Labyrinthine schreef:
Eragon Brandekijn
Er heerst al een lange tijd veel onrust in het dorp. Het is al langer bekend dat er mogelijk verschillende stukken edelstenen gelokaliseerd zijn. Toch wordt er al weken gewacht op duidelijke ordes. Dit zorgt voor onduidelijkheid wat op zijn tijd weer leid tot ontevredenheid. Onder de rebellen beginnen de handen te jeuken en willen wij allen graag ik actie komen. Maar er wordt ons weinig bekend gemaakt. Het is niet zo dat ik een hoge positie heb hier. Er zijn belangrijke mannen die strategische zetten weten te bedenken en deze goed uit kunnen voeren. Er is een heel team opgesteld dat zich volledig richt op het in de gaten houden van het koninkrijk en de bedoelingen van de koning en een ander team dat zich bezighoud met het lokaliseren van de stukken. Het lijkt een onmogelijke taak en voor zover deze strijd al aan de gang is, weet de koning ons altijd te vroeg af te zijn. Het lijkt alsof de stukken hem roepen en zo de aanhangers deze stukken kunnen vinden. Het is het werk van duistere magie, het kan niet eerlijk gaan in deze wereld. Mijn haat jegens het koninkrijk is de afgelopen weken alleen nog maar meer gegroeid. Zij zouden zich druk moeten maken om het volk en hoe zij het beste kunnen optreden. In plaats daarvan worden zij die hem niet steunen bestraft en grijpt hij alleen om zich heen voor de macht. Natuurlijk weet ik dat dit heel zwart wit is gezegd, want de koning is een wijze man met veel kennis. Hij zal weten wat hij aan het doen is, anders had hij deze mach niet gehad. Maar juist daarom veracht ik hem zoveel. Met zoveel kennis zou je beter moeten weten, ieder mens zou weten wat te doen.
Vele mannen beginnen te joelen en gedragen zich als wilde beesten. Fronsend volg in de mensenmassa en wij verzamelen ons voor de tent van de commandant. Het duurt geruime tijd voor hij zijn gezicht laat zien. Al gauw maant hij ons allen tot stilte. Het duurt niet lang of een ieder staat in formatie te wachten tot hij ons verteld wat er gaande is. Het is een goede leider met wijze woorden. Hij weet altijd de moed vast te houden en ons het positieve pad te laten bewandelen. Maar hoe hij hier nu staat, lijkt het alsof hij is verslagen. Er staan diepe rimpels in zijn voorhoofd, zijn ogen hangen tot halverwege en hij ziet er plots vermoeid uit. Wanneer hij zijn mond opent kan ik zien dat het hem veel moeite kost. En wanneer hij uitgesproken is, begrijp ik precies waarom. De mannen beginnen te schreeuwen, allemaal ontdaan. Beschuldigingen worden zijn kant op geworpen. Ook ik zit in een dubio, dit had voorkomen kunnen worden. De lokatie was zo goed als vastgesteld. Natuurlijk is het nooit geheel specifiek, maar de mannen hadden er heen kunnen gaan. Wij allemaal hadden het stuk land ondersteboven kunnen zetten, maar het was te gevaarlijk. De mannen van de koning zou ons op wachten, zouden ons kunnen martelen en doden. Maar is dat niet het risico wat wij allemaal willen nemen? Wij willen dit rijk beschermen en de koning verslaan, maar momenteel lijken wij alleen maar zwak.
Malia Ceran Magna
Een koele bries glijd over het middenplein wanneer de ruiters arriveren. Ik sla mijn armen over elkaar heen wanneer de koning mij passeert. Zijn gezicht staat gespannen. Al dagenlang heeft hij niet gegeten en kon geen mens tot hem doordringen. Zelfs mijn verschillende manieren van toetreding hebben geen effect op hem gehad. Ik gaf hem liefde, werd boos en heb zelfs mijn krokodillentranen opgezet om hem bij ons terug te krijgen. Maar geen van allen bracht hem bij zinnen en zorgde er juist voor dat hij zijn muren nog hoger optrok. Het is pijnlijk en vermoeiend wanneer hij zich zelfs van mij afsluit.
Het geluid van de paardenhoeven brengt mij terug naar het plein. De ruiters nemen hun tijd om af te stappen en lopen vervolgens naar de koning toe. Zij maken een reverence en wachten op het woord van de koning. Uit nervositeit vergeet hij zijn manieren en wordt hij bijna boos wanneer zij hun verhaal niet doen. Beide mannen kijken geschrokken mijn kant uit, maar er is niets wat ik voor hen kan betekenen. Mijn plicht is hier de koning bij te staan bij al zijn taken en in al zijn situaties. Als enige erfgenaam is het mijn taak om van hem te kunnen leren. Hoewel ik zelf het gevoel heb altijd in de weg te lopen en voel ik mij vaak ongemakkelijk bij hem, toch laat hij af en toe blijken dat hij er tevreden mee is. Wij hebben een vreemde band die niet te verklaren valt en niemand van buitenaf zou kunnen begrijpen. Maar dat is precies wat ons juist zo sterk maakt. De liefde tussen vader en dochter is uit zichzelf al sterk. Maar door de manier hoe wij deze vormgeven, is deze gevaarlijk. En toch ben ik altijd in tweestrijd bij alle keuzes die worden gemaakt, in tegenstelling tot al onze voorgangers. Het is iets wat de koning verontrust en niet kan begrijpen. Hij wil het ook niet kunnen begrijpen. Er bestaat geen genade en er bestaat geen medelij.
"Mijnheer, hierbij verklaren wij dat de quest is geslaagd. Het is in veiligheid gebracht en bevindt zich momenteel in de juiste positie waar U om heeft gevraagd," zegt een van de ruiters. Een gevoel van trots en blijdschap stroomt door mijn aderen. Mijn hart begint tien keer sneller te kloppen. Het is gelukt, we zijn weer een stap dichterbij. Roekeloos leg ik mijn hand op de arm van de koning. Ik glimlach van oor tot oor. Hij negeert mijn aandacht en bedankt de ruiters voor het bericht, maar uit zijn gezichtsuitdrukking kan ik lezen hoe gelukkig en opgelucht hij is.
@TheBurrow