schreef:
Het is al aardig donker en tot onze grote shock zijn de muren nog niet dicht. Het wordt al erger en erger. "Waarom zijn de muren nog niet dicht? Normaal zouden ze allang al dicht zijn?" Ik begin mij nu toch wel zorgen te maken, maar zodra wij naar buiten lopen zie ik de hele groep jongens om een paal staan. "Alby, dit gaan jullie toch niet echt doen?" Mompel ik. Hij draait zijn hoofd weg. "Ik wil het ook niet." Zegt hij uiteindelijk. Ik sprint naar de groep toe en bekijk het tafereel. Ik heb al gezien dat zij het pistool nog steeds bezit, hij zit in haar achterzak. "Wacht!" Roep ik uiteindelijk en stap naar voren. Het wordt stil. Nu moet ik heel gauw wat gaan bedenken. "Als zij voor WICKED heeft gewerkt, zal zij vast wel wat antwoorden voor ons hebben!" Zeg ik snel en gris het pistool uit haar achterzak. Ik speel het spelletje verder en richt het pistool op haar been. "Dus wie heeft een vraag voor deze jonge dame?" Ik grijns breed en Gally komt naast mij staan, hij kijkt mij wantrouwig aan maar doet verder niets. Een aantal jongens beginnen wat door elkaar heen te schreeuwen. Alby is er ondertussen ook bij komen staan en als het goed is begrijpt hij wel wat ik wil. Onopvallend begint hij de touwen van haar handen en voeten los te maken. "Wat voor bericht willen wij aan de scheppers geven?" Roep ik luid. De jongens beginnen al harder te schreeuwen, tot dat een van hen zegt:"Ze is los! Het zijn verraders!" Gally probeert mijn arm te pakken, maar ik schiet in de lucht en iedereen is dood stil. "Denk eens na." Fluister ik uiteindelijk. "Kijk eens om je heen! De muren zijn nog niet gesloten, de grievers kunnen ons elk moment aanvallen. De voorraden beginnen op te raken en wij staan hier over het leven van een ander te beslissen. Over een paar minuten kun jij wel dood zijn. We moeten samenwerken, we moeten haar gebruiken om de weg naar buiten te vinden. We moeten actie ondernemen en hier weggaan!" Roep ik. Alby, Ben, Minho en Wok komen achter mij staan, maar de andere blijven tegenover ons staan. "We kunnen hier niet zomaar weg. Dit is onze plek, we kunnen nog meer telen en we zullen het wel overleven. Daarbuiten is niets! Niets meer dan een dor stuk land waar we niet kunnen overleven." Zegt Gally, hij balt zijn vuisten. "Nee, je hebt het fout. Er zal een plek zijn waar we opnieuw kunnen beginnen." Op dat moment horen we een luide kreet en geratel. Ze komen, we gaan er allemaal aan. "Zoek dekking!" Hoor ik Alby schreeuwen en iedereen begint in paniek over de Glade te rennen. De eerste griever is al binnen onze muren.