Demish schreef:
Vic was niet de enige die het niet eens was geweest met Henri. Jack was hem al snel bijgevallen, waar Vic wel opgelucht door raakte. Het was ook onzin dat ze van een zoon van een smid verwachtten dat hij tussen de adel kon passen. Als zijn vader nou een edelsmid was geweest, iemand die echt belangrijk was voor het koningshuis, dan zou het anders zijn. Vic vond de kunsten van zijn vader niet eens geweldig, daar was hij heel eerlijk over. Hij was misschien goed genoeg voor speelgoedzwaardjes, maar meer kon zijn vader niet. Zelf had Vic er wel een hand voor, maar hij had nooit het idee gehad dat hij door had willen gaan met waar zijn vader ooit was begonnen. Dit interesse hem veel meer. Het verschil tussen arm en rijk, de grote grens die er tussen hen zat. Daar moest iets aan worden gedaan.
Zelf had hij het verhaal van Henri in stilte aangehoord. Hij moest toegeven dat hij het nut er wel van inzag om zich net te gedragen tegenvoer de adel. Als ze iemand zouden kunnen vinden die hen zou vertrouwen, zouden ze aan informatie kunnen komen. Kennis over waar belangrijke mensen naar toe zouden reizen, wat hun route zou zijn. Als ze een route wisten, zouden ze hun koetsen kunnen stoppen en zo aan meer geld kunnen komen, en ook meer informatie. Het zou een soort vicieuze cirkel worden, die behoorlijk in hun voordeel zou werken. Daarnaast had Henri ook gelijk over de burgeroorlog. Die moesten ze niet hebben. Er waren lang niet genoeg burgers die hen zouden steunen, dus ze zouden het nooit redden met de mannen die ze hebben. Ook waren hun wapens niet goed genoeg om het te winnen van bewapende soldaten, wiens zwaarden zo vakkundig in elkaar waren gezet dat Vic niet eens wist hoe ze het hadden gedaan.
Uiteindelijk eindige Henri zijn verhaal door alsnog te vragen wie zich beschikbaar wilde stellen, maar dan wel zonder de bezwaren die Vic en Jack hadden gemaakt. Vic zag zijn vriend zijn hand opsteken en hij volgde, met een grijns op zijn knappe gezicht. Hij zou zich best fatsoenlijk kunnen gedragen. Fatsoenlijker dan hier. Daarnaast was hij zich er wel van bewust hoe hij eruit zag. Zelfs met een masker zou hij het misschien nog voor elkaar kunnen krijgen om zijn charme te gebruiken. Vrouwen waren nou eenmaal een gemakkelijk doel.
Vic was echter niet de enige die zich aan had geboden, samen met Jack. Thomas had ook zijn hand op gestoken en nog twee anderen deden hetzelfde. Het waren er minder nu Henri zijn toespraak had gehouden, maar alsnog waren het er vijf. Dat waren er drie te veel. Hoe Henri dit wilde oplossen, wist Vic niet. Ergens gokte hij dat Jack en hijzelf de kans niet zouden krijgen, aangezien ze hun mond open hadden getrokken. Vic en Jack waren echter al langer bij de groep dan de drie die hun hand ook op hadden gestoken. Dus misschien zou Henri dat wel in zijn achterhoofd houden.
‘Waarom zou ik jullie daar naar toe sturen, na wat jullie net allemaal hebben gezegd?’ vroeg Henri, duidelijk gericht aan Jack en Vic. Vic hoorde Thomas grinnikend, waarop hij de jongen een dodelijke blik wierp. Thomas was kleiner en ieler dan hem, wat betekende dat Vic hem met gemak aan zou kunnen. Vic liet de jongen echter voor wat hij was en richtte zich op wat echt belangrijk was, namelijk het overtuigen van zijn leider. Overtuigen was iets wat hij, naar eigen zeggen, nog wel kon. Zelfs bij een man als Henri.
‘Jack en ik zijn één van de weinigen die hier al vanaf het begin zijn,’ begon Vic. Hij vond het wel degelijk een goed argument, al leek Henri niet meer te doen dan te fronsen. ‘Daarnaast kunnen wij ons heus wel gedragen. Onze vaders zijn handelaren, arbeiders. Dat betekend dat de dorpelingen ons kennen, maar de adel niet. Dit kan in ons voordeel werken.’ Vooral omdat de adel geen idee had van wie ze waren. De dorpelingen zouden enkel goede verhalen over hen vertellen, van wat ze wisten.