Daynty schreef:
Er kwam niet meteen een reactie op haar vraag en de relaas die erop gevolgd had. Dat hoefde ze ook niet perse. Geen reactie betekende dat hij erover nadacht en aangezien hij eerder zo standvastig was geweest in zijn vertrouwen in de organisatie, beschouwde zij het al als een hele stap dat hij niet onmiddellijk tegen haar woorden inging. Dat hij ze niet afdeed als onzin of zei dat zij het toch niet zou begrijpen.
Op het moment dat hij weer begon te praten, had ze echter liever dat hij wel gewoon zo’n simpele reactie had gegeven. Knarsetandend sloeg ze haar ogen neer, staarde ze naar haar vingers die gedachteloos aan een hoekje van het etiket van de fles pulkten. ‘Ik heb daar niet iets te zoeken’, antwoordde ze. ‘Ik heb daar iemand te zoeken. Hij heeft iets dat van mij is. En hij… Hij verdient het niet om op deze aarde rond te lopen alsof hij geen achterlijke klootzak is…’ Haar laatste woorden vervaagden langzaam, terwijl er op haar gezicht een ietwat verwarde uitdrukking was verschenen. Ze was een moment zo in beslag genomen geweest door de woede die de gedachte aan de jager met wie ze eerder paden had gekruist teweegbracht, dat het nu pas tot haar doordrong dat hij haar niet gewoon bij haar naam genoemd had. Rae. De laatste keer dat iemand haar zo had genoemd was maanden geleden. Het was dezelfde jager geweest die zich haar wraakzucht op de hals had gehaald. De klank ervan klonk zo vertrouwd, maar bovenal zo… vriendschappelijk, zo onafstandelijk. Ze wist niet of dat iets goeds was. Het maakte het veel te makkelijk om te vergeten dat Raphael een jager was. Het maakte de illusie van een vriendschappelijke connectie of ook maar iets dat daarbij in de buurt kwam, veel te aanlokkelijk. Maar toch. Stiekem zou ze het niet erg vinden hem het nogmaals te horen zeggen.
Raphael leek zelf echter ook te beseffen wat hij had gedaan. Hij grijnsde erom, het werkte aanstekelijk. ‘Ja, dat heb ik gehoord. Met mijn gehoor is nog steeds niets mis, Raph.’ Ze kon het niet laten, hoe onwennig het ook voelde. Raphael leek de ernst ervan ook te beseffen, want zijn mondhoeken waren weer een stukje naar beneden gezakt en hij nam peinzend nog een slok. Nee, ze waren absoluut nog niet zover om bijnamen te gebruiken.
Dat zouden ze ook nooit zijn, dacht ze verbitterd, waarna ze die gedachte meteen wegspoelde met een slok. Voor nu was het fijn om even in de illusie te leven dat ze niet alleen maar jager en prooi waren.
‘Maar goed’, verzuchtte ze. ‘Je kan me vertellen wat je wil over de organisatie, maar je gaat me niet wijsmaken dat ze daar net zulke goeie drank hebben als hier.’
@Hadesu
Er kwam niet meteen een reactie op haar vraag en de relaas die erop gevolgd had. Dat hoefde ze ook niet perse. Geen reactie betekende dat hij erover nadacht en aangezien hij eerder zo standvastig was geweest in zijn vertrouwen in de organisatie, beschouwde zij het al als een hele stap dat hij niet onmiddellijk tegen haar woorden inging. Dat hij ze niet afdeed als onzin of zei dat zij het toch niet zou begrijpen.
Op het moment dat hij weer begon te praten, had ze echter liever dat hij wel gewoon zo’n simpele reactie had gegeven. Knarsetandend sloeg ze haar ogen neer, staarde ze naar haar vingers die gedachteloos aan een hoekje van het etiket van de fles pulkten. ‘Ik heb daar niet iets te zoeken’, antwoordde ze. ‘Ik heb daar iemand te zoeken. Hij heeft iets dat van mij is. En hij… Hij verdient het niet om op deze aarde rond te lopen alsof hij geen achterlijke klootzak is…’ Haar laatste woorden vervaagden langzaam, terwijl er op haar gezicht een ietwat verwarde uitdrukking was verschenen. Ze was een moment zo in beslag genomen geweest door de woede die de gedachte aan de jager met wie ze eerder paden had gekruist teweegbracht, dat het nu pas tot haar doordrong dat hij haar niet gewoon bij haar naam genoemd had. Rae. De laatste keer dat iemand haar zo had genoemd was maanden geleden. Het was dezelfde jager geweest die zich haar wraakzucht op de hals had gehaald. De klank ervan klonk zo vertrouwd, maar bovenal zo… vriendschappelijk, zo onafstandelijk. Ze wist niet of dat iets goeds was. Het maakte het veel te makkelijk om te vergeten dat Raphael een jager was. Het maakte de illusie van een vriendschappelijke connectie of ook maar iets dat daarbij in de buurt kwam, veel te aanlokkelijk. Maar toch. Stiekem zou ze het niet erg vinden hem het nogmaals te horen zeggen.
Raphael leek zelf echter ook te beseffen wat hij had gedaan. Hij grijnsde erom, het werkte aanstekelijk. ‘Ja, dat heb ik gehoord. Met mijn gehoor is nog steeds niets mis, Raph.’ Ze kon het niet laten, hoe onwennig het ook voelde. Raphael leek de ernst ervan ook te beseffen, want zijn mondhoeken waren weer een stukje naar beneden gezakt en hij nam peinzend nog een slok. Nee, ze waren absoluut nog niet zover om bijnamen te gebruiken.
Dat zouden ze ook nooit zijn, dacht ze verbitterd, waarna ze die gedachte meteen wegspoelde met een slok. Voor nu was het fijn om even in de illusie te leven dat ze niet alleen maar jager en prooi waren.
‘Maar goed’, verzuchtte ze. ‘Je kan me vertellen wat je wil over de organisatie, maar je gaat me niet wijsmaken dat ze daar net zulke goeie drank hebben als hier.’
@Hadesu



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.


17