rosalie33 schreef:
'Nou, daar gaat het mij wel om,' zei Cara met gefronste wenkbrauwen. 'Murphy mag dan wel een lul zijn, maar eerlijk is eerlijk, we slapen allebei niet goed als hij daadwerkelijk vermist is.' Ze sprak de woorden zo rustig mogelijk uit, maar ergens in haar stem was een kleine paniek te horen. Het licht van het kampvuur flikkerde op in de gezichten van de twee en zorgden voor een wat dramatischere uitstraling. In het licht zag ze dat Aiden erg paniekerig om zich heenkeek. Ze probeerde zijn gedachtengang te volgen, maar dat lukte haar helaas niet.
De ietwat ontspannen blik die Cara net nog op haar gezicht had verdween algauw toen Aiden weer begon te praten. Het was meer tegen zichzelf, maar hij zei het op zodanige toon dat ze het toch kon horen. 'Nee, dat kan niet... Toch?' Met grote ogen keek ze richting het schip. 'De kist zat goed op slot en lag verborgen onder een deken. Het viel in een schaduw, de kist valt gewoon niet op,' fluisterde ze terug. Ze dacht even na. Murphy mocht dan wel een ontzettende zijn, hij was niet achterlijk. Hij wist hoe hij dingen moest aanpakken en het uiteindelijk zodanig te laten uitpakken dat niemand iets door zou hebben. De gedachte dat hij toch een geweer had en alles neer had gezet alsof er niks gebeurd was bekroop Cara en gaf haar een wat angstig gevoel. Net op het moment dat ze iets wilde zeggen, voelde ze Aiden's hand rond haar arm. Hij trok haar in de richting van het schip en zei ook nog wat. 'Wat?! Je wilt hem nu gaan zoeken? De avond is gevallen, Aiden. We bevinden ons op een onbekend terrein en weten verdomme niet eens of die Grounders hier 's nachts ook actief zijn,' zei ze nog altijd op een zachte toon. 'Wat nou als ze ons te pakken krijgen? Niemand die het weet.' Een korte zucht verliet haar mond, terwijl ze haar blik kort op Aiden liet rusten. De paniek was duidelijk van zijn gezicht af te lezen, en eerlijk gezegd vond ze dat ook niet eens zo heel gek. Er waren twee mensen zoek en het kon dus zijn dat één van hen de geweren had ontdekt en deze had meegenomen toen hij wegging. Cara haalde diep adem en trok haar arm los toen ze bij het schip aankwamen. 'Volg mij, maar zorg dat er niemand achter ons aankomt. Als de rest dit weet kunnen we niet anders dan alles vertellen. En geloof me, dat zou alleen maar voor meer onrust zorgen op het schip.'
Toen ze op de tweede verdieping waren, zag Cara tot haar grote opluchting dat er niemand was. Nog even scande ze de ruimte door, om er zeker van te zijn dat ze niet iemand over het hoofd zag of iets dergelijks. Cara wachtte tot Aiden binnen was en sloot het luik af door een stalen buis tussen het handvat te schuiven. 'Daar staat de kist,' zei ze terwijl ze met haar hoofd knikte naar een schaduw tegenover hen.
@Labyrinthine