend en bijdehand zou zijn, zou hij haar niet hebben geholpen. 
Anoniem
Straatmuzikant



Met haar rugzak nog steeds op haar rug, bleef Janessa een beetje op afstand kijken wat de mensen om haar heen wilde beslissen. Zij wilde het liefst niet meer alleen door het bos dwalen, maar ze had ook al doorgehad dat allebei de jongens er niet heel erg fan van waren om met hen mee te lopen. Dat leek ze uit te maken van de gezichtsuitdrukkingen die ze beiden hadden. 
Haar blik viel weer op de twee wachters, nog steeds bewusteloos op de grond en ze vroeg ze af of ze ernstig gewond waren. Ze bleven in ieder geval wel erg lang stil. Niet dat ze daar erg in had, maar ze vond het toch wel schokkend, stiekem, dat ze misschien wel blijvende schade aan de hoofdwond zouden overhouden na vandaag. Dat zou dan deels haar fout zijn. Ze wist dat ze het niet erg moest vinden, maar Janessa was nooit iemand geweest die hield van geweld. Die aantal keren dat ze er bij was betrokken op de straat, had ze ook altijd verschrikkelijk gevonden. 
Ze maakte aanstalten om dezelfde richting als de jongen op te lopen, maar toen het meisje had geroepen dat dat weer terug was naar het rijk, bleef ze twijfelend staan. Ze had geen idee welke kant ze nu op moest.
"Die kant op,"  wees de andere jongen met een vriendelijke stem en hij wees naar de precies andere kant als dat de jongen was gaan lopen. 
"Maar je bent niet de enige die gevlucht is, nee. Ze zochten mij ook,"  gaf Janessa het meisje antwoord. De precieze reden ging ze natuurlijk niet vertellen, maar het meisje had recht op een antwoord, vond ze zo. Ze vertrouwde de jongen met het uniform nog steeds niet helemaal, maar hij had wel geholpen. En hij wees net de goede kant op. Het was gewoon zo'n raar geval met zijn wachters uniform. Waarom zou je rondlopen in dat uniform als je gevlucht was? Dan val je toch juist alleen maar meer op? 
"Ik weet niet wat jullie gaan doen, maar ik ga niet nog langer bij deze twee hier blijven," gaf ze uiteindelijk aan en ze wees naar de twee lichamen op de grond. Het was niet alleen gevaarlijk om nog langer hier stil te staan, het was ook gewoon dom. En dat was iets at Janessa niet was. 

Met een enigszins barse uitdrukking op zijn gezicht, probeerde Bry niet te beseffen dat hij net twee van zijn vroegere vrienden expres had aangevallen. Hij had zich eerst nog voorgenomen om ze gewoon te ontwijken in de bossen, maar hij kon ze niet het meisje mee laten nemen. Dat ging tegen zijn principes in. Toch stond hij ervan te kijken dat hij Jonathan met zoveel gemak op de grond had kunnen werken. Zeker met die wazige gesteldheid van hem op dat moment. Het leek bijna alsof Jonathan te verbaasd was geweest om hem goed te kunnen aanvallen. Dat had natuurlijk in zijn voordeel gewerkt, maar leuk vond hij het nog steeds niet. Hij had het er zelfs een beetje lastig mee. Dat zou hij natuurlijk nooit toegeven, maar hij wist ook dat als hij zijn broer tegen zou komen in de bossen, dat het gevecht heel anders verlopen zou zijn. Onder geen mogelijkheid zou zijn eigen broertje kunnen aanvallen. Hij zou zich waarschijnlijk gelijk overgeven. Een gevaarlijk toekomstbeeld, als je het zo bekeek.
Hij luisterde naar het gesprek tussen de drie en wees naar de goede richting. De andere gast was al verkeerd gelopen en hij stond zelf op het punt om er wat te zeggen, toen het andere meisje het al deed. Knap dat ze nog wist welke kant ze op moest. Bry had het alleen nog geweten omdat hij ondertussen best bekend was in dit gedeelte van het bos. Hij had hier al even rondjes gelopen om te zoeken naar aanwijzingen van het kamp. Tot dusver niks gevonden.
"Luister, als een van jullie toevallig een kamp zijn tegengekomen. Het is van belang dat ik daar zo snel mogelijk ben, ik heb belangrijke informatie,"  zei hij en hij loog het laatste deel in de hoop dat ze hem dan eerder in vertrouwen zouden nemen. Hij had naast de informatie die hij had gehoord, geen enkele documenten van waarden bij zich en hij hoopte dat zijn woord genoeg zou zijn. Hij nog enkele coordinaten in zijn hoofd zitten, maar verder wist hij alleen dat de koning wist van het kamp en dat de koning ook afwist van de mensen met gaves. Dat was op zich best belangrijke informatie, voor een rebellenkamp dat blijkbaar draaide met deze mensen.
"Dus als je ook maar iets heb gezien wat mij naar dat kamp kan leiden, moet je dat zeggen." 
Anoniem
Straatmuzikant



< / 3 
Om te kunnen reageren op forum topics moet je niveau minimaal Internationale ster zijn. Lees hier hoe je meer fans verdient.
Automatisch vernieuwen: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste