Seaweedbrain schreef:
“Het leven is kort. Elk jaar lijkt korter, doordat je meer jaren hebt om te vergelijken. Tenzij je in een rolstoel zit, dan lijken de jaren steeds slomer te gaan.” Frederick wees even naar zijn rolstoel. “ In jullie geval zullen jullie moeten genieten van jullie studentenjaren, want voordat je het weet, is het over.” Met die woorden sloot hij zijn les af. “Volgende week zie ik jullie weer, tenzij jullie mijn woorden over het genieten van de studentenjaren iets te serieus nemen.” Een zacht gegniffel rees op uit de zaal, terwijl de studenten fluisterend het lokaal uitliepen. Slechts een student bleef zitten. Het was niet eens een student, want daar zag de man te oud voor uit. Toen Frederick en de andere man alleen waren, stond de andere man op en liep naar hem toe. “Interessant onderwerp. Hoe zit het bij jou? Hoe kijk jij terug op je studententijd?” Frederick snoof. “Jezus, dat is al veel te lang geleden en volgens mij weet je dat best.”Â
“Dat is nog steeds geen reden om de Franse Revolutie te missen. Ik had je zelfs van tevoren nog op de hoogte gebracht daarvan, wat niet iedereen waardeerde en jij zei doodleuk dat je een studie deed,” beet Jezus terug. Frederick keek met een gefrustreerde blik naar de man die hem ooit een eeuwig leven had geschonken. “Ik wilde rust hebben. Vierhonderd jaar daarvoor was ik op de brandstapel gegooid, omdat men dacht dat ik een heks was. Ik heb nog steeds brandwonden van dat incident.” De professor bukte voorover om zijn broekspijpen op te stropen. De brandwonden waren aan het helen, maar zelfs na zeshonderd jaar waren ze nog te zien. “Ik had helemaal geen zin in een Franse Revolutie en ik heb volgens mij vrij weinig gemist,” voegde Frederick toe. Jezus leek wat te kalmeren. “Oké, eerlijk is eerlijk. Ik ben ook een keer gekruisigd en daarna ben ik nog vijf keer doodgegaan. Vader vindt dat ik wat voorzichtiger moet zijn, maar ik heb daar niet veel zin in.”
“Dat blijkt wel.”
“Jij mag wel wat meer doen. Jij hebt de meeste tijd van iedereen en jij besteedt het maar aan dingen die er niet aan toedoen.”
“Dat ik ten tijde van de twee wereldoorlogen in Mexico leefde, is ook niet mijn fout.”
“Wel dat je alle revoluties vermeed, ook al had ik je dat allemaal verteld.”
“Ik heb meegedaan aan een of andere Bataafse revolutie, waar ik meteen werd neergeschoten. Heb drie maanden in een ziekenhuis doorgebracht. Ik kan niet dood, maar ik kan wel gewond raken!”
“De Bataafse revolutie was de saaiste van alle revoluties, die tel ik niet mee.”
Frederick hief gefrustreerd zijn armen op. “Ik had die deal van tweeduizend jaar niet moeten doen,” riep hij uit. Jezus lachte alleen maar. “Je moest het gewoon beter formuleren. Als je had gezegd dat je eeuwige jeugd wilde en dat je een onverwoestbaar lichaam wilde, had ik het nog kunnen regelen, maar ik weet niet of ik het nog kan.”
“Ik denk eerder dat God je niet meer mensen onsterfelijk laat maken.”
“Ik kan er ook vrij weinig meer aan doen, je moet er gewoon van genieten,” zei Jezus, terwijl hij zijn schouders ophaalde.
“Ik heb een kunstgebit, ik heb de plaag gehad, ik zit in een rolstoel omdat ik van een brug sprong en mijn onderlichaam verbrijzelde. Ik zit nu continu aan de medicijnen en hopelijk kan ik over duizend jaar weer lopen. Mijn botten zijn nog brozer dan die van een oude vrouw en ik zie er nu uit als vijfendertig. Ook kan ik geen familie hebben, moet ik elke twintig jaar verhuizen en ben ik voor altijd alleen. Waar moet ik van genieten?” vroeg Frederick bitter. “Ik heb geen resetbutton. Als ik uit een vliegtuig zou springen, zou ik voor eeuwig een hoopje botten vlees zijn op de onderkant van de oceaan. Ik heb geen dood.” De mannen waren allebei stil voor een tijdje. Jezus was de eerste die de stilte doorbrak. “Ik kan niets voor je betekenen, maar als dit je instelling is, kan ik je misschien wel vertellen over de toekomst. De technologie gaat steeds sneller vooruit. Misschien kan je al over honderd jaar lopen. Sowieso moet ik je over de toekomstige conflicten vertellen. Als je de vorige eeuw al veel vond, heb je nog niets gezien. Laten we naar de bar gaan, ik betaal.” Met die woorden pakte Jezus Fredericks rolstoel en duwde hij hem het lokaal uit.Â
Beetje laat, maar ik wilde mijn stukje nog delen xD