Varamyr schreef:
Kenmerkend bij paniek, en dus ook bij een paniekaanval, was de denkwijze. Omdat haar brein verondersteld ‘gevaar’ signaleerde, probeerde Adamaris een oplossing te zoeken voor het onraad. De denkwijze die hierbij aan bod kwam, werd gekenmerkt door onlogische, emotionele gedachten. Geen schoten van het geweer werden geloosd dus het viel te verwachten dat de bereidwillige jongeman nog steeds in gevecht was met de autoriteiten. Daarbij was ze pessimistisch over zijn toekomst. Het leger bestond uit goed opgeleide mannen, die wel degelijk verstand hadden van hoe te vechten en hoe zich te verdedigen tegenover de sterkste en zwaarste mannen in de United States of America. Hij daarentegen was nog maar een jongen van rond de achttien jaar. Hoe wilde hij hen te slim af zijn?
Omdat zij vond dat een overwinning, die tevens bij de vreemdeling in het voordeel lag, onvoorstelbaar zou zijn, dacht ze meerdere uitwegen uit. Terugvluchten naar de bewoonde wereld kon niet, dwalen in het boos óók niet. De mannen in uniform zouden hoe dan ook achter haar aangaan. Als het richten van een geweer hen moeiteloos afging, dan zou het achterna gaan van een ongehoorzame jongedame al helemaal geen moeite moeten kosten. In die paar mintuten waarin ze het van elkaars aanwezigheid moesten hebben, was het duidelijk geworden dat de weermacht alles uit de kaast haalde om te verwerven wat ze wilden verwerven. Adamaris was zich ervan bewust dat zich hier verderop een meer bevond. Bereid zijn om zich in het water te verschuilen, zelfs al zou het ten koste gaan van haar kleren, was één ding wat zeker was. Het water was, in haar optiek, een goede schuilplek, maar niet voor wanneer de mannen te lang in het bos zouden rondhangen. Ze was niet in staat om haar adem voor langer dan een minuut binnen te houden, zeker niet nu ze bestormd werd door irrationele gedachtes en emoties die te veel impact hadden op haar functioneren. Ze had haarzelf al opgegeven. Het was een zaak, één die niet gewonnen kon worden door een achttienjarige.
Dikwijls werden haar gedachten na afloop als vreemd en opvallend beschouwd toen de bladeren kraakten, ten gevolge van voetstappen die met een forse snelheid voortbewogen. In een fractie van een seconde keek ze de richting op waar het geluid vandaan kwam, maar er viel niet veel te zien in het woud. De bladeren van de bomen vormden een schild waar de zonnestralen nooit doorheen konden komen.
Haar ademhaling versnelde met de seconde, maar stopte toen ze het lichaam hoorde neerploffen op de grond. Vage glimpen ving ze op van zijn uiterlijk, maar het was de stem die de doorslag weergaf. Het was hem, dé jongen die haar gered had van een levensbedreiging. Het was onvoorstelbaar hoe de jongeman tegenover haar plaatsnam, doende alsof er zojuist niets was gebeurd. ‘’Bloody hell,’’ was het enige wat ze uit kon brengen. Op aannemelijke wijze ging haar paniekaanval geheel verloren. Ontsteltenis vulde die leegte op waardoor ze beduusd haar blik zo goed mogelijk probeerde te vestigen op de jongen. Zwijgen was geen optie; ze was hem een antwoord verschuldigd. ''There's a curfew in force from nine o'clock in the evening, which means I cannot leave the house after nine. I have never gotten the chance to see the dark side of this world, because my father didn't allow me to,'' murmelde ze, onderwijl ze bewust de afstand tussen hen verkleinde door zich naar hem toe te schuiven. Drie meter, waarvan twee geschrapt kon worden. ''I didn't know there was a whole army waiting outside in hope of scaring the shit out of me by pointing a bloody gun at my head. I cannot even possibly imagine why they wanted me to take of my jacket.'' De vraag over haar identiteit, of ze inderdaad Jonathan Whittaker’s dochter was, werd compleet genegeerd. Het was volgens haar wel duidelijk dat hij weten had van haar identiteit, gezien ze vaak genoeg in het nieuws stond. Adamaris hoefde hem er niet van te overtuigen dat ze inderdaad zijn dochter was en daarbij, hoorde zij niet degene te zijn die vragen zou moeten stellen na alles wat er gebeurd was? Een tiental secondes bleef ze stil. Het viel op dat ze hem bestudeerde, doch toonde ze geen schaamte. Ze had geen reden toe. '’Why did you save me?’’