schreef:
Langzaam blies hij de rook uit zijn longen. Roken was al een jarenlange verslaving, maar nog nooit was het in hem opgekomen om te stoppen. Het roken zorgde voor een bepaalde rust in zijn lichaam. Hoewel menig man zou zeggen dat het de verslaving was die voor de onrust zorgde, was zijn verslaving nog wel het minste van zijn zorgen. Zijn manier van leven was wat voor de onrust zorgde. Wat hij deed was naar zijn mening goed, maar ook hij maakte fouten. Ook hij had dingen gedaan die hij niet had mogen doen en ook hij had zo nu en dan een bepaald gevoel van schuld en schaamte. Er waren drie dingen die hem dat deden vergeten. Sigaretten, alcohol en vrouwen. Toevallig had hij nog nooit een tekort gehad aan een van die drie dingen.
'Heb je een vuurtje voor me?' Zijn blik gleed naar de jonge vrouw wiens stem in zijn oren geklonken had. Ze kon niet ouder zijn dan achttien, enigszins ongemakkelijk keek ze naar hem. Hij glimlachte, ze had zelfvertrouwen getoond door het aan hem te vragen, maar nu ze eenmaal bij hem stond, sloeg een bepaalde mate van onzekerheid toe. Hij pakte een aansteker uit zijn broekzak en stak het stuk plastic uit naar de vrouw. Ze glimlachte naar hem en stak haar sigaret aan, waarna ze de aansteker weer naar hem uitstak en hij die weer aannam. Ze leek nog even te blijven staan, onzeker over wat te zeggen, maar toen hij niets zei, draaide zij zich om en liep ze terug naar haar vriendinnen.
'Alexis,' zei hij, zonder haar gezien te hebben. Hij blies de rook opnieuw uit zijn longen en draaide zich toen pas naar haar toe, waarna hij even glimlachte.
'Geen idee, is het toevallig?' Het zou niet de eerste keer zijn dat hem vrouw hem zogenaamd toevallig tegenkwam. Vrouwen waren zorgzame wezens, zodra ze dachten dat iemand hulp nodig had, wilden ze dat geven. Meerdere vrouwen hadden gedacht hem te kunnen helpen, hem te kunnen veranderen. Het werd pas ongemakkelijk als ze bleven volhouden. Ze waren leuk geweest voor een nacht, maar het was niet de bedoeling dat het meer werd dan dat. Ze moesten opzoek naar een man die hen wel iets kon bieden. Stabiliteit, liefde. Het waren dingen die hij simpelweg nooit kon bieden.
'Rook je?' vroeg hij, terwijl een sigaret naar haar uitstak. Ze had hem verrast met haar plotselinge vertrek de afgelopen keer, het zou hem niet verbazen als ze hem nog eens zou verrassen door niet te roken. Het leek hem wel iets voor de vrouw tegenover hem. De meeste gebroken zielen rookten, was het niet? Iedere gebroken ziel zocht naar iets om de pijn te vergeten. Hij wist goed wat hij deed om de pijn te vergeten.