schreef:
"Nee, we moeten terug naar de open plek." Zeg ik zodra ik op sta en keer om. Stug loop ik door naar de plek waar alle secties weer bij elkaar komen en draai weer een rondje om mijn eigen as. Het voelt hier vreemd, alsof er iets is gebeurd waar we niets vanaf weten, maar iets wat te ontdekken valt. Iets wat alleen in de nacht te vinden valt. Maar wat is het? Wat is het geen wat zich hier schuil houd? Maar op mijn vraag kan ik geen antwoord meer krijgen, want plots sta ik oog in oog met een griever. Mijn hart begint sneller te kloppen en de adrenaline schiet door mijn lichaam. Mijn handen worden klam van het zweet. Dit is niet te geloven. Hij kwam uit het niets, ineens stond hij daar, alsof hij ergens vanuit is gekomen. Ik kijk om mij heen en probeer te bedenken welke weg mijn grootste overlevingskans heeft, maar veel tijd om daar over na te denken heb ik niet, want de griever krult zich op en begint razend snel naar mij toe te rennen. "Ren Malia! Ren!" Roep ik zo hard ik kan en begin een kant uit te rennen, opnieuw het de ingewikkelde Maze in. Dit wordt nog een karwei. De griever rolt al gauw weer achter mij aan. "Als Malia het maar haalt." Is het enige waar ik aan kan denken, maar dan bedenk ik mij opnieuw dat zij in handen is van de scheppers. Zij zullen haar niet laten sterven, niet hier, niet in de Maze door hun eigen creatures. Zij zal dit wel overleven, hoe dan ook. Ik ren zo hard ik kan.