Daynty schreef:
Lichtelijk verbaasd keek ze hem aan. Geen eerlijke kans, geen nobele zaak. Hij sprak het uit alsof hij het meer als een noodzakelijk kwaad zag dan dat hij het daadwerkelijk een goede daad vond. Even nam ze hem zwijgend in zich op. Het klonk zo tegenstrijdig voor haar. Als hij het niet zozeer een nobele zaak vond, waar haalde hij dan de motivatie vandaan om zijn leven zo op het spel te zetten? Waar haalde hij die toewijding vandaan? Op geëvolueerde mensen jagen was geen spelletje en het was al helemaal niet zonder risico’s. De supermens, zoals zij anderen degenen die een voorsprong door evolutie hadden eens had horen noemen, was sneller, sterker, had een beter gehoor. Fysiek waren geëvolueerden beter in vrijwel alle opzichten, hoewel de mate van evolutie onderling verschilde. Zo was zij niet gezegend met een beduidend beter gehoor of aanzienlijk meer spierkracht. Wel kon ze sneller spieren opbouwen. Waar zij het echter vooral van moest hebben, waren haar snelheid, wendbaarheid en flexibiliteit. Echter, vechtkunst was niet aangeboren, daar had zij ook hard voor moeten trainen, net zoals zij. Door de jaren heen had ze geleerd dat praktijk de beste leermeester was. Als je leven er vanaf hing, pakte je het vechten snel op.
‘Je bent gek dat je dit doet voor andere mensen.’ Niet-begrijpend schudde ze haar hoofd. Raewynn trok haar knieën op en zette zich met haar handen af van de muur, zodat ze op kon staan. Even strekte ze haar benen. Ze voelden nog wat slapjes aan, onwennig. Alsof ze dagenlang niet had gestaan en ze even opnieuw uit moest vinden hoe dat ook alweer voelde. Daarbij hielp het niet bepaald dat het touw haar enkels bij elkaar hield. Het was moeilijk om haar balans te bewaren met haar voeten zo dichtbij elkaar en zonder haar armen te kunnen gebruiken als tegenwicht. Al snel zakte ze iets opzij, dreigde ze haar evenwicht te verliezen. Ze hupte een klein stukje opzij, waarna ze zich tegen de muur links van haar liet zakken, vlak naast het raam in de kamer.
Raewynn draaide haar lichaam iets opzij en keek door het glas naar buiten. Verbazingwekkend genoeg was het glas nog nagenoeg heel, op een kleine barst in de bovenste linkerhoek na. ‘Of je de evolutie nu aan je kant hebt staan of niet, als je geeft om andere mensen, ben je altijd in het nadeel’, voegde ze aan haar vorige woorden toe. Het kwam er meer mompelend uit, als een herinnering voor zichzelf, dan dat de woorden aan de man gericht waren. Het was misschien wel de belangrijkste les die het leven haar geleerd had.
Haar wenkbrauwen bewogen zich naar elkaar toe in een lichte frons eens ze een goede blik op het uitzicht had geworpen. Als ze scheef door het raam heen keek, wist ze enkele tientallen meters aan de rechterkant het rechthoekige silhouet van een ander laag flatgebouw te ontwaren tegen de donkere nachthemel. De vage lijnen van de bomen op het dak konden niet missen.
‘Verdomme, je hield me al langer in de gaten, niet waar? Hoe lang al?’ Haar volgende opmerking bracht een scheve grijns om haar lippen. ‘Ik hoop dat het uitzicht je behaagd heeft.’ Raewynn draaide zich op haar tenen om naar de kamer en liet zich deels op de vensterbank zakken.
‘Hm, laat me even denken.’ Peinzend tuitte ze haar lippen, veinzend dat ze aan het nadenken was over een dergelijke situatie. ‘Je hebt gelijk. Ik zou je hartstikke afgemaakt hebben als je te dichtbij was gekomen.’ Nonchalant haalde ze haar schouders op, waarna ze er met een luchtige ondertoon in haar stem en een serieuze blik in haar ogen aan toevoegde: ‘Maar daar is het nog niet te laat voor.’
Haar ogen gingen naar het zwijn - of wat daar nog van over was - boven het vuur. ‘Aha, dat verklaart waarom dat rotbeest er toch vandoor ging. Ja, als het moet, zou ik ook iemand van achteren besluipen’, gaf ze schouderophalend toe. ‘Maar wat is daar nou leuk aan?’
@Hadesu
Lichtelijk verbaasd keek ze hem aan. Geen eerlijke kans, geen nobele zaak. Hij sprak het uit alsof hij het meer als een noodzakelijk kwaad zag dan dat hij het daadwerkelijk een goede daad vond. Even nam ze hem zwijgend in zich op. Het klonk zo tegenstrijdig voor haar. Als hij het niet zozeer een nobele zaak vond, waar haalde hij dan de motivatie vandaan om zijn leven zo op het spel te zetten? Waar haalde hij die toewijding vandaan? Op geëvolueerde mensen jagen was geen spelletje en het was al helemaal niet zonder risico’s. De supermens, zoals zij anderen degenen die een voorsprong door evolutie hadden eens had horen noemen, was sneller, sterker, had een beter gehoor. Fysiek waren geëvolueerden beter in vrijwel alle opzichten, hoewel de mate van evolutie onderling verschilde. Zo was zij niet gezegend met een beduidend beter gehoor of aanzienlijk meer spierkracht. Wel kon ze sneller spieren opbouwen. Waar zij het echter vooral van moest hebben, waren haar snelheid, wendbaarheid en flexibiliteit. Echter, vechtkunst was niet aangeboren, daar had zij ook hard voor moeten trainen, net zoals zij. Door de jaren heen had ze geleerd dat praktijk de beste leermeester was. Als je leven er vanaf hing, pakte je het vechten snel op.
‘Je bent gek dat je dit doet voor andere mensen.’ Niet-begrijpend schudde ze haar hoofd. Raewynn trok haar knieën op en zette zich met haar handen af van de muur, zodat ze op kon staan. Even strekte ze haar benen. Ze voelden nog wat slapjes aan, onwennig. Alsof ze dagenlang niet had gestaan en ze even opnieuw uit moest vinden hoe dat ook alweer voelde. Daarbij hielp het niet bepaald dat het touw haar enkels bij elkaar hield. Het was moeilijk om haar balans te bewaren met haar voeten zo dichtbij elkaar en zonder haar armen te kunnen gebruiken als tegenwicht. Al snel zakte ze iets opzij, dreigde ze haar evenwicht te verliezen. Ze hupte een klein stukje opzij, waarna ze zich tegen de muur links van haar liet zakken, vlak naast het raam in de kamer.
Raewynn draaide haar lichaam iets opzij en keek door het glas naar buiten. Verbazingwekkend genoeg was het glas nog nagenoeg heel, op een kleine barst in de bovenste linkerhoek na. ‘Of je de evolutie nu aan je kant hebt staan of niet, als je geeft om andere mensen, ben je altijd in het nadeel’, voegde ze aan haar vorige woorden toe. Het kwam er meer mompelend uit, als een herinnering voor zichzelf, dan dat de woorden aan de man gericht waren. Het was misschien wel de belangrijkste les die het leven haar geleerd had.
Haar wenkbrauwen bewogen zich naar elkaar toe in een lichte frons eens ze een goede blik op het uitzicht had geworpen. Als ze scheef door het raam heen keek, wist ze enkele tientallen meters aan de rechterkant het rechthoekige silhouet van een ander laag flatgebouw te ontwaren tegen de donkere nachthemel. De vage lijnen van de bomen op het dak konden niet missen.
‘Verdomme, je hield me al langer in de gaten, niet waar? Hoe lang al?’ Haar volgende opmerking bracht een scheve grijns om haar lippen. ‘Ik hoop dat het uitzicht je behaagd heeft.’ Raewynn draaide zich op haar tenen om naar de kamer en liet zich deels op de vensterbank zakken.
‘Hm, laat me even denken.’ Peinzend tuitte ze haar lippen, veinzend dat ze aan het nadenken was over een dergelijke situatie. ‘Je hebt gelijk. Ik zou je hartstikke afgemaakt hebben als je te dichtbij was gekomen.’ Nonchalant haalde ze haar schouders op, waarna ze er met een luchtige ondertoon in haar stem en een serieuze blik in haar ogen aan toevoegde: ‘Maar daar is het nog niet te laat voor.’
Haar ogen gingen naar het zwijn - of wat daar nog van over was - boven het vuur. ‘Aha, dat verklaart waarom dat rotbeest er toch vandoor ging. Ja, als het moet, zou ik ook iemand van achteren besluipen’, gaf ze schouderophalend toe. ‘Maar wat is daar nou leuk aan?’
@Hadesu



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.


17