schreef:
Nova Pearl Morgan
Het geluid van mijn hakken galmt door het steegje waar ik door heen loop. De wind blaast zachtjes langs me heen. Ik haal een hand door mijn lange blonde haren heen om hem daarna weer in de zak van mijn leren jas te stoppen. Ik scroll door mijn berichten heen, maar zie in één oogopslag al dat er niet iets heel bijzonders tussen staat. Een schreeuw van een man, trekt mijn aandacht en ik kijk op van mijn mobiel. Mijn verstand verteld mij dat ik de andere kant op moet lopen, maar nieuwsgierig vervolg ik mijn weg richting het geschreeuw. Aan het eind van het steegje, zie ik twee schimmen staan. Mijn blik valt op de jongen die op de grond ligt te kramperen van de pijn. Een geïrriteerde zucht verlaat mijn lippen. Altijd dat zinloos geweld. Zeker aan deze kant van de stad. Ik hoor iemand stop zeggen en beide mannen stoppen meteen en nemen afstand van de jongen. Ik volg de bewegingen van de man die ik nog niet had zien staan. Ik wil bijna weg lopen aangezien het voor mij opgelost lijkt maar als de man de jongen ruig van de grond trekt en zijn hand heft, weet ik dat ik de enige ben die er nu iets aan kan doen. In plaats van 112 bellen, wat ik had moeten doen, neem ik het impulsieve besluit om de hand van de man te blokken. De agressieve ogen van de man, kruisen met die van mij. Maar voordat ik ook maar een woord kan uitbrengen, pakt hij mijn hand vast waarmee ik die van hem blokte en draait hem op mijn rug. Met een klap kom ik tegen de muur terecht. Zijn handen gaan over mijn zakken en hij vist mijn mobiel eruit. Hij draait mij om en opnieuw geeft hij mij een duw waardoor ik tegen de muur aan knal. Pijnlijk kijk ik hem aan. Ja ik had echt 122 moeten bellen.