ladybambi schreef:
Jamie
Het was vroeg in de ochtend, toen Jamie een baby dolfijn en zijn moeder naar de oppervlakte hielp. De moeder was net bevallen, maar te uitgeput om zichzelf of de kleine naar boven te helpen. Natuurlijk waren er ook wel andere dolfijnen in de buurt, maar een godheid was altijd wat handiger dan de stervelingen in dit soort gevallen. Zeker als het om jongen ging, was er geen tijd te verliezen in Jamie zijn ogen. De jongen waren de toekomst van de wereld. Zowel op het land als in de oceaan. Het maakte niet veel uit. De moeder dolfijn maakte dankbare geluiden naar Jamie, om hem te bedanken voor zijn hulp. Het waren geluiden die anderen waarschijnlijk niet konden verstaan, maar zijn vader had hem de mogelijkheid gegeven om elk zeewezen te kunnen verstaan. Een aangeboren gave, zo zou hij het maar omschrijven. Soms gingen de gesprekken via zijn gedachten, soms gewoon op deze manier.
"Heel graag gedaan. Pas goed op je kleintje" sprak Jamie vriendelijk tegen de moeder dolfijn en streelde over de kop van de baby dolfijn. "Pas goed op je moeder he?" fluisterde hij zachtjes tegen de pasgeboren dolfijn, waarna de andere dolfijnen hen overnamen en Jamie terug kon zwemmen naar het huis van zijn vader. Een huis, diep onder het wateroppervlakte. Zo diep dat duikers zich er niet zouden wagen wegens de waterdruk en de ijzige kou. Zelf had hij er geen last van. Ook toen hij nog half menselijk was, kon hij er tegen. Maar ja, dat kwam waarschijnlijk omdat zijn vader de koning van de zee was. De grote god Poseidon, heerser van het water. Dat beschermde hem tegen de waterdruk en alles wat erbij hoorde.
Al snel kwam hij aan bij het grote paleis van zijn vader en zwom naar binnen. Het paleis was eigenlijk niet te zien voor duikers, gewoon omdat het te diep onderwater lag, maar ook omdat het er van buiten erg klein leek. Je zou het niet tot een koning of god voorschrijven. Van binnen daarin tegen, dat was een heel ander verhaal. Het leek alsof je in een totaal andere wereld kwam. Het kasteel was wel tien keer zo groot, als het niet meer was. Met vele kamers, zowel droge kamers als kamers met veel water. Zijn eigen slaapkamer was een kamer met een droog gedeelte en een watergedeelte. Zo kon hij kiezen wat hij wilde, voornamelijk omdat hij zijn halfgoddelijke leven op het land had doorgebracht en zijn vader hem wilde voorbereiden op zijn komst naar een speciale school voor goden en halfgoden. Dat was iets waar Jamie best tegenop zat te kijken. Veel Griekse volbloed goden vonden hem minder waardig, zoals zijn halfbroer Triton bijvoorbeeld. Hij was bang dat het op zijn nieuwe school ook zou gebeuren, ook al was hij dan omringd door meerdere halfgoden en inmiddels een volbloed god.
Zuchtend controleerde hij zijn tas. Had hij alles bij zich? Normale kleren voor wanneer ze hun uniform niet aan hoefden? Ja, een speciaal bakje voor zijn magische armband aangezien hij die niet mocht gebruiken? Ja, helaas had hij dat ding bij zich. De gebruikelijke schoolspullen? Ja die zaten ook in een tas. Het was een wonder dat die dingen tegen het water konden wat hen omringde, maar ja. Jamie kon zelf beslissen wat invloed had op water en wat niet en hij had geen zin in een natte rugzak. Rustig zette hij de rugzak bij de deur van zijn kamer, in het nog droge gedeelten en zwom zijn kamer weer uit, waarna hij een cycloop moest ontwijken die ook langs zwom.
Een cycloop zou je zeggen? Ja, zijn vader had behoorlijk wat kinderen. Niet alleen goden of halfgoden, maar ook cyclopen. Gelukkig was niet elke cycloop slecht zoals zijn halfbroer Polyphemos, die hem ook al eens had proberen op te eten. Sommigen waren aardig. Sinds Jamie een godheid was echte vrienden van hem. Zijn cycloopbroers waren één van de weinigen die hem tot nu toe niet beoordeelden om zijn menselijke afkomst. Deze cycloop had hij echter weinig contact mee, dus sprak hij hem ook niet aan en zwom naar de ontbijtzaal in het kasteel. Ook deze zaal was weer eens onderwater. Rustig ging Jamie op zijn stoel zitten en begon te eten toen zijn vader hem en de rest van het gezelschap toestemming gaf.
"Heb je zin in je éérste schooldag Jamie?" Vroeg zijn stiefmoeder Amphitrite. Ze probeerde de afkeer van het feit dat hij een kind van overspel was uit haar stem te halen. In de loop der jaren was ze daar gelukkig behoorlijk goed in geworden. Als je hen niet kende, zou je het ook zeker niet geloven. Amphitrite had inmiddels geaccepteerd dat haar echtgenoot en zijn vader heel vaak vreemd ging, maar daar was ze niet blij mee. Dat kon Jamie ook wel begrijpen, hij zou er zelf ook niet blij mee zijn. Toch had hij wel het gevoel dat Amphitrite hem het liefst mocht van zijn vaders 'overspel' kinderen. Met de cyclopen sprak ze bijvoorbeeld helemaal nooit.
Jamie wist niet echt wat hij moest zeggen. Het was onbeleefd om nee, niet echt op de vraag te antwoorden. Zijn vader had hem ingeschreven en dit zou een grote kans voor hem betekenen in de goddelijke wereld. Toch probeerde hij zo eerlijk mogelijk te blijven.
"Ik ben een beetje zenuwachtig." antwoordde Jamie en beet op zijn lip.
"Dat is toch nergens voor nodig, jongen. Je bent een god van de zee." sprak zijn vader Poseidon, vanaf het hoofd van de tafel. De stem van zijn vader deed de golven een beetje rillen, zoals wel vaker als zijn vader sprak.
"Ik vrees dat dat onderdeel is van het probleem vader. Zeus is het schoolhoofd en u bent nu niet bepaald de beste vrienden met Zeus" sprak Jamie, waarna Triton knikte.
"Zeus heeft mijn schoolperiode best zuur gemaakt" sprak hij tussen neus en lippen door, waarna Jamie een zucht liet.
"Je helpt niet echt" zei Jamie, waarna Triton zijn schouders ophaalde.
Zo ging het gesprek nog even voort, tot het moment dat Jamie moest vertrekken. Snel zwom hij terug naar zijn kamer, waar hij zijn tas en andere koffers vandaan haalde en naar de troonzaal van zijn vader zwom. Daar zat hij dan. De grote god Poseidon, met zijn drietand in zijn hand. Een important gezicht. Triton zwom naast hun vaders troon, terwijl Amphitrite op een kleinere troon naast Poseidon zat. Toen ze hem binnen zagen zwemmen, stond Poseidon op.
"Succes op school jongen" sprak zijn vader, waarna hij met zijn grote drietand een kleine draaikolk maakte. Deze draaikolk zou voor hem een poort zijn, een poort naar school.
"Succes broertje, zul je nodig hebben" lachte Triton en Jamie draaide onopvallend met zijn ogen.
"Bedankt vader, Triton" sprak Jamie, waarna hij de draaikolk in zwom.
Het water draaide wild om hem heen, maar al snel kwam hij aan in een klein riviertje bij een berg. Een zucht verliet Jamie zijn lippen, toen hij zag dat het kasteel helemaal bovenop de berg stond. Jamie had echt geen zin om zo'n bergwandeling te maken. Kon zijn vader hem niet ergens anders afzetten? Er was vast wel ergens anders water daar in die school. Even dacht Jamie na. "Geen krachten en wapens buiten de lessen gebruiken" sprak hij zachtjes, maar grijnsde toen. Het schooljaar was nog niet begonnen, dus hoefde hij ook nog niet de regels te gehoorzamen. Rustig richtte hij zijn hand op het water om hem heen en stuurde het als een lange waterslang omhoog, tot hij bijna bij het kasteel was. Daar gooide hij zijn spullen op het droge en sprong zelf ook op het land. Zijn kleren waren weer droog. Jamie werd niet nat, tenzij hij het wilde en op het land was hij graag droog. Rustig pakte hij zijn tassen en liep de laatste paar meter naar de schoolpoort, waarna hij naar binnen liep.
Op het schoolterrein was het inmiddels een drukte van jewelse. Er waren zoveel goden en halfgoden om hem heen. Sommigen herkende hij vaag, anderen helemaal niet. Om eerlijk te zeggen kende Jamie sowieso niet veel jonge goden. Hij bleef er bij uit de buurt, aangezien veel hem veroordeelden om het feit dat hij ooit deels menselijk was geweest.
Even beet hij op zijn lip, toen hij Zeus zijn stem hoorde, die de leerlingen welkom heette en stil bleef hij er naar luisteren. Het was al ruim vijftig jaar geleden dat hij Zeus voor het laatst van zo dichtbij had gezien. Hij was anders dan Jamie zich kon herinneren, maar aan de andere kant konden goden hun vorm ook veranderen als ze dat wilden. Daarom zou Jamie daar niets over zeggen.
Halverwege de speech van Zeus, besloot Jamie alvast verder het schoolterrein op te lopen. Hij wilde niet al te ver bij de deur weg zijn, aangezien het straks waarschijnlijk dringen zou worden bij de ingang om als eerste naar de kamers te mogen. Aan de ene kant is het misschien verstandiger om daar juist op te wachten, maar Jamie was geen type om te wachten. Hij wilde van zijn spullen af, voor hij de school zou verkennen.
Helaas kwam Jamie niet erg ver, aangezien er opeens een grote, witte wolf op hem af rende en hem tegen de grond gooide. Echter viel hij niet direct tegen de grond, maar knalde hij half op een meisje, waardoor hij haar ook mee nam naar de grond.
"Auw" kreunde Jamie zacht en keek de wolf aan. "Zeg alsjeblieft dat je een tamme wolf bent" zei Jamie zacht en ging voorzichtig van het meisje af. "Sorry dat ik tegen je aan knalde" zei Jamie, de wolf nog steeds in de gaten houdend. Jamie was niet bepaald geweldig met landdieren, dus was hij daar altijd erg ongemakkelijk en schuw tegenover. Behalve paarden dan natuurlijk